Uw zoekacties: Stichting 'Domus Spinozana'

0206-01 Stichting 'Domus Spinozana' ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Na de dood van Spinoza op 21 februari 1677 geraakte zijn sterfhuis aan de Paviljoensgracht 72/74 in vergetelheid. Dankzij de onderzoekingen van de bekende Duitse Spinozakenner dr. Carel Gebhardt kon de de identiteit van het huis onomstotelijk worden vastgesteld worden. Weliswaar was de traditie dat Spinoza hier gewoond had blijven bestaan - een gedenksteen in de voorgevel herinnerde hieraan -, maar zowel inwendig als uitwendig was het huis in verval geraakt.
De in 1920 opgerichte internationale Societas Spinozana had het plan om in 1927 de 250-jarige sterfdag van Spinoza te herdenken met o.a. de aankoop van het sterfhuis, de oprichting van een stichting "Domus Spinozana" om het huis te beheren, terwijl de Societas zelf haar zetel daar zou vestigen en de onthulling van een gedenksteen op het graf van Spinoza in de Nieuwe Kerk (onthulling op 21 februari 1927). Op 4 januari 1927 werd door dr. C. Gebhardt te Frankfurt am Main, mr J.H. Carp te 's-Gravenhage en professor A.S. Oko te Cincinnati (Ohio) opgericht de Stichting "Domus Spinozana, die ten deel had het perceel Paviljoensgracht 72/74, waar Spinoza van 1671-1677 gewoond had en waar hij overleden was, aan te kopen en in te richten tot een museum en bibliotheek op de wijsgeer betrekking hebbende, alsmede tot een internationaal centrum van Spinozastudie. Dr. C. Gebhardt nam het initiatief voor het bijeenbrengen der geldmiddelen. Professor Oko bracht in Amerika f 30.000 bijeen, later volgden kleiner bedragen uit Engeland, Frankrijk en Nederland. Het huis werd in februari 1927 aangekocht ( de koopsom bedroeg f 36.000, de rest van de verzamelde gelden werd aangewend voor herstel en inrichting) en op 22 februari van datzelfde jaar in gebruik genomen. Helaas bevond de woning zich in een jammerlijke toestand, de fondsen bleken geheel ontoereikend voor het beoogde doel: alleen de gevel kon - en dan nog met subsidie van de overheid - behoorlijk hersteld worden.
De allernoodzakelijkste onderhoudswerken en de overige lasten werden gekweten uit op ongeregelde tijdstippen ontvangen bijdragen van het Gemeentebestuur, van de loges der Vrijmetselaren, van particulieren, van een door mr. Carp om zich heen verzameld groepje van geestverwanten en tenslotte uit de opbrengst van het verhuren van de benedenzaal der woning voor diverse vergaderingen. Een zaak die het Spinozahuis ook stellig geen goed gedaan heeft is de omstandigheid dat mr Carp niet het vertrouwen bezat van een deel der vrienden van Spinoza in Nederland. Bovendien kwam in de dertiger jaren aan de buitenlandse geldelijke steun nagenoeg geheel een eind waardoor de Stichting in grote moeilijkheden geraakte. Onder leiding van mr Carp werd een actie gevoerd om f 14.000 bijeen te brengen, welk doel echter niet werd bereikt.
In het begin van 1941 werd het vermogen der Stichting verbeurd verklaard door de Duitsers en werden de boeken en platen weggevoerd. Het huis werd verkocht aan de Nederlandse Stichting tot bevordering van de studie van het Nationaal Socialisme, die het praktisch ter beschikking van hun partijgenoot mr. Carp liet. Zo is het vrijwel leeg blijven staan, behalve dan dat het door de familie van de concierge bewoond bleef. Daar gedurende de oorlog niets aan het onderhoud werd besteed is de verwaarlozing sterk toegenomen.
Toen mr. Carp in mei 1945 als hoog functionaris der Nationaal Socialistische Beweging en president van het door de Duitsers ingestelde Vredesgerechtshof gevangen genomen werd en hetzelfde lot te beurt viel aan de bestuurders van de Nationaal Socialistische fundatie die eigenares van het pand was, werd het Spinozahuis onbeheerd goed. In december 1946 werd het weer overgedragen aan de Stichting Domus Spinozana, wier bestuur op dat moment bestond uit (voor zover het Nederland betreft): W.G. van der Tak (voorzitter der Vereniging voor Wijsbegeerte ), dr. H. Kranenburg (hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden en voorzitter der Eerste Kamer) en mr J.J.N. Schmal (lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en lid der Tweede Kamer). De bibliotheek werd in 1945 grotendeels uit Duitsland terugontvangen. In maart 1947 ging een oproep uit aan alle leerlingen van gymnasia en lycea in Nederland tot financiële steun ten behoeve van de restauratie van het Spinozahuis. In 1948 begon de restauratie onder leiding van de architect B. van Heyningen.
In 1951 werd het Spinozahuis verhuurd aan de uitgever J.H.C. Voorhoeve voor 15 jaar, die het voor f 10.000 moest herstellen. In 1952 werd door de Amerikaanse Spinoza Foundation aan de Stichting Domus Spinoza een bedrag van 10.000 dollar toegezegd. Na een jarenlange procedure tegen de uitgever Voorhoeve werd deze tot ontruiming van het pand veroordeeld en werd het perceel met 1 maart 1955 verhuurd aan het advocatenkantoor mr. dr. W.F. van Leeuwen. De gemeente Den Haag schonk in 1956 f 200 voor herstel van de gevelsteen van het perceel. Die zomer werd het Spinozahuis door 150 bezoekers uit alle delen van de wereld - vooral uit Amerika en Japan - bezichtigd.
In 1968 is het professor B.H. Kazemier, als bestuurder-commissaris van de Stichting, die het voorstel doet op te gaan in de Vereniging "Het Spinozahuis" te Amsterdam. De Stichting heeft dan een vermogen van f 10.000 terwijl het Spinozahuis is belast met f 7000 hypotheek. In 1970 is de hypotheek geheel afgelost en het vermogen der Stichting f 7000.
Op 24 oktober 1970 aanvaardt het bestuur van de Vereniging "Het Spinozahuis" de overdracht van huis en vermogen van de Stichting "Domus Spinozana". Op 22 mei 1971 gaat de ledenvergadering der Vereniging hiermede akkoord en bij akte d.d. 21 juli 1971 verleden voor notaris J.W.Th Küller, heft de Stichting, vertegenwoordigd door haar bestuurders professor mr. B.H. Kazemier (lid van de Hoge Raad), professor mr. C.H.J. Enschedé (hoogleraar te Amsterdam) en mr. E. Heringa, zichzelf op. Krachtens het besluit tot opheffing ontving de Vereniging "Het Spinozahuis" uit het archief van "Domus Spinozana" de voor haar belangrijke stukken, de rest van het archief werd op 28 juli 1971 onder bepaalde voorwaarden aan de Gemeente 's-Gravenhage geschonken. Deze bepalingen luiden als volgt: "De archivaris verbindt zich dit archief te bewaren in het gemeentelijk archiefgebouw en er geheel dezelfde zorgen aan te besteden als aan de overige daar geborgen archieven. Het archief zal gedurende het leven van de drie bovengenoemde bestuurders niet zonder toestemming mogen worden ingezien door personen die niet ambtelijk aan het gemeentearchief van 's-Gravenhage zijn verbonden".

Kenmerken

Datering:
1926-1977
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de stichting Domus Spinozana
Omvang in m¹:
0,375
Auteur:
A.M.J. de Haan
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Archiefvormer(s):