Aangespoord door oprichtingen van geneeskundig inrichtingen in het buitenland namen de arts J. Brouwer Starck, H. van den Heuvel en C.A. Koetsveld het intiatief tot het oprichten van een inrichting voor minderjarige idioten. Op 2 april keurden B en W het plan voor de voorlopige oprichting van een school goed. De school werd op 14 mei 1855 geopend in het pand Zuidwal wijk U no. 109 (later nr. 96). Als doel werd gesteld: de lichamelijke, verstandelijke en zedelijke vorming in Evangelisch-Christelijke zin van kinderen, die door gebrekkige of verkeerd ontwikkelde geestvermogens voor het gewone onderwijs ongeschikt zijn.
Om de oprichting van het gesticht te kunnen financieren werd in op 3 juni 1856 de 'Vereeniging tot daarstelling van een geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland' opgericht, die 'het stichten en in eigendom verkrijgen van een geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland, verenigd met een dagschool' tot doel had. Zij zorgde voor de financiering, had het beheer en keurde de jaarlijkse rekening goed. In juni 1856 werd het pand Westeinde 2 aangekocht. Het gesticht werd op 4 januari 1858 geopend; de school werd er mede in opgenomen. De benaming werd Geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland. De bestuursleden waren dezelfde als die van de vereniging. De inkomsten werden verkregen door giften en renteloze voorschotten. De gemeente gaf subsidie. In 1885 werd de naam gewijzigd in 'Vereniging tot instandhouding van het geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten te 's-Gravenhage, om in 1914 wederom gewijzigd te worden in Geneeskundig opvoedingsgesticht voor zwakzinnige en achterlijke kinderen. Op 2 januari 1917 werden de panden Prinsegracht 7 en Laan 12/14 betrokken en op 29 juli 1918 vond de verhuizing naar de Morsestraat plaats. Op 1 juli 1920 moest het gesticht sluiten. De vereniging bleef echter voortbestaan; over de opheffing hiervan is niets bekend.

In 1855 stichtten drie particulieren met toestemming van de overheid aan de Zuidwal een dagschool voor zwakzinnigen tot de leeftijd van 25 jaar. Met onderwijs en begeleiding werd de lichamelijke, verstandelijke en zedelijke vorming van de kinderen in evangelisch-christelijke zin beoogd. Tot meerdere rechtzekerheid volgde in 1856 de oprichting van de Vereeniging tot daarstelling van een geneeskundig gesticht voor minderjarige idioten in Nederland.

De archiefvorming van school en vereniging was niet gescheiden. Financiële en huisvestingsproblemen leidden in 1920 tot de sluiting van het gesticht. De vereniging bleef voortbestaan, onder meer om de bezittingen te beheren. Het onvolledige archief werd in 1920 aan de gemeente 's-Gravenhage geschonken. Het resterende gedeelte bevond zich in 1927 nog in het huis van de secretaris van de vereniging.

Deze plaatsingslijst werd vervaardigd vóór 1940 en pas in 1986 uitgetypt.