In zijn vergadering van 12 oktober 1981 besloot de Gemeenteraad de nota 'Bevordering industriële en ambachtelijke werkgelegenheid, in het bijzonder ook door bevordering van innovatie' te aanvaarden als een eerste concretisering van de in het besluit van de nota Sociaal-economisch beleid sub II punt 6 geformuleerde hoofdlijn van het te voeren sociaal-economisch beleid. In dezelfde raadsvergadering stemde de Gemeenteraad in met de oprichting van het Overlegorgaan voor het sociaal-economisch beleid.
In de eerste vergadering van het overlegorgaan - gehouden op 8 december 1981 - kwam aan de orde de notitie betreffende de structuur en de samenstelling van het orgaan. Volgens deze notitie zou het orgaan omvatten 14 leden, aan te wijzen door de F.N.V. (4), C.N.V. (2), Unie B.L.H.P. (1), V.N.O. (3), N.C.W. (2), K.N.O.V. (1) en N.C.O.V. (1). De tussen haakjes geplaatste getallen duiden op het aantal leden per organisatie. Daarnaast zouden het Gewestelijk Arbeidsbureau en de Kamer van Koophandel ieder twee leden kunnen afvaardigen. Het voorzitterschap zou worden bekleed door de wethouder van Economische Zaken, terwijl het secretariaat wordt gevoerd door het hoofd van de afdeling Economische Zaken van de Gemeentesecretarie. Aldus is besloten.