Uw zoekacties: Jacob Marisstichting

1237-01 Jacob Marisstichting ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Begin 1948 hadden de bankdirecteur A. de Bloois en de kunstschilder Jan van Heel het plan opgevat om de werken van Haagse beeldende kunstenaars meer onder de aandacht van het publiek te brengen. Naast de al bestaande stichtingen voor toonkunst en letterkunde, respectievelijk de Jan Campertstichting en de Johan Wagenaarstichting werd door de Gemeenteraad op 12 april 1948 de Jacob Marisstichting opgericht. De naam van deze stichting voor beeldende kunst was een eerbetoon aan Jacob Maris, een van de belangrijkste leden van de Haagse School. Het stichtingsbestuur werd door de wethouder van Onderwijs en Kunstzaken op 20 mei 1948 geïnstalleerd. Volgens de statuten had de stichting tot doel de bevordering van de belangstelling voor het werk van Haagse beeldende kunstenaars en van de beeldende kunst in het algemeen. Deze doelstelling trachtte men te bereiken door het verstrekken van opdrachten; het uitschrijven van prijsvragen; het aankopen van een of meer werken van een Nederlandse, in 's-Gravenhage wonende beeldende kunstenaar. In 1969 werd het bereiken van dit doel uitgebreid met het gevraagd of ongevraagd uitbrengen van advies aan het College van B. en W. Het bestuur bestond uit maximaal zeven leden (later uitgebreid tot 13 leden), waarvan er twee door de gemeenteraad benoemd werden en de overigen door Burgemeester en Wethouders. De leden werden voor twee jaar benoemd en konden herbenoemd worden. Het secretariaat van de stichting werd gevoerd door de afdeling kunstzaken van de gemeentesecretarie, vanaf 1983 de afdeling cultuur.
De belangrijkste wijziging van het doel van de stichting kwam in 1976 tot stand. Behalve voor het werk werd nu ook de bevordering van de belangstelling voor de vakbeoefening in zijn algemeenheid van hedendaagse beeldende kunstenaars tot doel gesteld. In het bijzonder van de beeldende kunstenaars wonend of werkend in de Haagse agglomoratie. Verder werden vernieuwingen op het gebied van de beeldende kunst ondersteund en gestimuleerd.
In de eerste jaren wijdde het bestuur voornamelijk zijn aandacht aan het stimuleren van de Haagse kunstschilders, beeldhouwers, tekenaars en grafische kunstenaars door prijsvragen uit te schrijven. Voor elke prijsvraag benoemde het bestuur een aparte jury. Aan deze prijsvragen waren tentoonstellingen verbonden die voor een select publiek toegankelijk waren. Om de tentoonstellingen voor een groter publiek te brengen, werd samenwerking gezocht met de stichting 'De Haagse Salon', die in 1950 opgericht was voor het houden van tentoonstellingen van Haagse beeldende kunst. Dit leidde ertoe dat in 1953 in de zalen van Pulchri Studio een Haagse salon van schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen en grafische kunst gehouden werd met bekroonde schilderijen en tekeningen van de Jacob Marisstichting. De samenwerking met de stichting 'De Haagse Salon' werd in 1969 beëindigd. De voornaamste andere activiteiten van de Jacob Marisstichting waren de jeugd- of academieprijzen, de eretentoonstellingen, de subsidiëring van tentoonstellingen van Haagse beeldende kunstenaars en het project artoteek of kunstuitleen van beeldende kunstenaars. Eind 1977 werd de artoteek verzelfstandigd.
In 1990 werd de Jacob Marisstichting opgeheven en werden haar taken overgenomen door het Haags Centrum voor Beeldende Kunst.

Kenmerken

Datering:
1948-1990
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Jacob Marisstichting in Den Haag
Omvang in m¹:
1,125
Auteur:
R.A.M. Vernooij (2008)
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Archiefvormer(s):