In 1853 opende Martinus Nijhoff aan de Amsterdamse Veerkade een boekhandel, die zou uitgroeien tot het grote concern Martinus Nijhoff N.V. In 1854 werd een nieuw pand betrokken in de Raamstraat en in 1877 werd de winkel verplaatst naar de Nobelstraat. Martinus Nijhoff was ook oprichter van tijdschriften, zoals het Maandblad tot afschaffing der slavernij en De Nederlandsche Spectator. Hij speelde ook een rol bij de oprichting van het dagblad Het Vaderland. Wouter Nijhoff, zoon van Martinus Nijhoff, kwam in 1891 in de zaak van zijn vader. In oktober 1910 werd het bedrijf verplaatst naar Lange Voorhout 9. Neef Wouter Nijhoff, zoon van Paulus Nijhoff, directeur van Scheltema en Holkema's Boekhandel en Uitgeverij, volgde zijn oom in 1947 in Den Haag op. Hij bouwde de firma verder uit en kocht hiervoor onder meer het aangrenzende pand Lange Voorhout 11. In 1970 trad Martinus Nijhoff NV toe tot de Kluwergroep met dochterondernemingen, maar bleef binnen Kluwer als zelfstandige eenheid werkzaam. De boekhandel en de uitgeverij bleven tot 1984 aan het Lange Voorhout gevestigd.

Het archief werd in 2002 geschonken aan het Haags Gemeentearchief en is openbaar met uitzondering van de nummers 126 en 164. Deze bevatten informatie die raakt aan de persoonlijke levenssfeer van mogelijk nog in leven zijnde personen. Eerst nadat de stukken de ouderdom hebben bereikt van 75 jaar vervalt dit embargo.