De gemeenschappelijke regeling is bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant van 1 augustus 1968, nr. 148 en is op 2 augustus 1968 in werking getreden. De volgende gemeenten namen aan de regeling deel: 's-Gravenhage, Rijswijk (Z-H), Voorburg, Wassenaar, Leidschendam, Zoetermeer en Nootdorp.

Burgemeester en wethouders hebben de gemeenteraad op 19 maart 1968, nr. 153 voorgesteld de gemeenschappelijke regeling aan te gaan en daarin als taak van het lichaam gesteld zich te beraden en te adviseren inzake bestuurlijke samenwerking en de instelling van voor bestuurlijke integratie noodzakelijke instituties, aangelegenheden waarvan redelijkerwijs mag of moet worden aangenomen dat zij voor de intergemeentelijke verhoudingen en ontwikkelingen van wezenlijk belang zijn, voorgenomen of door het lichaam wenselijk of noodzakelijk geachte vormen van samenwerking en aangelegenheden waarover beraad door het lichaam of een of meer deelnemende gemeentelijke bestuursorganen wordt gewenst. De beoogde samenwerking heeft onder meer betrekking op belangen op het gebied van de ruimtelijke ordening, de volkshuisvesting, de industrievestiging, het openbaar vervoer, het verkeer, de gezondheidszorg, het maatschappelijk werk, de sport, de recreatie, de politie en de brandweer, een en ander binnen de agglomeratie en gezien tegen de achtergrond van de ontwikkelingen daarbuiten.

Het lichaam kent een algemeen overlegorgaan en een dagelijks college van overleg. Het algemeen overlegorgaan is bevoegd commissies in te stellen.

Het algemeen overlegorgaan besluit op 15 maart 1973 tot een versterkte intergemeentelijke samenwerking. Dit besluit houdt een advies in aan de samenwerkende gemeenten om een gemeenschappelijke regeling Gewest 's-Gravenhage te treffen ter vervanging van de tot dusverre vigerende regeling. De gemeenteraad van 's-Gravenhage besloot al in zijn vergadering van 29 mei 1972 zich in principe voor versterking van de intergemeentelijke samenwerking uit te spreken. Zo niet de gemeenteraad van Wassenaar die op 16 april 1973 besluit niet aan de nieuwe regeling deel te nemen. De Haagse gemeenteraad besluit het raadsvoorstel d.d. 24 april 1973, nr. 130 van burgemeester en wethouders over te nemen en spreekt zich daarom uit voor het deelnemen aan het gewest. Daarmede kwam per 1 juni 1973 een einde aan het bestaan van het intergemeentelijk overleg. De daarin deelnemende gemeenten minus Wassenaar gaan verder in de nieuwe regeling van het gewest.

Het overgebrachte archief is openbaar.