Uw zoekacties: Nederlands Dans Theater

0705-01 Nederlands Dans Theater ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het Nederlands Danstheater (1959-1999)
Van rebellen tot succes (1959-1965)
Van conflicten tot Kylián (1965-1999)
'De Springplank' en Junioren van het Nederlands Dans Theater worden NDT 2 (1977-1999)
0705-01 Nederlands Dans Theater
Inleiding
Geschiedenis van het Nederlands Danstheater (1959-1999)
'De Springplank' en Junioren van het Nederlands Dans Theater worden NDT 2 (1977-1999)
Organisatie: Haags Gemeentearchief
De problematiek van het aantrekken van nieuwe Nederlandse dansers voor het Nederlands Dans Theater dateerde reeds van vóór 1970. Carel Birnie uitte in 1968 in de pers zijn ongenoegen over de bestaande Nederlandse balletopleidingen. Vanaf dat moment speelde hij met de gedachte om een school te verbinden aan het Nederlands Dans Theater. In maart 1978 verscheen het persbericht dat het Nederlands Dans Theater had besloten het aspirantengezelschap 'De Springplank' op te richten om de kloof tussen de Nederlandse balletopleidingen en de beroepspraktijk te verbeteren. Aan het Groenewegje in Den Haag werden twee studio's ingericht, waar de jonge dansers in twee jaar zouden moeten worden geschoold tot waardige Nederlands Dans Theater (NDT)-dansers. Na vier jaar moest men helaas concluderen, dat 'De Springplank' geen succes was gebleken. Veel te weinig dansers stroomden door naar het gezelschap. Het niveau van de dansers werd als te laag beschouwd.
De directie van het Nederlands Dans Theater besloot voor een nieuwe constructie te kiezen. Er werd een nieuwe aspirantengroep opgericht: De Junioren van Nederlands Dans Theater. De danseres Arlette van Boven, die haar lange danscarrière bij het Nederlands Dans Theater afsloot, was bereid de leiding op zich te nemen, nadat een vergaande integratie van de aspirantengroep met het Nederlands Dans Theater was toegezegd. Dit gebeurde, de balletgroep van jonge dansers werd volledig geïntegreerd in het Nederlands Dans Theater en zou niet langer de studio's aan het Groenewegje gebruiken, maar de Nederlands Dans Theater-studio's aan de Koningstraat 118, waardoor de jonge dansers meer contact kregen met hun collega-dansers en de sfeer proefden van het moedergezelschap. Bovendien zou minimaal eenmaal per seizoen met NDT 1 worden opgetreden. Een andere ingrijpende verandering was het toelatingsbeleid. Niet alleen Nederlandse dansers werden bij de Junioren opgenomen. Het toelaten van buitenlandse dansers bleek noodzakelijk om een voldoende niveau te behalen. Tenslotte werden ook de contacten met het Koninklijk Conservatorium verbeterd.
Met ingang van 1 september 1987 kregen de Junioren een nieuwe naam: Nederlands Dans Theater 2 (NDT 2). Deze naam zou worden gebruikt als de groep zelfstandig optrad in binnen- en buitenland. De naam NDT 2 geeft ook aan dat de groep zeer hecht verbonden is met het gezelschap, maar toch een zelfstandige status heeft. Onder leiding van Arlette van Boven hadden de Junioren zich steeds sterker ontwikkeld tot een uitvoerend gezelschap, dat door vele buitenlandse tournées ook internationale bekendheid had verworven. Ondanks deze ontwikkelingen is de oorspronkelijke opzet van de groep gelijk gebleven: de dansers die allen een professionele opleiding achter de rug hebben, worden gedurende een periode van twee jaar voorbereid op de overstap naar NDT 1. De nieuwe formule bleek succesvol. Regelmatig worden NDT 2-dansers na afsluiting van de opleiding, bij NDT 1 opgenomen. Het aantal Nederlanders dat een redelijke kans van slagen heeft, is evenwel beperkt gebleven.Op 1 september 1990 werd Arlette van Boven adjunct-directeur van het Nederlands Dans Theater. Gerald Tibbs werd de nieuwe leider van NDT 2 en kreeg daarbij assistentie van de NDT-danseressen Sabine Kupferberg en Hedda Twiehaus.
Een nieuw theater aan het Spui (1987)
De oprichting van NDT 3 (1991)
Carel Birnie vertrekt (1991)
Archief en inventarisatie
Openbaarheid

Kenmerken

Datering:
(1948) 1959-1994 (1999)
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Stichting Nederlands Dans Theater
Omvang in m¹:
43
Auteur:
C. Glaudemans, E. Krabbendam en R. Spork (2000)
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar