Uw zoekacties: Oud-archief van de gemeente 's-Gravenhage 1313-1815

0350-01 Oud-archief van de gemeente 's-Gravenhage 1313-1815 ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Lijst van afkortingen
A.R.A. = Algemeen Rijksarchief.
Bibl. of Haagse Bibl. = Bibliotheek betreffende de geschiedenis van Den Haag, zich bevindende in het gemeentearchief.
Catal. Pr. = Catalogus van de Historisch-Topografische prentenverzameling.
gekl. = gekleurd (prenten en plattegronden).
gr. form. = groot formaat (prenten en plattegronden).
Handleiding = Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven door Mr. F. Muller Fzn., J.A. Feith en R. Fruin Th. Azn. (1898)
H.R. = Archief der Heerlijkheid Rijswijk.
kl. form. = klein formaat (prenten en plattegronden).
Lo. = Loket (onderdeel der loketkas), zie Inleiding en Toelichting bij de lijsten van plattegronden en prenten.
N.A. = Nieuw Archief (1816-1851).
O.A. = Oud Archief (1313-1815).
O.I.T.B. = Archief van de secretaris als ontvanger van de impost op het trouwen en begraven (in Gemeentelijk archief depôt).
O.N.C.O. = Archief van de secretaris als ontvanger van het ambtgeld, impost op trouwen en begraven, collateraal en ongefundeerde processen.
Pl. gr. = Lijst van plattegronden.
Pr. = Lijst van prenten.
R.A. = Rechterlijk Archief (1538-1811).
R.R.D. = Rekeningen van de Rekenkamer Domeinen (in A.R.A.).
Soc. Arch. = Sociëteits Archief.
V. II. = Verzameling Varia (nr. II) van het N.A. (1816-1851).
V.R.O.A. = Verslagen van 's Rijks oude archieven.
z. gr. form. = zeer groot formaat (prenten en plattegronden).
Z. = zegel.
Woord vooraf
Bijkans negentig jaren is het geleden, dat - het was in 1868 - een gedrukte inventaris van het oud-archief van 's-Gravenhage het licht zag. Deze was toen samengesteld door J.H. Hingman, commies-chartermeester aan het Rijksarchief te 's-Gravenhage. Dat in het tijdsverloop tussen 1868 en heden de inzichten zijn veranderd, de kennis der archivistiek zich heeft verdiept, behoeft geen betoog. Vele en velerlei oorzaken hebben de totstandkoming van een nieuwe inventaris belemmerd en vertraagd, maar daarom stemt het tot des te groter voldoening dat de ordening en inventarisatie van dit voor de Haagse geschiedenis zo bij uitstek belangrijk archief met de verschijning van deze nieuwe inventaris haar afsluiting vindt. Dat de huidige gemeente-archivaris als jong archief-ambtenaar in de periode 1946/1947 de eerste spade voor dit omvangrijke werk mocht steken, in deze wel vaak omgewoelde, doch slecht gecultiveerde bodem, moge zijn bijzondere persoonlijke belangstelling bij de voltooiing van dit werk verklaren; de eer de ordening, inventarisering en het persklaar maken van de inventaris in de periode 1950/1955 grotendeels te hebben verricht en tot een goed einde te hebben gebracht, komt de heer G. 't Hart, commies aan het Gemeente-archief, toe; terecht draagt deze inventaris dan ook zijn naam op de titelpagina.
Moge met de verschijning van deze inventaris het oud-archief van 's-Gravenhage voor alle onderzoekers en belangstellenden beter en gemakkelijker toegankelijk zijn geworden, zowel door een uitvoeriger, als door een meer systematische beschrijving, dan de verschillende voorlopige inventarissen boden. Moge ook de verbeterde toegankelijkheid tot dit oud-archief mettertijd vruchten afwerpen in de vorm van publicaties, welke meer nog dan tot dusverre de merkwaardige geschiedenis doen kennen van deze stad, die - in formele zin - tot 1811 geen "stad" geweest is, doch niettemin in binnen- en buitenland even befaamd als de grootste steden van Holland.
De gemeentearchivaris H.M. Mensonides, hist. drs.
Inleiding
Algemeen
Overzicht der bestuursorganisatie
Geschiedenis van het archief en zijn ordening
Toelichting op de inventaris
Noten
Inventaris
4.24. Regestenlijst, 1313-1574
0350-01 Oud-archief van de gemeente 's-Gravenhage 1313-1815
4 Inventaris
4.24.
Regestenlijst, 1313-1574
Organisatie: Haags Gemeentearchief
125 Keizer Maximiliaan en Karel, aartshertog van Oostenrijk etc, oorkonden, dat zij ontvangen hebben een supplicatie van de buurlieden en rijkdom van het dorp van den Haghe, dat men, daar hun vroegere privilege door rebelligheid, twisten en andere inconvenienten niet wel onderhouden is, uit de rijksten, bekwaamsten en wijsten van het dorp zou mogen kiezen een college van 32, dat door coöptatie wordt aangevuld en welke 32 jaarlijks op St. Katherinenavond een dubbeltal opmaken, waaruit stadhouder en raden de 7 schepenen kiezen; ten 2e, dat men elk jaar op Oudjaar 2 mannen zou kiezen om dat jaar tresorier te zijn, welke schriftelijk rekening afleggen in handen van burgemeesters of schepenen en 3 of 4 van de vroedschap; ten 3e, dat de burgemeesters of communimeesters op Goede Vrijdag elk jaar in het openbaar 5 waardijns zullen kiezen. Ten 4e, dat schepenen of burgemeesters geen waardijns of tresorier mogen zijn, maar dat, wanneer een waardijn of tresorier tot schepen of burgemeester gekozen wordt, hij zijn jaar mag uit mag dienen. Ten 5e dat baljuw, schout, burgemeesters en schepenen elk jaar 4 weesmeesters zullen kiezen, die minstens eens per week moeten vergaderen. Ten 6e insgelijks, dat schout en schepenen mogen kiezen met advies van de pastoor, kerkmeesters, getijmeesters, heiligegeestmeesters, huiszittenmeesters en ziekenmeesters. Ten 7e, dat niemand tot enig ambt verkiesbaar is, die niet 3 jaar buurman is geweest en met de ingezetenen accijns, bede, schot en andere ongelden betaald heeft. Ten 8e, dat men voortaan geen keuren maken of afschaffen zal dan door schout, burgemeesters, schepenen en de gemene vroedschap, en ook zonder hen geen geld, goed of wedden zal mogen geven, waartegen baljuw, schout en gerecht een tegenrequest hebben ingediend, verlangende, dat hun zou worden toegestaan 10 of 12 personen te kiezen, die zij dagelijks bij zich zouden mogen roepen om over de zaken van Den Haag te beraadslagen. In verband met dit verzoek stellen Maximiliaan en Karel vast,
302 Guillaume, Prins van Oranje, Graaf van Nassau etc. stadhouder-generaal geeft een provisionele instructie voor de burgemeesters van Den Haag, waarbij vastgesteld wordt, dat: 1e : de baljuw, schout, burgemeesters en schepenen zullen nomineren de tresorier, fabryck en exumeesters van Haag, bedienden van de accijnzen en andere inkomsten, de waerdijns, om daaruit geëligeerd te worden door de stadhouder; 2e: baljuw, schout, burgemeesters en schepenen zullen ook de kerkmeesters, heiligegeestmeesters, weesmeesters, getijdemeesters, huiszittenmeesters en leproosmeesters nomineren om daaruit te doen eligeren door de stadhouder; 3e: schout, burgemeesters en schepenen zullen eligeren alle dekens, en hoofdlieden van gilden, cappelmeesters, pesthuismeesters, vinders, broodwegers, waeckers, brandmeesters, emmermakers, boden als bosdragers, keurmeesters, tonsters, yk- en juystmeesters, zakdragers, kruiers en alle andere dienaars van het corpus van Den Haag; 4e: al deze zullen zij rekening, bewijs en reliqua mogen afvorderen van hun administratie; 5e: in presentie van burgemeesters en schepenen zal de officier van de plaats allen die 't aangaat de behoorlijke eed moeten afnemen; 6e: de baljuw, schout, burgemeesters en schepenen zullen met advies van de vroedschap alle keuren en ordonnantiën de politie en het welvaren van Den Haag aangaande, mogen vaststellen; 7e: en 8e: de burgemeesters moeten de processen bijwonen voortvloeiende uit overtredingen van de keuren; 9e: de burgemeesters moeten toezicht houden op inkomsten en uitgaven, op reparatie en andere stadswerken en op de politie en de bedrijven; 10e: zullen de burgemeesters geen bemoeiing hebben met de justitie, met nog enige bepalingen over hun vergaderkamer en hun salaris.