Uw zoekacties: Vereniging tot Instandhouding van de Blindenwerkinrichting

0252-01 Vereniging tot Instandhouding van de Blindenwerkinrichting ( Haags Gemeentearchief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In 1866 opende de Werkinrichting voor Hulpbehoevende Blinden, opgericht door de zusters Aletta Quintine en Johanna Herbertine van der Heim haar deuren. Het doel was om voor blinden het voor hen geschikte werk te vinden en hun hiermee het besef van een waardevolle plaats in de maatschappij te geven. Zij zouden tevens in het onderhoud van hun gezin kunnen voorzien en niet tot bedelarij gedwongen zijn.
In 1873 volgde de formele consolidatie in de vorm van de oprichting van de 'Vereniging tot Instandhouding van de Blindenwerkinrichting te 's-Gravenhage', de Koninklijke goedkeuring van de statuten kwam in 1875. Reeds toen was er sprake van 'jaarlijkse bijdragen, giften ineens, legaten en erflatingen', de voornaamste bronnen van inkomsten van de vereniging. Het Huishoudelijk Reglement van 1884 (zie inv.nr. 9) laat de opvattingen van het toenmalig bestuur ten aanzien van de directeur zien. Hierin staan o.a. de volgende bepalingen: de werkbaas moet een gelovig christen zijn, hij zal het werk dagelijks met een gebed doen beginnen. Elke week zal een leraar of evangelist een korte bijbellezing komen houden, tegen een vergoeding van f 20,- per jaar. Aangezien de inkomsten tot die tijd gelijk gebleven waren, moest het bestuur er omstreeks de eeuwwisseling toe overgaan het aantal blinden niet verder uit te breiden. In 1900 werd de directeur H. van Straten opgevolgd door zijn assistent H.W.M. Bruning. Er brak een tijd van weinig veranderingen aan. Het matten van stoelen was in de tijd de belangrijkste bezigheid, wat het tot het einde toe zou blijven. Enkele grote legaten kwamen de Blindenwerkinrichting ten goede, echter het aantal blinden liep terug van 31 in 1900 tot 19 in 1930. In 1937 overleed H.W.M. Bruning. Hij werd door zijn zoon H.A. Bruning opgevolgd, door wiens grote inzet de schade geleden door de oorlog tot het minimum beperkt kon blijven.
De betere sociale voorzieningen van de overheid en het afnemend aantal blinden door de verbeterde oogheelkunde gingen vanaf de jaren '50 een bedreiging vormen van het voortbestaan van de werkinrichting. In die tijd kwam de gedachte op om naast het doel, het te werk stellen van blinden, het aanwezige kapitaal meer ter beschikking van de ooglijdende mensheid in het algemeen te stellen (zie inv. nr. 2, 1959 november 25, notulen bestuursvergadering). Als mogelijkheid werd gedacht aan een grotere samenwerking met de Stichting Blindenhulp, opgericht in 1899 (tot 1958 de Blindenstichting geheten). Deze stichting had tot doel 'hulp te verlenen aan steunbehoevende blinden, ongeacht gezindte en leeftijd' in de vorm van periodieke uitkering, giften, voorschotten (renteloos of tegen lage rente) en morele steun en raad (zie inv.nr. 88). Sinds 1955 was Jhr. mr. E.N. de Brauw, secretaris van de Vereniging tot Instandhouding van de Blindenwerkinrichting, tevens bestuurslid van de Stichting Blindenhulp. Toen in 1963 de directeur H.A. Bruning overleed werd hij opgevolgd door W.J. Wegenwijs. Hij was de laatste directeur, want in 1972 besloot het bestuur de inrichting te sluiten. Er werkten toen nog slechts drie bejaarde blinden (sinds 1958 werden ook blinden boven de 65 jaar opgenomen) in de werkinrichting. De laatste twee blinden (een van de overgebleven blinden overleed kort na de sluiting) en de directeur kon een jaarlijks pensioen worden uitgekeerd. De vereniging bleef bestaan en het beschikbare kapitaal kwam gedeeltelijk ten goede aan de Stichting Blindenhulp en gedeeltelijk aan incidentele hulpverleningen. Vanaf 1972 was het bestuur van de vereniging in feite hetzelfde als dat van de Stichting Blindenhulp.
Het archief van de vereniging werd op 16 november 1974 door het bestuur aan het Haags Gemeentearchief geschonken. Aanvullingen werden ontvangen op 29 januari 1975 en op 3 januari 1977. Deze laatste was afkomstig van de laatste directeur W.J. Wegenwijs. Aanwezig in het archief zijn behalve de financiële boekhouding ook de correspondentie van het bestuur, waarin o.a. opname van en huipverleningen aan blinden in de werkinrichting ter sprake komt en stukken betreffende schenkingen en legaten (zie inv. nrs. 48-50 en 55 en bijlage). Opgemerkt wordt hierbij dat de dagboeken van voor de oprichting van de vereniging werden ingedeeld bij de financiën van de werkinrichting (zie inv. nrs. 66-67).
Een tiental brieven van directeur H.W.M. Bruning aan de penningmeester Jhr. J.A. Quarles van Ufford te Heemstede, daterende van november 1944 tot juni 1945 met uitvoerige, directe beschrijvingen van de oorlogsomstandigheden in 's-Gravenhage nemen voor de geschiedenis 1940- 1945 een bijzondere plaats in (zie inv. nr. 6). Bij de inventarisatie werden zeven delen aangetroffen waarvan het verband met het archief van de vereniging niet is gebleken. Als zodanig werden de registers van de niet complete boekhouding van een boter- en kaashandel in een apart hoofdstuk in de inventaris opgenomen.
Geraadpleegde literatuur:
Blindenwerkinrichting 's-Gravenhage, 1866-1966 ['s-Gravenhage 1966]

Kenmerken

Datering:
(1866) 1873-1973
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Vereniging tot Instandhouding van de Blindenwerkinrichting te 's-Gravenhage
Omvang in m¹:
1,375
Bewerker:
F.C. Hartman
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar