41 Gequalificeerden van de belasting op het recht van successie te Reiderland, 1809 - 1811 ( Groninger Archieven )
41
Gequalificeerden van de belasting op het recht van successie te Reiderland, 1809 - 1811
Inleiding
Oost-Friesland en Jeverland werden in 1806 door Franse troepen bezet. Bij het verdrag van Fontainebleau van 11 november 1807 stond Frankrijk deze gebieden af aan het Koninkrijk Holland.
Het aan de rechteroever van de Eems gelegen deel werd na de inlijving een afzonderlijk departement, het Departement van de Oostereems geheten. Het werd onderverdeeld in de arrondissementen Aurich, Emden en Jever. Het gebied, dat aan de linkeroever van de Eems was gelegen, Reiderland, werd gevoegd bij het Departement van de Westereems. Het vormde met het Oldambt en Westerwolde het arrondissement Winschoten. Direct na de val van Napoleon werden deze vreemde gebiedsdelen weer van Nederland los gemaakt.
Tijdens het Nederlandse bewind werden in Oost-Friesland en Jeverland onder andere van kracht verklaard:
1. Ordonnantie eener belasting op het regt van successie, alomme in het Bataafsche Gemenebest intevorderen, gearresteerd ... den 4 October 1805;
2. Notificatie van den secretaris van staat voor de finantien der Bataafsche Republiek, gearresteerd den 4 December 1805, behelzende bepalingen ter executie van de ordonnantie der belasting op het regt van successie;
3. Instructie voor de gequalificeerden tot de directie over de invordering van de belasting op het regt van successie, volgens ordonnantie ... gearresteerd den 4den October 1805.
1. Ordonnantie eener belasting op het regt van successie, alomme in het Bataafsche Gemenebest intevorderen, gearresteerd ... den 4 October 1805;
2. Notificatie van den secretaris van staat voor de finantien der Bataafsche Republiek, gearresteerd den 4 December 1805, behelzende bepalingen ter executie van de ordonnantie der belasting op het regt van successie;
3. Instructie voor de gequalificeerden tot de directie over de invordering van de belasting op het regt van successie, volgens ordonnantie ... gearresteerd den 4den October 1805.
Na de invoering van de Franse wetten werden deze ordonnantie en haar ampliatiën met ingang van 1 januari 1812 buiten werking gesteld.
De gequalificeerden tot de directie over de invordering der belasting op het recht van successie waren op grond van de wet van 29 april 1807 rekenplichtig aan de landdrost en zijn assessoren.
Na het vertrek der Fransen werd bij besluit van de Souvereine Vorst 23 december 1813, art. 15 en 16, de ordonnantie van 4 october 1805 wederom ingevoerd. De verantwoordingen moesten sedert dien ter controle worden ingezonden bij de directeur-generaal der indirecte belastingen te 's- Gravenhage. Ook de overeenkomstige stukken uit de voorgaande jaren werden hier bijeen gebracht. Zij verhuisden van het ministerie van Financiën naar het Algemeen Rijksarchief te 's- Gravenhage. In 1947 werden de bescheiden betreffende Oost-Friesland en Jeverland overgedragen aan de Rijksarchivaris in Groningen.
Bescheiden betreffende Aurich, Emden en Jever zijn in 1987 overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief, Tweede afdeling te 's-Gravenhage.
laatste wijziging 14-04-2018
7 beschreven archiefstukken
Literatuur
laatste wijziging 14-04-2018
7 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 14-04-2018
7 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de gequalificeerden tot de directie over de invordering der belasting op het recht van successie te Reiderland (Departement van de Westereems)
Bewerker:
A. Pathuis
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1953. Herzien 2000
Omvang:
0,09 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 14-04-2018
7 beschreven archiefstukken