Uw zoekacties: Instellingen van het gevangeniswezen provincie Groningen, (1...

83 Instellingen van het gevangeniswezen provincie Groningen, (1666) 1670-1961 (1978) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Gestichten
2. Besturende c.q. toezichthoudende colleges
3. Cipiers c.q. directeuren
4. Afzonderlijke instellingen en hun archieven
5. Registers van gedetineerden
83 Instellingen van het gevangeniswezen provincie Groningen, (1666) 1670-1961 (1978)
Inleiding
5.
Registers van gedetineerden
ead-typering:
scopecontent
Organisatie: Groninger Archieven
Omdat ze een belangrijk onderdeel vormen van de in deze inventaris beschreven archieven, volgt hier enige nadere informatie over de registers van gedetineerden. De in 1811 van kracht geworden Franse "Code de l'Instruction Criminelle" (Wetboek van Strafvordering) verplichtte de cipiers in een register de opname en het vertrek van een gedetineerde vast te leggen. Ook moest de lastgeving van gevangenneming of van gijzeling, dan wel het vonnis er in worden aangetekend, evenals het bevel, gewijsde of vonnis op grond waarvan het vertrek plaatsvond *  . De voorlopige instructie voor de Colleges van Regenten van 1814 gaf nadere regels ten aanzien van de registers *  .
De cipiers werden verplicht een tweetal registers bij te houden, één "waaruit de staat der gevangenis" ten allen tijde kon blijken, en één waarin de signalementen van de gedetineerden en de bevelen tot gevangenneming en vrijlating moesten worden aangetekend. Van deze registers kreeg men modellen toegestuurd (zie voor de kolomsindeling ervan bijlage 3). Ook de regenten moesten een register bijhouden, met daarin vermeld de namen der gedetineerden, hun geboorteplaatsen en de tijdstippen van opname en vertrek. Het College van Regenten van een "rasp-, tucht-, spin- of werkhuis" moest er ook in aantekenen de misdaden, de vonnissen, de straffen en mogelijke strafvermindering. Zie voor de kolomsindeling van de door het College van Regenten in de stad Groningen bijgehouden registers (in de andere collegearchieven werden deze registers niet aangetroffen) bijlage 3.
Het is niet duidelijk of er een landelijk model voor de indeling van laatstgenoemde registers is geweest. De instructie voor de Colleges van Regenten van 1822 bepaalde opnieuw dat de kommandanten of cipiers registers van gedetineerden dienden bij te houden *  . Modellen van deze registers zouden landelijk worden vastgesteld. Die vaststelling liet lang op zich wachten. Weliswaar werd in 1825 een viertal model-registers ontworpen, maar van invoering blijkt niets *  .
Men bleef de registers model-1814 gebruiken, soms iets aangepast. Pas in 1839 kwam er een definitief ontwerp van zeven model-registers tot stand. Per 1 oktober van dat jaar moesten de registers volgens deze modellen ingericht worden *  . Nadat er een aantal verbeteringen in was aangebracht, stelde men in 1842 de definitieve modellen vast *  . Zie voor de kolomsindeling van de model-registers bijlage 3. Men onderscheidde de volgende registers:
- Register nr. 1, bestemd voor gedetineerden die opgenomen moesten worden in een Huis van Bewaring.
- Register nr. 2, bestemd voor beklaagden, op te nemen in een Huis van Arrest.
- Register nr. 3, in de eerste plaats bestemd voor beklaagde militairen, op te nemen in een Provoosthuis, verder voor disciplinair gestrafte militairen, op te nemen in een Huis van Arrest en de tot een gevangenisstraf van niet meer dan één jaar veroordeelde militairen, op te nemen in een Huis van Verzekering.
- Register nr. 4, bestemd voor personen tegen wie een arrest van terechtstelling was uitgevaardigd en die opgenomen dienden te worden in een Huis van Justitie.
- Register nr. 5, in de eerste plaats bestemd voor de categorieën gedetineerden die opgenomen dienden te worden in een Strafgevangenis, verder voor de tot een gevangenisstraf van niet meer dan drie maanden veroordeelden, op te nemen in een Huis van Arrest en tenslotte voor burgerlijke gevangenen en door de burgerlijke rechter veroordeelde militairen met straffen van niet meer dan één jaar, op te nemen in een Huis van Verzekering.
- Register nr. 6, bestemd voor gegijzelden wegens schulden, op te nemen in een Huis van Arrest.
- Een niet genummerd register van signalementen, bedoeld voor alle categorieën gedetineerden (in de praktijk kreeg dit register al snel het nummer 1a). Het register van signalementen en de registers van gedetineerden (in de wandeling inschrijvingsregisters genoemd) verwezen naar elkaar. De registers werden voorgedrukt aan de gevangenissen geleverd, met uitzondering van het register nr. 6 (omdat dit op gezegeld papier gehouden moest worden). Het werd wenselijk geacht afzonderlijke registers voor mannen en vrouwen aan te leggen. De registers van signalementen werden na 1859 niet meer geleverd: de signalementen werden voortaan opgenomen in de registers van gedetineerden *  .
De reorganisatie van het gevangeniswezen in 1886 maakte een nieuwe vormgeving van de registers van gedetineerden noodzakelijk. Per 1 januari 1888 werden de nieuwe registers ingevoerd *  . Men onderscheidde een viertal modellen (zie voor de kolomsindeling bijlage 3):
- Register "model A", bestemd voor de bevolking in Strafgevangenissen en Rijkswerkinrichtingen;
- Register "model B", voor de bevolking in Huizen van Bewaring (met uitzondering van de voorlopig aangehoudenen);
- Register "model C", voor de voorlopig aangehoudenen in de Huizen van Bewaring;
- Register "model D", voor de gegijzelden wegens schulden in de Huizen van Bewaring
In elk geval tot de jaren zeventig van deze eeuw zijn deze registers in gebruik gebleven.
6. Verantwoording van de inventarisatie en van de eindredactie
7. Aanwijzingen voor het gebruik
Bijlagen
Literatuur
Kolomsindeling van de registers van gedetineerden
Illustraties

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen
Bewerker:
J.J.J. Beek, J. Folkerts en H. de Raad (eindredactie)
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1988
Laatste uitvoer:
13-04-2021
Omvang:
2 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Deze toegang bevat de inleiding, bijlagen en het algemene aanhangsel van: J.J.J. Beek, J. Folkerts, H. de Raad (eindred.), Inventaris van de archieven van de instellingen van het gevangeniswezen in de provincie Groningen (1666) 1670-1961 (1978); Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 4 (Groningen, 1988). Voor de geschiedenis van de afzonderlijke instellingen van het gevangeniswezen zie de inleidingen op de toegangsnrs. 2001-2031.
In 2013 is inv.nr. 146 toegevoegd