Uw zoekacties: Commissie veenbrand, 1833 - 1835

803 Commissie veenbrand, 1833 - 1835 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In de loop van de namiddag van 11 juni 1833 werd de provincie Groningen getroffen door een hevig onweer, gevolgd door een lang aanhoudende storm. Hierdoor werd het nog nasmeulende vuur in verschillende veengebieden van de provincie, waar men dankzij het droge voorjaarsweer als vroeg met het afbranden van de bovenste veenlagen begonnen was om vervolgens in de aslaag boekweit te kunnen verbouwen, plotseling aangewakkerd, hetgeen tot een catastrofale veenbrand leidde.
Niet alleen het veen zelf, door de langdurige droogte lichter ontvlambaar geworden, maar ook de vele stapels nog onverkochte turf die door de lage prijzen van het afgelopen jaar op de velden waren blijven liggen leverden extra brandstof op voor het snel om zich heen grijpende vuur. In 24 uur tijds was "eene uitgestrektheid lands van ruim vijf uren" onder de gemeenten Leek, Stadskanaal en Wildervank in lichter laaie komen te staan; zelfs in de turfsloten en vaarten waren de voor het vuur vluchtende bewoners niet altijd veilig voor de vlammen, terwijl ook een aantal turfschepen met lading en al in rook opging.
Direct na de ramp werden plaatselijke steuncommissies opgericht, die poogden de eerste nood wat te lenigen. Op zondag 16 juni 1833 riep de Gouverneur des Konings, W.F.L. Baron Rengers, een aantal personen ten provinciehuize bijeen, met het doel de hulpverlening op provinciaal niveau te coördineren. Onder voorzitterchap van de Gouverneur zelf bestond deze commissie uit de heren W.J. Meurs Wichers, secretaris, A. van Panhuys, penningmeester, G. van Calcar jr., G. Cremers, S. Gockinga, C.H. van Herwerden C.Hzn. en H. de Ranitz. Later zouden nog als lid van de commissie toetreden de heren J. Auwen jr., G.W.H. baron van Imhoff en L.B. Lohman.
Blijkens de notulen *  zou de commissie zich bezig houden met "de inzameling van liefdegaven" voor de slachtoffers van de veenbrand, en meer in het bijzonder ten behoeve van de volgende doeleinden:
- wederopbouw van afgebrande woningen, die niet door de eigenaar bekostigd kon worden;
- aanschaf van "veengereedschappen";
- verlening van toelagen aan de "desbehoorende Verveeners, om den arbeid op hunne Veenen dadelijk weer te kunnen doen hervatten, op dat daardoor de lediggang van zoo veel arbeiders ophoudde".
Direct bij haar optreden al richtte de commissie zich met een oproep in alle Groninger bladen tot de ingezetenen van de provincie, met het verzoek te willen bijdragen aan het op te richten steunfonds voor de slachtoffers van de brand. Hierop kwamen zowel van binnen als van buiten de provincie, in het bijzonder uit Zuid-Holland, grote bedragen bijeen. In laatstgenoemde provincie werden de inzamelingen gecoördineerd door de Rotterdamse zakenman N.M. Vink, die vele bekenden en relaties in de Veenkoloniën had.
Inmiddels liet de commissie zich in de rampgebieden bijstaan door twee subcommissies, respectievelijk gevestigd te Leek en te Stadskanaal (later schijnt deze commissie te zijn verplaatst naar Nieuwe Pekela *  ).
De subcommissie te Leek was ontstaan uit een plaatselijk initiatief van de burgerij en bestond uit de heren: J. Meyer, voorzitter, A.G. Metzlar, secretaris, K.A. Doorbosch, J.J. Deelstra, B. Louwes, C. Reijntjes, A.S. Leuringh en A. Bonthuis.
In de tweede subcommissie, gevormd op aandringen van de algemene commissie te Groningen, namen zitting de heren ds. J.S. Swaagman, voorzitter, H. van der Borgh, secretaris, A. Knoppien, B. Uniken, en G. Borgesius.
Beide subcommissies en de commissie te Groningen begonnen reeds vrij spoedig met de uitdeling van kleding, huisraad en levensmiddelen onder de direct getroffen bevolking. In een later stadium ging de "hoofd-"commissie ook over tot de besteding van gelden aan de andere hiervoor vermelde doelstellingen. Zo werden, behalve gelden voor de wederopbouw van huizen, ook giften en credieten ter beschikkiung gesteld aan turfschippers, die hun vaartuigen bij de brand verloren hadden zien gaan.
Ten aanzien van het verstrekken van toelagen aan verveners, met het oog op spoedige hervatting van de verveningswerkzaamheden, boekte men minder succes. De werkloosheid onder de veenarbeiders werd daarom intussen bestreden met een soort programma van "aanvullende werkgelegenheid".
In 1835, aan het einde gekomen van haar werkzaamheden, gaf de commissie een gedrukt verslag uit, in welke brochure tevens rekening en verantwoording van het door haar gevoerde financiële beleid werd opgenomen *  .
Het archief van de commissie werd bij de provinciale griffie gedeponeerd en in 1957 overgebracht naar het Rijksarchief in de provincie Groningen.
De inventaris van dit geponeerd archief (E1) werd in 1991 bijgewerkt.
Literatuur

G.M. Reintjes, 'De grote Veenbrand van 1833'. Groningen (1916) 88-92.
J. Sijbolts, Geschiedenis van Vredewold. Z.p., z.j. Hoofdstuk II.f.
Inventaris

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de commissie ter verzorging van de door de veenbrand op 11 en 12 juni ongelukkig geworden ingezetenen van de provincie Groningen
Bewerker:
G.R. Bosscha Erdbrink
Behoort tot collectie:
Provincie Groningen
Laatste Publicatie:
1991
Laatste uitvoer:
08-04-2021
Omvang:
0,75 m standaardarchiefberging