In 1936 namen de historische disputen van de universiteiten te Leiden en Utrecht het initatief tot oprichting van een landelijke organisatie van verenigingen van studenten in de Geschiedenis in Nederland (O.V.S.G.N.). Deze plannen werden ontvangen door de Groningse Literarische Faculteitsverening. De faculteitsverening besloot om in Groningen ook een historisch dispuut op te richten. Op 24 november werd het dispuut opgericht onder de naam : "Ubbo Emmius". De zinspreuk van het dispuut luidt: "hoc est vivere bis vita priore posse frui" Het was een kamerdispuut van studenten in de geschiedenis te Groningen. Het doel van het dispuut is het kontakt tussen de studenten onderling te bevorderen en hun belangen te behartigen. Zij houdt daartoe in elk verenigingsjaar minimaal één algemene ledenvergadering. Het verenigingsjaar loopt van 1 oktober tot 30 september.

In het begin van het verenigingsjaar is er een kennismakingweekend. De praesides van de disputen stellen het bestuur van elke bijeenkomst op de hoogte. Verder worden er lezingen en excursies van historisch aard georganiseerd. De lustrumjaren worden met extra aktiviteiten gevierd. Het bestuur heeft voor haar leden ook de taak om het kontakt tussen hoogleraren en wetenschappelijke staf te bevorderen. In 1958 werd het mogelijk om in Groningen een dagstudie M.O.-geschiedenis te volgen. Die nieuwe studenten werden niet toegelaten tot de kamerbijeenkomsten van het dispuut. Wel werden er gecombineerde vergaderingen georganiseerd waar M.O.-studenten en academie-studenten toegang hadden. In 1960 besloten de M.O.-studenten zelf ook een kamerdispuut te vormen. Dit dispuut werd "Mubbo" genoemd. Het dispuut van de academie-studenten werd nu aangeduid met "Clubbo". Deze situatie heeft slecht één jaar bestaan. Met ingang van het het academisch jaar 1961-1962 werden beide disputen samengevoegd onder de oude naam Groninger Historisch Dispuut UBBO EMMIUS. Om het sterk toegenomen leden aantal leden te kunnen opvangen, werden er een aantal kleine disputen opgericht, waarvoor belangstellende "Ubbo Emmius"-leden zich konden opgeven, terwijl de vereniging daarnaast nog een aantal lezingen, excursies etc. voor alle leden organiseerde.