Uw zoekacties: Termunterzijlvest, 1600 - 1899

722 Termunterzijlvest, 1600 - 1899 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Afb. 1 Kaart, waarop de ligging van het waterschap
Erfgoedstuk
Geschiedenis van de archiefvormer
722 Termunterzijlvest, 1600 - 1899
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Groninger Archieven
Op 21 november 1600 sloten de kerspelen in het Oldambt een overeenkomst over verbetering van de afwatering. Er zou een nieuw afwateringskanaal, het Termunterzijldiep, worden gegraven en er werd besloten tot de bouw van een nieuwe uitwateringssluis, de Termunterzijl. Dit verdrag werd later door het Termunterzijlvest zelf beschouwd als haar oprichtingsakte *  . De hedendaagse literatuur beschouwt daarentegen het vaststellen van de "Nieuwe sijlbrief van Munterzijl" op 25 november 1601 als het beginpunt van het Termunterzijlvest. Het woord nieuwe, van "Nieuwe sijlbrief", impliceert dat er ook een oude zijlbrief is geweest. Welke overeenkomst hiermee bedoeld is, is niet bekend. Sinds de eerste vermelding van een sluis bij Termunten in 1391 *  , zijn er meerdere overeenkomsten op waterstaatkundig gebied met betrekking tot het Oldambt gesloten.
Het Termunterzijlvest bestond aanvankelijk uit de kerspelen Noord- en Zuidbroek, Meeden, Westerlee, Eexta, Scheemda, Midwolda, Oostwold, Woldendorp en Groot en Klein Termunten. In de loop der tijd heeft het zich uitgebreid door inpoldering en het aansluiten van nieuwe gebieden, tot het zich nagenoeg uitstrekte over het hele Oldambt. Nadat de Dollard in de 14e eeuw door de zee werd overstroomd, heeft men door inpoldering stukje bij beetje land herveroverd. Aan de westkant van de Dollard vond de eerste landaanwinning plaats in het jaar 1597, toen de Scheemder en Eexter hamrikken werden ingepolderd.
Het bedijken van dit gebied werd spoedig gevolgd door verbetering van de afwatering van het achtergelegen land, dat gepaard ging met oprichting van het Termunterzijl. Later, in 1626, volgde de inpoldering van het Oudland, in 1665 het Oud-Nieuwland en in 1701 het Nieuwland *  . Al deze gebieden werden opgenomen in het Termunterzijlvest. Het grondgebied van het Termunterzijlvest is voor het eerst gedetailleerd beschreven in de gedrukte concept-reglementen van 4 april 1854 en 21 maart 1855 *  .
De bestuurlijke indeling is te vinden in de nieuwe zijlbrief van 1601, de aanvullingen daarop en de latere reglementen *  .
Ingevolge de nieuwe zijlbrief moest ieder kerspel op Petri ad Cathedram, dat is 22 februari, een zijlvest hebben aangesteld *  . Bovendien moesten er drie scheppers worden aangesteld, één uit de kerspelen Noordbroek, Zuidbroek, Meeden en Wester- en Heiligerlee; één uit de kerspelen Midwolda, Oostwold, Eexta en Scheemda; en één uit de kerspelen van het Klei-Oldambt. De drost van de beide Oldambten werd benoemd als overste schepper.
De scheppers en zijlvesten werden bijgestaan door een schrijver, een ontvanger en een advocaat of fiscaal. Na 1697 werden deze drie functies door één en dezelfde persoon uitgeoefend. Verder was er een waarman of sluiswachter voor het beheer van de Termunterzijl en één of meer boden. De zijlvesten en scheppers werden aangesteld voor de tijd van twee jaar. Na verloop van die twee jaar werden er door de kerspellieden nieuwe scheppers en zijlvesten gekozen, waarbij de aftredende direct herkiesbaar waren. Om gekozen te worden, moest men voldoende land bezitten om als onderpand te dienen voor het innen van zijlschot. Iedere zijlvest was namelijk in zijn eigen ressort belast met het innen van schot. Hij droeg het zijlschot af aan de scheppers, waarna deze zorgden voor betaling van het aanbestede werk, waarvoor het zijlschot was uitgeschreven.
In de zijlbrief van 1601 staat niet omschreven door wie het zijlschot werd uitgeschreven. Dat blijkt uit de Ordonnantie van Burgemeesters en Raad van Groningen van 25 november 1669, die bedoeld is tegen de "exessive uytschrijvinge" van zijlschot en alle "exorbitantie". Het blijkt dat de scheppers en zijlvesten tot dan toe op eigen houtje zijlschot konden uitschrijven. Dat er misbruik van die vrijheden werd gemaakt, blijkt uit de bepaling dat er voortaan niet meer zijlschot mocht worden uitgeschreven, dan voor het onderhoud van zijlen, diepen en maren nodig was. Uitschrijving van zijlschot zou voortaan worden gedaan door het college van scheppers en zijlvesten.
De schrijver van het Termunterzijlvest zou het innen van zijlschot bijhouden in een apart register en dit register zou jaarlijks door gecommitteerden van Burgemeesters en Raad worden gecontroleerd. De zijlvesten moesten voortaan van de preekstoel bekend maken dat er zijlschot zou worden geheven, hoe hoog de omslag zou zijn en waarvoor deze diende. De verordeningen van 1669 hadden niet het gewenste resultaat. Burgemeesters en Raad van Groningen constateerden in hun ordonnantie op het zijlvest van Termunterzijl van 20 en 21 mei 1697 dat er nog steeds sprake was van "verscheydene en groote abusen": ernstig misbruik door de zijlvesten en scheppers van de bevoorrechte positie. Met name op het gebied van het innen van zijlschot, want de bepalingen van 1669 worden in 1697 woordelijk herhaald.
Ingevolge de ordonnantie van 25 november 1669 moest het Termunterzijlvest jaarlijks rekening en verantwoording doen aan gecommitteerden van Burgemeesters en Raad van Groningen. De rekening moest drie weken voor de eerste mei worden ingediend en de zondag vóór het afhoren van de preekstoel in de verschillende kerspelen worden voorgelezen. De ampliatie van 1708, ter voorkoming van misbruik bij het uitbesteden van reparaties, schreef voor dat de secretaris van het Termunterzijlvest de bestekken in een daartoe aan te leggen register moest registreren. De ampliatie bepaalde tevens dat de ontvanger van het zijlvest een "repertorium of index" moest maken van alle "sijlvester acten en resolutien" sinds 1670. Hij moest die index bij zich hebben op de waardag en daaruit afschriften verstrekken aan iedereen die daarom vroeg. De scheppers en zijlvesten hielden jaarlijks twee waardagen. De eerste keer op 30 april en de tweede keer op 14 september. De waardag moest worden gehouden bij de Termunterzijl of in het huis van de zijlwaarder.
Het Termunterzijlvest werd opgeheven in 1863 en het grondgebied, samen met een deel van het Oterdumerzijlvest, opgenomen in het toen opgerichte waterschap Oldambt *  . Het archief werd overgedragen aan het hoofdbestuur van het waterschap Oldambt.
Verwerving van het archief
Aanwijzingen voor het gebruik
Geraadpleegde literatuur

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Termunterzijlvest
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1993
Omvang:
5,85 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 18 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).
Archiefvormer(s):