706 Schuttengericht van Appingedam, 1755 - 1872 ( Groninger Archieven )
706
Schuttengericht van Appingedam, 1755 - 1872
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
706 Schuttengericht van Appingedam, 1755 - 1872
Inleiding
Geschiedenis van de archiefvormer
Als er gesproken wordt over het schuttengericht * van Appingedam, dan moet er onderscheid worden gemaakt tussen het schuttengericht, als college van stadsbestuurders * , en de opvolger daarvan, het schuttengericht als waterschap. De onderhavige inventaris betreft het 19e-eeuwse waterschap.
Het Damsterhamrik, dat is een deel van het bij Appingedam gelegen platteland, ressorteerde onder de schepperij Zuidzijde van Appingedam en zou dus moeten behoren tot het Dorpsterzijlvest. Het Damsterhamrik leidde echter een zelfstandig bestaan. Het betaalde schot aan het schuttengericht van Appingedam en was samen met het Woldzijlvest en het zijlvest van Olinge belast met het onderhoud van een aantal waterstaatswerken.
Om de organisatie en de taken van het schuttengericht als waterschap te leren kennen is het nodig om eerst te kijken naar de oude situatie. Over het ontstaan van het schuttengericht is weinig bekend. In de 16e eeuw zou het in verval zijn geraakt en in 1548 opnieuw opgericht * . Sinds de 17e eeuw maakten de schutten, samen met burgemeesters (ook wel buurrechters genoemd), bouwmeesters, kerkvoogden, armenvoogden en kluftmeesters, deel uit van het stadsbestuur, het zogenaamde eedgenootschap. Zij hadden meer taken dan alleen waterstaatkundige. Zij waren belast met de schouw in de stad en het Damsterhamrik.
Hieven schot in het hamrik. Hielden toezicht op de Damsterhamrikdijken te Wagenborgen, maar waren ook verantwoordelijk voor het schutten van vee, hielden toezicht op het bakken van brood, en controleerden maten en gewichten en sinds 1743 behoorde ook de regeling van de verkoop van turf tot hun bevoegdheden. De akte van 1548, waarbij het schuttengericht nieuw leven werd ingeblazen, werd hernieuwd in 1668 en dient als grondslag voor het reglement van 1755. Dit reglement noemt behalve de schouw, het innen van schot als taak van de twee schuttenrechters. In 1534 * sluiten de stad Appingedam en het Woldzijlvest een contract over het onderhoud van Heer Bowtenzijl en Crabbentil, dat voor 1/9 ten laste van de stad, voor 2/9 ten laste van Olinge en voor 2/3 ten laste van het Woldzijlvest zou komen. Voor het onderhoud hiervan werd schot geheven over de 659 3/4 grazen land in het Damsterhamrik.
Na de vorming van de gemeente Appingedam in de Franse tijd leeft het schuttengericht verder als waterschapje. Van de oorspronkelijk ruimere bevoegdheden zijn dan alleen die op het gebied van de waterstaat overgebleven. Het schuttengericht verliest zijn bestaansgrond als op 1 december 1869 Provinciale Staten besluiten tot oprichting van het waterschap Fivelingo en het gebied rond Appingedam daarin wordt opgenomen * .
laatste wijziging 14-04-2018
6 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 14-04-2018
6 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Schuttengericht van Appingedam
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1993
Omvang:
0,13 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
In druk verschenen als inventaris 2 in 1994 in A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten. Groningen 1994. Publikaties van het Rijksarchief in Groningen 11. In deze publikatie ook de algemene inleiding en de inventarissen van de archieven van het Waterschap Hunsingo. Eerder zijn deze inventarissen gepubliceerd in J.A. Feith, Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten in de provincie Groningen (Groningen/Den Haag 1901).
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
6 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand