691 Stichting Noordelijke Economisch-Technologische Organisatie, 1934 - 1990 ( Groninger Archieven )
691
Stichting Noordelijke Economisch-Technologische Organisatie, 1934 - 1990
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
691 Stichting Noordelijke Economisch-Technologische Organisatie, 1934 - 1990
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
In het depot op het Rijksarchief werd een conglomeraat van archieven aangetroffen. Niet alleen waren er de archieven van de NETO en het ETIG maar ook de archieven van een aantal instellingen waarvoor de NETO of het ETIG het secretariaat verzorgde.
Andere archiefvormers die werden aangetroffen zijn de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt voor de provincie Groningen (RRA) en de Federatie van Noordelijke Economische Instituten (FNEI) in Groningen.
Mijn eerste werkzaamheid was dan ook het afscheiden van de archiefbescheiden die niet tot het archief van de NETO behoorden.
Voor het archief van de NETO is besloten tot een hoofdindeling stukken van algemene aard en stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen.
De stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen zijn verdeeld in verschillende rubrieken waarin de tweedeling organisatie en taken is weerspiegeld.
Binnen de rubrieken is, op enige uitzonderingen na, steeds gekozen voor een chronologische volgorde van de stukken.
De ruggegraat van het archief wordt gevormd door de reeks onderzoeksrapporten. In de loop van haar bestaan heeft de NETO talloze onderzoeken verricht die in bijna 442 onderzoeksrapporten werden vastgelegd. Vaak werd er voor onderzoek samengewerkt met een grote verscheidenheid van diensten, instellingen en organisaties van overheid en bedrijfsleven, bijvoorbeeld de Rijksuniversiteit Groningen of het Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland (ETIF).
In overleg met de mentor is ervoor gekozen om de onderzoeksrapporten afzonderlijk te beschrijven en de chronologische ordening op jaar van aanmaak te handhaven. In een aantal gevallen zijn de onderzoeksrapporten samengevoegd of zijn er verwijzingen gemaakt. De oude nummers van de rapporten zijn in een concordans toegevoegd, omdat er toegangen op deze nummers zijn (zie inv.nr. 624). In een beschrijving is men gewoon altijd aan te geven welke uiterlijke vorm een archiefstuk heeft. Er is voor gekozen om geen uiterlijke vorm te vermelden bij de inv.nrs. 113-491 aangezien deze steeds één stuk is of -in enkele gevallen- een aantal stukken.
Bij de inventarisatie zijn een aantal stukken samengevoegd in één verpakking, één omslag. Als datering is gekozen de datum van het jaar van aanmaak.
De lezingen van algemene aard zijn uit de reeks onderzoeksrapporten gehaald en geplaatst onder de stukken van algemene aard.
De 'collectie' stukken van prof.dr. D. van Os als lid van de commissie ter voorbereiding van de oprichting van de NETO is beschouwd als ingekomen stukken bij de NETO en per stuk beschreven. Hiertoe is besloten vanwege het belang van de stukken over de voorgeschiedenis van de NETO. In de inventaris zijn de stukken geplaatst onder de inv.nrs. 74-88.
De tekeningen en kaarten door NETO en ETIG vervaardigd ten behoeve van de rapporten en dergelijke zijn opgenomen bij de topografisch-historische atlas van het Rijksarchief in Groningen. De lijst met beschrijvingen van de kaarten en tekeningen is in bewerking.
De inventaris gemaakt door mevrouw R. Jonker en de dossier-inventaris werden samengevoegd.
laatste wijziging 12-04-2018
633 beschreven archiefstukken
Bijlagen
laatste wijziging 12-04-2018
633 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 12-04-2018
633 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Stichting Noordelijke Economisch-Technologische Organisatie, in 1971 voortgezet als Stichting Economisch Technologisch Instituut Groningen
Bewerker:
R. Jonker en S. Koorn
Behoort tot collectie:
Provincie Groningen
Laatste Publicatie:
1997
Omvang:
7,25 m standaardarchiefberging
Raadpleging:
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 12-04-2018
633 beschreven archiefstukken