Uw zoekacties: Dienst der Genie (1): Overzicht, 1672 - 1941

59 Dienst der Genie (1): Overzicht, 1672 - 1941 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Nieuwe toegangen
2 Voorwoord: omschrijving van de inhoud
3 Historie
59 Dienst der Genie (1): Overzicht, 1672 - 1941
Inleiding
3
Historie
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
Zolang een leger zich in de garnizoenen bevindt heeft het behoefte aan onderdak, oefenterreinen, kantoren etc. Om in geval van oorlog de verdediging te kunnen voeren moeten al in vredestijd versterkingen gebouwd worden. Deze twee zaken, infrastructuur en verdedigingswerken, waren de verantwoordelijkheid van de dienst der genie, ook wel de staf der genie genoemd. Deze dienst der genie vormde samen met de mineurs en sappeurs, die de belegering van vestingen uitvoerden, het wapen der genie. Van oudsher waren bij de dienst der genie ingenieurs in dienst, burgers die als militair beschouwd werden.
In 1688 werd Frangois du Ruy, heer van Chambon benoemd tot inspecteur-generaal der fortificatiën. Onder zijn bewind werden deze ingenieurs in een korps verenigd. De derde inspecteur-gen-eraal, Menno baron van Coehoorn, één van de grote werktuigbouwkundigen in de Nederlanden, voerde een rangenstelsel in voor de ingenieurs. Er kwamen drie klassen ingenieurs en directeuren, die in 1710 in twee klassen verdeeld werden. In 1713, aan het einde van de Spaanse successieoorlog, werden in alle vestingen ingenieurs gelegerd. Zij werden belast met het onderhoud, de aanleg en de inspectie van vestingwerken. In grote vestingen, waar meerdere ingenieurs geplaatst werden, werd de oudste in rang, "eerstaanwezend" ingenieur.
In de 19e eeuw werden uit het personeel van het regiment mineurs en sappeurs opzichters van fortificatiën benoemd.
Deze hadden onder het toezicht van een eerstaanwezend ingenieur dezelfde taak als de ingenieurs. Voor forten die in vredestijd niet bezet waren werden wachters aangetrokken meestal gepensioneerde onderofficieren. Was in dit fort ook geschut aanwezig, dan fungeerde de wachten tevens als conducteur der artillerie.
Het hoogste gezag in de genie lag bij wat tegenwoordig de directie gebouwen, werken en terreinen heet. Deze directie is ontstaan uit de dienst der fortificatiën welke in 1688 is opgericht. In 1740 werd het omgedoopt tot korps ingenieurs, in 1806 tot korps der genie. In 1807 werd het opgenomen in het koninklijk korps der artillerie en genie en in 1810, na de Franse inlijving, opgeheven.
Op 12 maart 1817 werd het heropgericht als korps ingenieurs, waarbij in 1822 ook de mineurs en sappeurs werden opgenomen.
In 1881 werd dit omgedoopt tot de staf der genie, die in juli 1940 werd opgeheven. De directie over de geniewerken berustte van 1714 tot 1737 bij het departement van Arnhem. Dit departement werd in 1737 gesplitst in twee nieuwe, namelijk dat van Nederrijn en IJssel en dat van Wedde en Westwoldingerland. Dit laatste had zijn zetel in Groningen.
In 1790 werd dit departement verplaatst naar Coevorden, om in 1792 weer terug te gaan naar zijn oude standplaats.
In 1806 werd de naam gewijzigd in departement van Westwoldingerland en Eems. In 1810 werd het departement opgeheven en opgenomen in de Franse militaire organisatie als sous- direction Groningen. Onder deze onder-directie, vielen drie genie-officieren, te Delfzijl, Coevorden en Groningen zelf.
Na het herstel van de onafhankelijkheid kwam de directie te liggen bij de 2e of Oostelijke directie van fortificatiën, met als standplaats achtereenvolgens Zwolle, Zutphen, Deventer en Nijmegen.
Op 1 september 1849 werd een organisatiewijziging ingevoerd, die in de loop van 1850 effectief werd. De 2e directie werd opgenomen in de nieuwe le inspectie van fortificatiën te Utrecht.
In 1867 had de volgende reorganisatie plaats. Nederland werd verdeeld in 11 geniestellingen. De provincie Groningen viel onder de 7e geniestelling (die gevestigd was in de stad Groningen), waarvan de commandant tevens eerstaanwezend ingenieur Groningen was. Al na 8 jaar werd deze organisatie veranderd en vielen de groninger genie-diensten onder het 8e geniecommandement in Zutphen, dat in 1878 van naam veranderde. Het werd de 4e verdedigingsstelling, gevestigd te Zwolle.
In 1883 werd het verplaatst naar Arnhem waar het als 4e geniecommandement voortgezet werd.
In 1912 werd bij weer een nieuwe reorganisatie de directie in handen gelegd van het le geniecommandement te Utrecht. Dit werd in 1923 opgeheven. De directie over Groningen kwam in handen van het 3e geniecommandement te Breda, dat vernummerde tot 1e geniecommandement. Dit werd op 15 juli 1940 ontbonden.
Het eerstaanwezendschap Groningen dateert van 1713. Op 19 mei van dat jaar werd het eerstaanwezendschap Wedde en Westwoldingerland opgericht. Bij de oprichting van het gelijknamige departement werd de naam van het eerstaanwezendschap gewijzigd in eerstaanwezendschap Groningen. Bij de opname van het koninkrijk Holland in het Franse keizerrijk werd dit eerstaanwezendschap opgeheven en opgenomen in de Franse genieorganisatie. In 1814 werd het eerstaanwezendschap weer opgericht. Van 1867 tot 1875 was de eerstaanwezend ingenieur der genie tevens commandant in het 8e geniecommandement. Het bestond tot 1877, toen het werd opgeheven en verenigd met Zwolle.
De dienst der genie werd voortgezet door een opzichter van fortificatiën. Het eerstaanwezendschap Delfzijl werd in 1795 opgericht en bestond tot 1810. Van 1810 tot 1814 maakte het deel uit van de Franse genie organisatie om in 1814 weer als eerstaanwezendschap Delfzijl opgericht te worden. Vanaf 1817 werd de dienst te Delfzijl waargenomen door de eerstaanwezend ingenieur te Groningen. In 1827 werd weer een eerstaanwezend ingenieur voor Delfzijl benoemd. Tot 1849 was Delfzijl een zelfstandige vestiging, waarna de dienst weer werd overgenomen door de eerstaanwezend ingenieur te Groningen. In 1867 werd het weer opgeheven en regelde de eerstaanwezend ingenieur Groningen de dienst.
Het eerstaanwezendschap Langakkerschans werd in 1790 opgericht en in 1810 weer opgeheven.
In 1814 werd een eerstaantwezend ingenieur benoemd voor de forten in Westwoldingerland (Bourtange en Langakkerschans). Vanaf 1817 werd deze functie bekleed door de eerstaanwezend ingenieur te Delfzijl, vanaf 1620 door die te Groningen. In 1848 werd het eerstaanwezendschap Langakkerschans hersteld.
Twee jaar was er een eerstaanwezend ingenieur wiens dienst werd overgenomen door een opzichter als waarnemend eerstaanwezend ingenieur. Later (er is niet precies vast te stellen wanneer) ressorteerde deze opzichter onder de eerstaanwezend ingenieur te Groningen. In 1870 werd de dienst opgeheven.
Het eerstaanwezendschap Bourtange werd in 1713 opgericht als eerstaanwezendschap Lieroord. In 1737 werd het verplaatst naar Bourtange en in 1810 opgeheven, waarna het deel ging uitmaken van de Franse genie-organisatie.
In 1810 werd het Koninkrijk Holland ingelijfd bij Frankrijk en werden de legers van beiden landen samengevoegd. Ook de bestaande Directiën der Artillerie en Genie *  werden opgenomen in de Franse legerorganisatie. De officieren der genie maakten voortaan deel uit van het Franse Corps Imperiale du Genie *  .
In mei 1810 namen de Franse troepen het gedeelte van het Rijk gelegen beneden de Maas in bezit. Dit had tot gevolg dat de Districten Den Bosch en Breda (Directie van de Waal en Maas) bij Frankrijk werden ingelijfd, terwijl de overige districten nog tot medio december 1810 onder Hollands bestuur zijn gebleven *  . Het ten Noorden van de Maas gelegen gedeelte van Holland werd in december 1810 ingelijfd bij Frankrijk. De bestaande directies werden opgeheven en er werden twee nieuwe directies, bestaande uit een aantal sous-directies, gevormd, te weten:
- de directie van fortificatiën Amsterdam (standplaats Amsterdam), bestaande uit de sous-directies Amsterdam, Den Helder en Zutphen;
- de directie van fortificatiën Groningen (standplaats Groningen), bestaande uit de sous- directies Groningen, Bourtange en Coevorden *  .
Deze directies vielen onder de verantwoordelijkheid van de premier inspecteur general du genie van het Ministère de la Guerrre te Parijs.
In 1814 werd de Dienst der Genie Bourtange opnieuw ingesteld, met Langakkerschans verenigd in eerstaanwezendschap forten in Westwoldingerland. Vanaf 1817 berustte de leiding bij de eerstaanwezend ingenieur Delfzijl, vanaf 1820 tot 1848 bij die te Groningen, vervolgens onder de eerstaanwezend ingenieur te Langakkerschans tot in de jaren '50 van de vorige eeuw, toen de dienst te Bourtange weer kwam te ressorteren onder de eerstaanwezend ingenieur te Groningen.
In 1875 werd het eerstaanwezendschap Zwolle opgericht. Een gedeelte van zijn taak was afkomstig van de eerstaanwezend ingenieur Deventer. In 1877 werden de werkzaamheden van de eerstaanwezend ingenieur Groningen overgenomen.
Het ressort strekte zich uit over de provincies Groningen, Friesland, Drente en Overijssel (gedeeltelijk), met daarbij het artillerie schietkamp te Oldenbroek. In 1919 verhuisde de dienst naar Groningen.
4 Geschiedenis van de archieven
5 Verantwoording
6 Kaartenlijst
Bijlagen
7 Overzicht van wijzigingen van de organisatie 1714-1737 i
8 Chronologisch overzicht van organisatiewijzigingen

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de Dienst der Genie in de provincie Groningen
Bewerker:
P. Kloosterboer m.m.v. E.A. van Hengten en D. Lobel
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1997
Omvang:
0 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Hier alleen de inleiding, voor de archieven van de onderdelen, zie toegangnummer 1991-1996.
Zie ook toegang 793
Categorie: