In deze inventaris zijn alleen de kadastrale kaarten beschreven. Een lijst van de overige aanwezige archieven treft u aan als bijlage na deze inleiding. Uit hetgeen over de taak is vermeld is gebleken dat er minuutplans van 1832 en latere minuutplans door hermeting zijn. De minuutplans van 1832 hebben een jaar van opmeting dat daarvoor ligt, maar omdat ze eerst zijn "bijgehouden", geven ze de situatie van 1832 aan. De hermeten plans dateren alle van na 1832 en zijn te beschouwen als ontstaan uit de minuutplans van 1832. Van vrijwel iedere kadastrale gemeente is een overzichtsblad aanwezig met bladaanduiding: 0. Deze overzichtsbladen zijn nog al eens bijgewerkt, zodat ze vaak een situatie van latere datum aangeven dan op het blad is vermeld. De wijzigingen kunnen betrekking hebben op de bladnummering, omdat bij hermeting vaak een grotere schaal is gebruikt, maar ook op de indeling in secties, omdat bij ruilverkavelingen vaak nieuwe secties worden gecreëerd. Met behulp van de verwijzingen is echter in de meeste gevallen het goede blad snel te vinden. Voor de oude indeling van de gemeenten in secties kan behalve van de overzichtsbladen ook gebruik worden gemaakt van een exemplaar in de kaartenverzameling van het gemeenteatlasje van C.Fehse, waarin de sectiegrenzen zijn aangegeven (Index nr. 67).

Wanneer men een perceel wil opzoeken, dient men te weten in welke gemeente het ligt, in welke sectie en op welk blad in die sectie. Wanneer deze gegevens niet bekend zijn, kunnen ze worden opgezocht met behulp van het kaartje bij deze inleiding, de diverse topografische kaarten in de kaartenverzameling, de website www.WatWasWaar.nl of de overzichtsbladen.
Wil men nu weten wie de eigenaar was, dan kan van de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels en Suppletoire Aanwijzende Tafels gebruik worden gemaakt. Deze zijn per gemeente ingedeeld in secties en daarbinnen op volgorde van perceelsnummer. De Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels en Suppletoire Aanwijzende Tafels zijn echter alleen bruikbaar voor de periode 1832-1844.

De eventuele andere percelen van een eigenaar kunnen met behulp van de kadastrale legger worden gevonden. Zoeken op naam van de eigenaar kan met behulp van de alfabetische tafels op de legger en later de algemene naamwijzer. Na 1844 kan voor het zoeken naar een perceelsnummer, in plaats van de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels en Suppletoire Aanwijzende Tafels gebruik worden gemaakt van register 71, dat eveneens verwijst naar de kadastrale legger. Informatie over de mogelijkheden tot raadpleging van nog bij het kadaster berustende bescheiden is te vinden in deel I van deze inventaris op pagina 19.

Voor enkele gegevens zijn ook andere geschikte bronnen in het Rijksarchief aanwezig. We noemen hier de belangrijkste:

-De bulletins in het oud kadasterarchief.
De bulletins zijn in de jaren 1829 1832 opgemaakt om de eigenaars mededeling te doen over de van hen vastgelegde kadastrale gege¬vens. De bulletins zijn per gemeente alfabetisch op naam van de eigenaar gerangschikt. (Ze zijn te vinden in Toegangsnummer 1104, inv.nr. 117-212 en een beperkt aantal in de inventarisnummers 218 en 315-319).

-De registers herziening grondbelasting.
In 1881 werden de berekeningen van de belastbare opbrengst van de percelen herzien. In feite betekende dit dat het schattingswerk uit de beginperiode van het kadaster werd herzien. De resultaten van de herziening van de grondbelasting op de ongebouwde eigendommen werden in registers No 1 opgetekend. Deze registers zijn wat betreft indeling en inhoud vergelijkbaar met de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels. Hierin kan dus ook op perceelsnummer de eigenaar worden gevonden.
In 1897 werd ook de belastbare opbrengst van de gebouwde eigendommen herzien. Die registers No 1 van 1897 bevatten dus alleen de gegevens van percelen met opstallen, echter wel weer op volgorde van perceelsnummer. Een nuttige bijkomstigheid is, dat in deze registers ook huisnummers worden vermeld. Beide series maken deel uit van de archieven van de Dienst van de directe belastingen.

-De registers 69a in het archief der hypotheekbewaarders.
In register 69a zijn niet alleen verwijzingen naar inschrijvingen van hypotheekakten opgenomen, maar ook de wijzigingen van perceelsnummers. Ze kunnen dus voor wat betreft deze wijzigingen als alternatief voor register 71 fungeren. Ze zijn aanwezig over de periode 1879-1948 (Zie deel I van deze inventaris (toegangsnummer 43), inv.nr. 381 407, 1176 1217 ,1834 1873).

-Kadastrale gegevens voorzover opgenomen in verschillende akten van overdracht van onroerend goed kunnen, waar het de periode tot 1838 betreft, eveneens worden gevonden in deel I van deze inventaris.