Uw zoekacties: Kadastrale kaarten, 1817 - 2000

44 Kadastrale kaarten, 1817 - 2000 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Organisatie
1.2. Taak
44 Kadastrale kaarten, 1817 - 2000
Inleiding
1.2.
Taak
Organisatie: Groninger Archieven
Doel van het kadaster was het verschaffen van een eenduidige grondslag voor heffing grondbelasting. In feite moest het inkomen uit de grond, de opbrengst, de basis worden voor de heffing *  .
Om een dergelijk kadaster te realiseren was nodig:
1 administratie van grondbezit: omvang, eigenaar
2 bepaling van het inkomen uit verschillende soorten percelen. (de zogenaamde classificatie)
3 bepaling in welke klasse een bepaald perceel valt. (de zogenaamde klassering)
4 berekening van het tarief per perceel en per eigenaar.
5 jaarlijks opmaken van het kohier.
Wanneer een vaste basis was gecreëerd zouden de gegevens alleen behoeven te worden bijgehouden. Dan zou bij het ontbreken van latere gegevens ook altijd op de oorspronkelijke gegevens kunnen worden teruggevallen. De werkzaamheden hierboven genoemd onder punt 1-4 zouden in principe eenmalig zijn (behalve voor de verwerking van wijzigingen). Het opmaken van het kohier (punt 5) zou pas van belang worden als de eerste aanslagen moesten worden opgelegd. Pas over het jaar 1832 zouden voor het eerst aanslagen in de grondbelasting, gebaseerd op de kadastrale gegevens, worden opgelegd. Tot die tijd werd de grondbelasting geheven volgens het oude systeem, waarvan de relevés en leggers bewaard zijn gebleven * 
Al de voorschriften met betrekking tot de kadastrering staan bijeen in het Recueil methodique... Een Franse titel, omdat de eerste werkzaamheden in 1812 begonnen, toen hier de Franse wetgeving van kracht was geworden *  . Met latere aanvullingen en wijzigingen zijn ze altijd blijven gelden *  . Ook in Groningen zijn in 1812-1814 werkzaamheden verricht, waarvan de stukken niet bewaard zijn gebleven.
De eigenlijke werkzaamheden in Groningen begonnen in 1817 nadat in 1816 duidelijk was geworden dat de invoering van het kadaster toch van groot belang was.
Er werd gewerkt per kanton en daarbinnen per gemeente. In iedere gemeente werd begon men met het opnemen van de gemeentegrenzen, wat resulteerde in het proces verbaal van grensscheiding. Daarna volgde een driehoeksmeting waarbij vaste punten in het terrein werden vastgelegd en vervolgens de opmeting, waarbij tevens de namen van de eigenaren werden vastgelegd. Deze activiteiten, uitgevoerd door de landmeters, resulteerden in kaarten van de percelen (de minuutplans) en lijsten van perceelsnummers met de bijbehorende eigenaren (de aanwijzende tafels). Het werk werd gecontroleerd door een ingenieur verificateur. Deze zorgde ook voor de uitvoering van de berekeningen van de grootte van de percelen (eerste boek van berekening) en de controle berekening (tweede boek van berekening). Ten behoeve van de taxatie maakte hij kopieën van de minuutplans, namelijk de "zakatlas". Deze kaarten werden later veldplans genoemd.
Hierna werden de controleurs en taxateurs (schatters) belast met de classificatie en klassering van de percelen, waarbij de zakatlas en aanwijzende tafel werden gebruikt. Er werd vooral rekening gehouden met het gebruik van de grond, prijzen van landbouwproducten en pachtprijzen. Zo kon een schatting worden gemaakt van het inkomen uit de grond. Opgemerkt moet worden dat gebouwde eigendommen (percelen met opstallen dus) werden ingedeeld in de hoogste klasse, waarboven dan voor de opstallen zelf een extra tarief, bepaald naar huurwaarde, gold.
Het toezicht op dit werk berustte bij de directeur, later de inspecteur. De resultaten van opmeting, klassering en bepaling van het tarief werden in zogenaamde bulletins aan de eigenaars meegedeeld. Deze konden nu reclameren, waarna in een kantonnale vergadering de werkzaamheden konden worden gecontroleerd door afgevaardigden uit de gemeenten van dat kanton. De vergadering bracht ook advies uit over de reclamaties.
Hierna werd de kadastrale legger opgemaakt, waarin per eigenaar (= één artikel) de percelen met klassering en tarief werden opgesomd (voorin een alfabetisch register). In de aanwijzende tafel kon nu de klassering en het tarief worden ingevuld en een verwijzing naar het artikel van de kadastrale legger. Latere wijzigingen in de gegevens van de aanwijzende tafel werden geboekt in de Suppletoire Aanwijzende Tafels. De aanwijzende tafels werden nu ter onderscheid Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels genoemd. Deze registers worden vaak kortweg aangeduid als OAT en SAT.
De ingenieur verificateur zorgde nadat deze werkzaamheden waren voltooid voor twee nieuwe kopieën van de minuutplans in de vorm van "atlassen" namelijk de "nette atlas" en de "gemeente atlas". Deze kaarten bestaan nog, ze worden nu netteplans en gemeenteplans genoemd.
1.3. Het bijhouden van de registers
1.4. Het bijhouden van de kaarten
1.5. De archieven
1.6. Verantwoording
1.7. Gebruik van de kadastrale bronnen
Bijlagen
Lijst van overige kadastrale archieven
Literatuur
Inventaris

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de dienst van het kadaster en de openbare registers, directie Groningen; tweede deel: kadastrale kaarten
Bewerker:
J.J. Hoogstins
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1988, herzien 2008
Laatste uitvoer:
25-07-2023
Bijzonderheden:
Betreft minuutplans, kaarten van de grenzen van percelen in de gemeenten