Uw zoekacties: Sociëteit van Doopsgezinde gemeenten, 1825 - 1964

359 Sociëteit van Doopsgezinde gemeenten, 1825 - 1964 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Oprichting, organisatie
2. De sociëteitskas
3. De fondsen
359 Sociëteit van Doopsgezinde gemeenten, 1825 - 1964
Inleiding
3.
De fondsen
Organisatie: Groninger Archieven
In 1835 werd op voorstel van de predikant S. Gorter *  van Zijldijk, in navolging van de andere sociëteiten, een weduwenfonds opgericht voor de weduwen van predikanten in de provincie Groningen, later ook Drenthe. Een bepaling voor wezen (predikantskinderen) werd niet opgenomen. Dit gebeurde pas bij de reglementswijziging van 1953, hoewel men na 1930 reeds sprak van Weduwen- en Wezenfonds. Het bestuur werd in 1835 gevormd uit twee direkteuren (predikanten) en een boekhouder, die lid moest zijn van de gemeente te Groningen. De zaken van het fonds werden aanvankelijk tijdens de jaarvergadering van de sociëteit behandeld, waarbij het bestuur van het fonds zelf verslag uitbracht over de toestand van het fonds. Na 1855 vergaderde men meestal in aansluiting op de jaarvergadering van de sociëteit en werden alleen nog de boeken jaarlijks gecontroleerd door twee afgevaardigden van de sociëteit.
In 1893 werd het bestuur uitgebreid tot vijf personen: voorzitter, vice-voorzitter, scriba en een eerste en tweede boekhouder (beide leden van de gemeente te Groningen), zie G.D.S. schema I, blz. 23.
In 1917 werd door het bestuur van het Weduwenfonds, op voorstel van de gemeente te Noordhorn, opgericht het Invaliditeits- en Emeritaatsfonds voor de provincie Groningen, later ook Drenthe. Het doel was een aanvulling te kunnen geven op de uitkeringen van het in 1848 door de A.D.S. gestichte Algemene Emeritaatsfonds *  .
Het bestuur bestond uit vijf personen. De funkties van eerste en tweede boekhouder werden opgedragen aan de boekhouders van het Weduwenfonds.
In 1924 werd op voorstel van het sociëteitsbestuur opgericht het Fonds tot Steun van de traktementen van de doopsgezinde predikanten in de provincie Groningen, later ook Drenthe. Het doel was om de traktementen van de doopsgezinde predikanten op een minimum peil van 2.500,-- gulden ''s jaars plus pastorie te brengen en te handhaven.
Het bestuur bestond eveneens uit vijf personen met als boekhouders die van het Weduwenfonds. De gemeenten in Oost-Friesland waren niet lid van deze drie fondsen.
In 1942 begon men gezamenlijk te vergaderen en op 27 juni 1946 besloten de drie besturen van de fondsen één bestuur te vormen van vijf personen. De notulen werden voortgezet in het register van notulen van het Weduwenfonds. De fondsen bleven echter bleven gescheiden (zie G.D.S. schema II).
Het regionale karakter van al deze fondsen bij iedere sociëteit deed het plan ontstaan om te komen tot een uniforme pensioenregeling voor alle doopsgezinde predikanten en hun gezinnen in Nederland.
Reeds in 1928 had de A.D.S. de belangen van het Algemeen Emeritaatsfonds ondergebracht bij een levensverzekeringsmaatschappij om aan haar verplichtingen te kunnen blijven voldoen.
In de jaren 1949-1952 kwam het tot een gesprek over de overdracht van de tweede Groningse pensioenfondsen aan het pensioenfonds van de A.D.S. (dat wil zeggen levensverzekeringsmaatschappij). De eisen verbonden aan de overname van de twee Groningse fondsen waren dermate hoog, dat men er van afzag. Temeer, daar vooral het kapitaalkrachtige Weduwenfonds zelf nog jarenlang in staat zou zijn om haar verplichtingen na te komen.
In 1963 werden ze bij gunstigere voorwaarden wel overgedragen en men behield een deel van het kapitaal van beide pensioenfondsen.
Verder werd het Fonds tot steun van de traktementen etc. opgeheven. Met de gelden vrijgekomen uit de liquidatie van de drie fondsen, stichtte men één nieuw fonds: "Fonds tot steun van de G.D.S.". De stichting heeft ten doel financiële steun te verlenen aan doopsgezinde gemeenten, instellingen of personen in de provincie's Groningen en Drenthe, in die gevallen waar zulks nodig wordt geacht. Het bestuur bestaat uit zeven personen. De financiële controle wordt uitgeoefend door twee, door de G.D.S. benoemde afgevaardigden, die hiervan verslag uitbrengen op de najaarsvergadering van de G.D.S.
4. Bibliotheek
5. De geschiedenis van het archief en verantwoording van de inventarisatie
6. Openbaarheid

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Sociëteit van Doopsgezinde gemeenten in Groningen, Drenthe en Oost-Friesland
Bewerker:
S. Koorn
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2010
Laatste uitvoer:
14-12-2022
Omvang:
1,4 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Bewerking van een eerdere versie uit 1975, aanwinsten naar toegangnr. 2527; inv.nr. 82a ook overgebracht naar toegang 2527