De archieven van de hervormde gemeenten Winsum, Obergum, Bellingeweer, Maarhuizen en Ranum, zoals deze hier zijn beschreven, zijn in zeven gedeelten aan het Rijksarchief in Groningen in bewaring gegeven. In 1969 geeft de hervormde gemeente Winsum-Obergum c.a. de archiefstukken voorzover ouder dan 1940 in bewaring, onder de beperkende bepaling dat stukken jonger dan 50 jaar voor derden slechts toegankelijk zijn met machtiging van de bewaringgever. In 1979 volgt een aanvulling op de archieven van Obergum, Maarhuizen en Ranum. Een tweede aanvulling, zowel op de archieven van Winsum-Bellingeweer als op Obergum-Maarhuizen-Ranum, wordt in 1981 in bewaring gegeven. In 1983 worden twee stukken aan de archieven toegevoegd.

Eind 1980 werd door W.E. Goelema een begin gemaakt met de inventarisatie. Door zijn benoeming elders werden deze werkzaamheden afgebroken. In 1987 werd een nieuw begin gemaakt. De archieven van Winsum-Obergum c.a. werden aangewezen om met behulp van het nieuwe computerprogramma Micro Archief Inventarisatie Systeem te worden ontsloten. Begin 1988 kon het project worden afgerond. Na het beëindigen van het inventarisatieproject volgen in 1989 nog drie aanvullingen. Besloten werd deze stukken niet in een supplement-inventaris te beschrijven, maar op te nemen in het reeds voltooide exemplaar. Een nieuwe, aangepaste inventaris (1990) was het resultaat.

Bij de inventarisatie heeft het schema in de "Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk" als voorbeeld gediend. Het aanbrengen van een scheiding tussen de archieven van gemeenten van vóór en na een combinatie leverde een enkele keer problemen op. De nieuwe gecombineerde gemeente maakte namelijk wel gebruik van de oude registers, van vóór de combinatie. Een voorbeeld is het "Acte en lidmaatboek van Winsum", inv.nr. 31. Dit register werd in 1764 door de kerkeraad van de hervormde gemeente Winsum aangelegd. Na de officiële combinatie van de gemeenten Winsum en Bellingeweer in 1820, nam de kerkeraad van de nieuwe gemeente het register in gebruik. De registratie van lidmaten loopt zelfs door tot in 1946. Overeenkomstig de regels van de archivistiek zijn in voorkomende gevallen de registers opgenomen in het archief van de nieuwe gecombineerde gemeente. Een verwijzing in de inventaris van het archief van de oude gemeente, van vóór de combinatie, maakt de onderzoeker attent op de aanwezigheid elders.

Illustratie op de volgende bladzijde:

Detail van de "Caart van eenige stadts plaatsen liggende onder Winsum ...". Pentekening door H.W. Folckers, 1727. Blz. 31 van de Atlas der stads plaatsen. Top. hist. atlas, stamnr. 1049.