In 1969 werden de onderhavige archieven overgebracht naar het Rijksarchief in Groningen. Helaas lagen de archiefstukken geheel door elkaar. Verder bleek, dat er geen systeem van opberging en ordening was toegepast. Wel waren er van een aantal stukken, voornamelijk van financiële aard, lijsten opgemaakt, maar ook deze wezen op geen enkel systeem. Bij de inventarisatie werd onder meer het schema voor ordening en inventarisatie van plaatselijke archieven, opgenomen in de "Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk", Den Haag 1966, in aanmerking genomen. De materiële staat der stukken bleek zeer uiteenlopend te zijn. Sommige stukken zijn gaaf bewaard gebleven, waaronder het merendeel der charters. Vele andere bescheiden, waaronder een deel van de diakonie-administratie *  , waren door vocht aangetast. Wegens het ontbreken van een deel der boekhouding van de kerkvoogdij werden, ook al vanwege de zeer geringe omvang, de nota's en kwitanties na 1850 niet vernietigd, maar als belangrijk bestanddeel opgenomen.