Uw zoekacties: Waterschap De Kerkvoogdijpolder, 1927 - 1931

2787 Waterschap De Kerkvoogdijpolder, 1927 - 1931 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Kerngegevens
2. Enige historische gegevens
2787 Waterschap De Kerkvoogdijpolder, 1927 - 1931
Inleiding
2.
Enige historische gegevens
Organisatie: Groninger Archieven
Toen ruim een eeuw geleden eneige kweldersbezitters in de gemeenten Ulrum en Kloosterburen zich aansloten om te komen tot de oprichting van een waterschap en het leggen van een nieuwe dijk, werd de kerkvoogdij van Vierhuizen als eigenaresse van de kwelder onmiddellijk ten Noorden van de Panserpolder ook in de plannen betrokken. De kerkvoogden waren genegen mee te werken op billijke voorwaarden.
Weldra bleek, dat ze daaronder verstonden niet evenredig in de lasten van de initiatiefnemers te delen; een hunnerzijds ingediende lijst van voorwaarden werd door de commissie voor de indijking niet aanvaard (1871). De Kerke-, de Pastorie- of Vierhuisterkwelder bleef derhalve buiten de bedijking van de Westpolder (1874-1875).
In 1921 kwam tijdens besprekingen met G.S. over eventuele verkoop van de kwelder de bedijking opnieuw aan de orde. Door een geschil over de eigendom van de kwelder, uitmondend in een proces, tussen de kerkvoogdijen van Zoutkamp en Vierhuizen betrffende de uitleg van een K.B. d.d. 1832, bleven de onderhandelingen slepen. In november 1926 kwamen de kerkvoogdijen tot overeenstemming.
De provincie Gronigne had intussen niet stilgezten. De waterschappen Hunsingo, Panserpolder en Westpolder werden gepolst, maar ze waren niet bereid de inpoldering tegen een vergoeding van Hfl. 1.600,-- per ha. op zich te nemen. Daar de provincie belang had bij een dubbele waterkering, werd vervolgens een bedijking door de provincie onder ogen gezien. Hiertoe werd in 1925 een bestek opgemaakt; een raming van kosten wees een bedrage van Hfl. 110.500,-- aan.
In het kader van de bestrijding der werkloosheid kwam 80 % van de arbeidslonen voor Rijkssubsidie in aanmerking. De provincie vroeg de belanghebbende ingelanden Hfl. 1.600,-- respectievelijk Hfl. 1.400,-- per ha. De aangrenzende waterschappen werden opnieuw benaderd. De bijdrage van het waterschap De Panserpolder, die bijzonder gebaat was bij de inpoldering 9ontlasting van de dijk) werd gesteld op Hfl. 3.500,---. Een voorstel van de provincie aan het waterschap De Westpolder om Hfl. 1.000,-- bij te dragen, werd door de ingelanden verworpen, daarop kwam de provincie met de onderhoudsplichtige van de opdijk van het waterschap De Westpolder, tevens ingeland van de in te dijken kwelder, tot overeenstemming over een bijdrage van Hfl. 500,--.
De provincie nam de rest voor haar rekening, alsmede het onderhoud van de dijk gedurende de eerste winter na voltooiing tot 1 april en de kosten van een eventueel later aan te brengen steenglooiing.
De nieuwe dijk ontlastte de oude Hunsingo-dijk, die naar het oordeel van de Provinciale Waterstaat Groningen te zwak was. Daar de bedijkte landen bovenmdien door een duiker zouden afwateren op het waterschap Hunsingo, werd dit waterschap bij de indijking betrokken.
Op aandrang van de provincie kocht het waterschap Hunsingo eind 1926 een deel van de kwelder en de grond waarop de dijk kwam te liggen; het verwierf daarmee tevens het recht op aanwas achter de dijk. Tenzijnertijd (1 april 1928) zou het waterschap Hunsingo het onderhoud van de dijk van de provincie overnemen.
In de zomer van 1927 is de dijk gelegd.
Voor het bijeenbrengen van de bijdrage van de ingelanden aan de provincie werd het waterschap Kerkvoogdijpolder met een oppervlakte van ca. 28 ha. opgericht in 1926. De gemachtigden van de drie ingelanden namen zitting in het bestuur.
Nadat in 1927-1928 de bijdrage ineens was ingevorderd, werd in 1928/1929 de omslag naar nieuwe gegevens verfijnd. Op 13 november 1929 deed het bestuur het voorstel tot opheffing van het waterschap. Begin 1931 kwamen de ingelanden met de provincie en onderling tot een definitieve afrekening.
3. Vernietiging en verkrijging der archiefbescheiden

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het waterschap De Kerkvoogdijpolder
Bewerker:
A.L. Hempenius
Behoort tot collectie:
Waterschap Noorderzijlvest
Laatste Publicatie:
2011
Omvang:
0,1 meter