Uw zoekacties: Waterschap Westerkwartier, (1810) 1863-1994 (2005)

2781 Waterschap Westerkwartier, (1810) 1863-1994 (2005) ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Beschrijving van het archief
Het waterschap Westerkwartier
De organisatie van het waterschap Westerkwartier
2781 Waterschap Westerkwartier, (1810) 1863-1994 (2005)
Beschrijving van het archief
De organisatie van het waterschap Westerkwartier
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
Indeling
Het waterschap Westerkwartier (1863-1994) is in 1863 opgericht en gereglementeerd. *  De organisatie van het waterschap Westerkwartier is uitvoerig beschreven in Waterschap Westerkwartier. * 
In 1863 is het waterschap verdeeld in de acht onderdelen, welke grotendeels overeenkwamen met de gemeentegrenzen. 1. Hoogkerk (gemeenten Haren, Groningen, Hoogkerk), 2. Aduard, 3. Ezinge, 4. Oldehove (gemeenten Oldehove en Grijpskerk), 5.Zuidhorn (gemeenten Zuidhorn en Grijpskerk), 6. Niekerk (gemeenten Oldekerk, Grootegast en Grijpskerk), 7. Leek, 8. Marum. In 1971 zijn daar de zogenoemde Friese boezem, onderdelen 9, 10 en 11 bij gekomen. In 1983 is hiervoor in de plaats een andere indeling gekomen, die zonder eenvoudig te begrijpen begrenzingen na verloop van tijd (en anno 2005 reeds) volkomen obscuur is geworden.
De gemeente Hoogkerk is in 1969 opgegaan in de gemeente Groningen. Bij de gemeentelijke herindeling van 1990 zijn op de gemeenten Leek en Marum na alle gemeenten in het Westerkwartier betrokken geweest.
Werken van het waterschap Westerkwartier
Volgens notulen van het hoofdbestuur d.d. 15 juli 1946 (zie inv. nr. 10) beschikt het waterschap Westerkwartier over 65 km kanalen, ca. 150 km tochten, 10 bruggen, 3 uitwaterings- of keersluizen, en verscheidene dienstwoningen.
Ingevolge de werken opgesomd bij het eerste reglement is in 1867 een tweede zijl te Aduarderzijl gebouwd. De boog over de oude zijl is in 1914 met subsidie van de strokartonfabriek De Halm vervangen door een vaste betonbrug ten noorden van de sluis.
Het waterschap had bij de oprichting (1861) en reglementering (1863) betrekkelijk weinig afvoerkanalen in eigendom en onderhoud. Als hoofdkanaal diende het Aduarderdiep, afgesloten met de enkelvoudige Aduarderzijl. Ingevolge de in het reglement omschreven staat van uit te voeren werken is in 1867 een tweede zijl gebouwd. * 
In het eerste reglement, art. 4, is in 9 punten opgesomd welke werken binnen zes jaar moesten worden uitgevoerd (zie inv. nr. 162). Na een grote bedrijvigheid in 1866 en 1867 is het programma verzand. In de staten van uitgevoerde werken, van de hand van secretaris D. Smid, is een summier overzicht te vinden van de werken vanaf 1864 tot 1904 (zie inv. nr. 754).
In het noordwesten beschikte het waterschap over het Kommerzijlsterdiep en de Kommerzijlster(buiten)rijte, met te Kommerzijl een zijl. In 1883 is de stenen boogbrug (steenenboog) ter plaatse vervangen door een platte brug met sluisdeuren
Het Pamazijltje in het Niehoofsterdiep is in 1866 vervangen door een vaste brug, het Pamazijltje of het Zijltje genoemd. *  . De brug ‘het Zijltje’ is in 1900 geheel vernieuwd.
Bij besluit van GS d.d. 10 februari 1899, nr. 134, 1e afd. is vastgesteld op welke afmetingen de kanalen en afwateringen van het waterschap moeten worden onderhouden. *  Het gaat om de volgende objecten: het Aduarderdiep, de Zuidwending, het Kommerzijlsterdiep, de Kommerzijlsterbinnenrijt, het Niehoofsterdiep, het Saaksumerdiepje, het Niezijlsterdiep, het Hoerediep, het Lettelberterdiep, de Matsloot en het Verbindingskanaal van het Langs- of Wolddiep tot het Hoendiep (later: Matsloot), het Peizerdiepje, de Munnekesloot, en de Gave. De laatste twee wateren zijn nog in 1898 aan deze lijst toegevoegd. Het waterschap meende er geen eigendom en geen onderhoud te hebben, maar dit is door GS bij brief d.d. 10 juni 1898 van de hand gewezen. Het beroep van het waterschap tegen het besluit is bij KB d.d. 18 juli 1899 ongegrond verklaard. * 
In de onderdelen met openbare (vaar)wateren was de afwatering redelijk onder controle, maar in de onderdelen 7 (Leek) en 8 (Marum) kreeg het achterliggende land meer en meer behoefte aan vergroting van de capaciteit van de afvoerkanalen. In eerste instantie is daarin voorzien door het verbreden en verdiepen van twee watergangen, het Wolddiepje en de Matsloot, ten zuiden van Enumatil, vanaf het Hoendiep tot het oude- of dwarsdiep in de gemeente Marum. Volgens notulen van het hoofdbestuur d.d. 27 mei 1867 moest de Matsloot worden verbonden met het Oude- of Wolddiepje; in de notulen van 31 augustus 1868 wordt gesproken van een gedeelte Matsloot of Auwemadiepje, lopende vanaf het Hoendiep bij Enumatil tot de Traansterwijk. * 
Blijkens de notulen van de Notulen van de vergaderingen van gecommitteerden uit het hoofdbestuur d.d. 11-12-1865 nr. 11 is er een verzoek van belanghebbenden om de Matsloot te verbinden met het Langediep binnengekomen. * 
Het graafwerk is omstreeks 1880 uitgevoerd. Samen met het graafwerk zijn andere werken uitgevoerd, namelijk de bouw van vijf bruggen, die in beheer en onderhoud van het waterschap kwamen. Vanaf het Hoendiep gerekend worden de bruggen met een Arabisch of een Romeins cijfer aangeduid, namelijk: brug I ten zuiden van Enumatil; brug II, de Leuringhsklap, naar de boerderij van de familie Leuringh; brug III, de Auwemaklap, in 1899 vervangen door de Auwemadraai, in de weg naar Pasop; brug IV bij ’t Kret (Kred); en brug V te Boerakker. De laatste brug wordt in de notulen aanvankelijk wel aangeduid als brug te Randel (namelijk bij de herberg genaamd ‘Randel’) of bij Niebert; Boerakker was nog geen dorp.
Bij de behandeling van ingekomen stukken van en over de brugwachters wordt in de notulen heel vaak het nummer van de brug niet vermeld. Bovendien wordt er onderscheid gemaakt tussen de gaarder van de vaartrechten en de pachter van de opbrengst van die rechten. * 
Complicerende factor is voorts nog, dat de brugwachterswoning bij tijd en wijle aan een ander wordt verpacht. De bruggen I en II worden steeds door dezelfde brugwachter bediend.
In 1922 heeft het waterschap twee bruggen in de Rijksweg bij Niezijl tegen de brug over de Lek te Leek en de Steenenboog over het Aduarderdiep met het Rijk geruild. Hierover is vanaf kort na de oprichting van het waterschap al gecorrespondeerd. Vermoedelijk waren de twee laatste bruggen in 1798 in het amalgama van de staatsschulden en onderhoudsverplichtingen bij de Bataafse Republiek gekomen. * 
De brug over het Niekerkerdiep te Briltil is in 1979 vervangen door een duiker. De terreinen en opslagplaatsen aldaar zijn in 1998 verkocht (zie inv. nr. 971).
De Hoornschedijk is de buitengrens van het waterschap in het oosten. Westerkwartier heeft er nogal wat onderhoud aan gehad. Op de dijk lag aanvankelijk een voetpad, dat door een commissie van belanghebbenden werd onderhouden, ook met een kleine jaarlijkse subsidie van Westerkwartier. Bij de oprichting van het waterschap de Hoornsche Dijk heeft Westerkwartier een subsidie van Hfl. 8.500,-- verleend (goedgekeurd door GS bij besluit d.d. 7 februari 1935).
De gemeente Leek heeft in 1966 de bovenbouw van de ophaalbrug over de sluis te Diepswal vervangen door een betondek. * 
Op 17 oktober 1969 bezit het waterschap Westerkwartier de volgende bruggen per waterschap: Aduarderzijl (schutsluis) 2; Aduarderzijl (spuisluis), 1; Auwemadraai (Matsloot III), 11; Boerakker-Oldekerk (Matsloot V), 15; Boventil, 5; Hoendiep (Enumatil), 14; Kommerzijl, 3; Kuzemerbalk (voetbrug), 9; Lange Niebertertocht, 16; Matsloot (Enumatil) (Matsloot I), 13; Matsloot (bij Oosterhuis, Matsloot II), 12; Niekerkerdiep (1e brug vanaf Briltil), 8; Nieuwe Niebertertocht, 17, 18, 20; Nieuwe Niebertertocht (Idsinghsweg), 19; Steentil (Aduarderdiep), 6; Westzandemerklap, 10; Zuidwending (weg Hoogkerk-Den Horn), 7 en ’t Zijltje (Niehoofsterdiep), 4.
Kanalen: Matsloot
Blijkens de notulen van de vergaderingen van gecommitteerden (25 april 1864; 8 augustus 1864, reclame Leuringh en Landweer en 10 oktober 1864, nr. 1, zie inv. nr. 24) lag in de Matsloot een sluisje; dit is door Westerkwartier opgeruimd. * 
Betreffende het onderhoud van het Auwematilje over de Matsloot wordt in de vergadering van gecommitteerden 8 mei 1865 (zie inv. nr. 24) opgemerkt, dat aan GS inlichtingen zullen worden gevraagd ‘aangezien daarover indertijd een accoord is aangegaan met de veengenooten, ’t welk te vinden is bij de stukken over de Matsloot, ter prov. griffie berustende’. *  In het dossiertje betreffende de Auwemadraai of -til ligt een extract uit het register der resolutiën van GS d.d. 19 mei 1865 met afschriften van vier stukken uit 1819. *  Hieruit blijkt dat de Auwematil onder het Nijesloterzijlvest ressorteerde en in de grote weg nr. 20 van de Lemmer naar Groningen (of: in de weg nr. 9 tussen Enumatil en de Frieschepalen) lag; de til lag over het Wolddiep. Een inliggend blaadje uit 1871 vermeldt de verveners, namelijk Albert de Haan, Louwe Heijs, Sikke Sikkema, Derk Wieringa, Pieter W. de Vos, mr. J. Leuringh, Hinderik Heijs, J.P. Santee, H.G. Reitsema, J.C. Veeze, T.K. Hazenberg, L. Auwema, Ebbe Sipkes, Gerrit Rozema en J.H. van der Meulen. Afgesproken is in 1871 dat de Matsloot zal worden gegraven en de klap (tijdelijk) zal worden hersteld. In de volgende jaren heeft het waterschap een deel van de kosten van onderhoud van de til betaald.De til was in 1819 vervangen door een ophaalbrug of klap.
Op 7 augustus 1871 is in alle onderdelen gestemd over het voorstel tot vereniging van de Matsloot met het Dwars- of Langsdiep (begroot op ruim Hfl. 61.000,---); het voorstel is verworpen met 795 tegen 568 stemmen, in de onderdelen Leek en Marum was de verhouding andersom, namelijk. 484 voor, en 19 tegen (inv. nr. 965).
Volgens mededeling van de opzichter liggen er 12 draaien over de Matsloot; hij stelt voor ze te laten vervallen, wanneer de ingelanden ze niet meer nodig hebben. *  De Matsloot is gegraven in 1880, en in verbinding gebracht met het Dwarsdiep. Het waterschap heeft Hfl. 250,-- betaald voor de oude batten. * 
Het waterschap heeft met het oog op de slechte toestand van de bruggen bij ’t Kret en Boerakker op 24 augustus 1962 een advertentie in drie bladen laten zetten met de aankondiging van een sluiting voor het scheepvaartverkeer van de gehele Matsloot. Twee schippers tekenden bezwaar aan; bij besluit van het hoofdbestuur van 12 oktober 1962 is de Matsloot vanaf het Hoendiep tot brug 2 nog open gebleven. *  Dit besluit is goedgekeurd door GS op 1 april 1963.
Blijkens een losse aantekening in het dossier Matsloot I was de scheepvaart op de Matsloot in vijf jaar tijd drastisch afgenomen; betreffende de bruggen 1 & 2, 3, 4 en 5 zijn de opgegeven aantallen: 1957/1958: 79, 67, 42, 61; 1958/1959: 36, 21, 17, 16; 1959/1960: 25, 16, 14, 16; 1960/1961: 17, 7, 3, 2; 1961/1962: 8, 7, 0, 0 en mei-november 1962: 4, 1, 1, 1 (zie inv. nr. 886).
Op 23 december 1966 is een advertentie gezet ter voorbereiding van de sluiting van het overblijvende deel van de Matsloot. Er zijn geen bezwaren ingekomen waarop het hoofdbestuur besluit op 30 januari 1967 (zie inv. nr. 13). Goedgekeurd door GS op 4 april 1967.
Kanalen: De Lindt
De Lindt (de Aduarder Lent) bij Aduard is eigendom van het waterschap, terwijl beheer en onderhoud bij de gemeente Aduard (Zuidhorn) berust; in 1872 heeft de gemeente de Lent met 50% subsidie van het waterschap hergraven. Sinds 1982 maakt het waterschap het profiel schoon op kosten (nota) van de gemeente
Kanalen: Het Hoendiep
Het Hoendiep is in 1993 door de provincie aan het waterschap Westerkwartier overgedragen, evenals het Oldehoofsche Kanaal (aangelegd in 1825/1826). * 
Kanalen: Het Niekerkerdiep
Het Niekerkerdiep, ook Brildiep genaamd, deel uitmakend van het vroegere Kolonelsdiep of het Caspar de Roblesdiep, is in 1917 tegen betaling van Hfl. 4.500,-- van de gemeente Oldekerk overgenomen. *  Het Niekerkerdiep is bij besluiten van GS d.d. van 28 juli 1964 en 11 maart 1969 voor het scheepvaartverkeer gesloten. * 
Kanalen: Het Oud- of Dwarsdiep
Ten gevolge van de steeds verder gaande vervening en ontginning in de gemeenten Leek en Marum namen de problemen met de afwatering ondanks het graven van de Matsloot daarna gestaag toe. Het Oud- of Dwarsdiep in de gemeente Marum en het Langs- of Wolddiep in de gemeenten Marum, Oldekerk en Grootegast waren in onderhoud bij die gemeenten. Pas in 1912 heeft het waterschap het Langs- of Dwarsdiep overgenomen, met de bijbehorende bruggen te Sebaldeburen, Kuzemerbalk en te Westerzand, tegen betaling van Hfl. 17.000,-- door de gemeente Marum en samen Hfl. 1.000,-- door de gemeenten Grootegast en Oldekerk voor hun aandeel in de Sebaldebuursterklap en de Kuzemerbalk. Het Dwarsdiep is bij besluit (brief) van GS d.d. 28 juli 1964 aan het scheepvaartverkeer onttrokken. * 
Uit de notulen van het hoofdbestuur d.d. 25 juni 1909 blijkt dat er een tekort aan water is boven de derde sluis te Zevenhuizen. De Colleges van Burgemeester en Wethouders van Marum en Leek stellen zich voor water uit het Dwarsdiep te trekken, dat uitloopt in het zogenoemde oude diepje van Malijk. Hier zal dan een stoomgemaal worden gebouwd om het water in de Holtropswijk te brengen, die ten westen van de Marumersluis (in de Jonkersvaart) uitloopt. * 
Kanalen: Het Leeksterhoofdiep
Het Leeksterhoofddiep en de Jonkersvaart waren eigendom van de gemeenten Leek en Marum. Na de bouw van een tweede Aduarderzijl kwamen er klachten van de gemeente Leek over het leeglopen van het hoofddiep. Westerkwartier heeft in 1888 een geldlening ad Hfl. 4.500,-- aangegaan ‘ter gedeeltelijke bestrijding der bijdrage aan de gemeente Leek voor de verbetering van het Leeksterhoofddiep en de Gave’; idem 1898 Hfl. 4.500,-- voor ‘een bijdrage in de kosten van vernieuwing van de benedenste sluis te Leek’.
Het waterschap Westerkwartier heeft in 1928 meebetaald aan het aanbrengen van spui-inrichtingen langs de sluizen in het Leeksterhoofddiep ten behoeve van de afvoer van overtollig water van Zevenhuizen (volgens afrekening van de gemeente Leek 50 % van de stroomkokers bij sluis I en II, tot een bedrag van Hfl. 5.789,40, plus Hfl. 1.000,-- als afkoopsom voor het onderhoud en de bediening van de stroomkokers). De overeenkomst terzake ligt in Ingekomen stukken 1928.
Kanalen: Het Oldehoofsche Kanaal
In 1943 heeft de provincie reeds geprobeerd het Oldehoofsche Kanaal aan het waterschap Westerkwartier over te dragen. De aanleg van het Oldehoofsche Kanaal door de provincie heeft de afbraak van de bouwvallige Saaksumerzijl en de afwatering van 963 bunder naar het Aduarderzijlvest bevorderd. Daarbij is overeengekomen dat per jaar Hfl. 0,70/bunder (samen Hfl. 660,10) aan de provincie betaald moest worden. Bij Statenbesluit van 19 juli 1851 is bepaald dat de provincie per jaar een bedrag van Hfl. 188,60 aan dat zijlvest verschuldigd was als vergoeding van de wateroverlast van de Saaksumerlanden. Sinds de oprichting van het waterschap Westerkwartier is jaarlijks Hfl. 660,10 minus Hfl. 188,60 = Hfl. 471,50 door het waterschap aan de provincie betaalt. Deze betaling is op voorstel van de provincie in 1943 met de betaling ineens van Hfl. 11.787,50 afgekocht. * 
Kanalen: varia
Blijkens een ingekomen missive 1894/134 (zie inv. nr. 75) is de uitmonding van het Poeldiep in het Hoendiep reeds in 1850 naar het oosten verlegd. Het na verlegging nutteloos liggende einde diep is later gedempt; het stond in 1894 kadastraal ten name van de ‘Ingezetenen van de Waard en Westerhorn’.
Bij besluit van het hoofdbestuur van 14 september 1959 heeft het waterschap Westerkwartier met ingang van 15 september 1959 getracht de Wilpstervaart, de Jonkersvaart en het Leeksterhoofddiep in onderhoud over te nemen, daarin begrepen de opmaalinrichtingen te Leek, Diepswal en Jonkersvaart. Dit eenzijdige besluit is aangevochten door de beide gemeenten, en bij brief van 20 mei 1960 van de hand gewezen door GS Het besluit van het hoofdbestuur is gewijzigd op 17 juni 1960. De gemeente Leek heeft haar beroep op 24 augustus 1960 ingetrokken, de gemeente Marum insgelijks op 8 september 1960.
Bij besluiten van het hoofdbestuur van 30 december 1960, goedgekeurd door GS (betreffende gemeente Marum) op 21 juli 1961, en (betreffende gemeente Leek) op 14 november 1961, zijn overeenkomsten aangegaan met beide gemeenten tot overneming van kanalen en kunstwerken. Bij afzonderlijk besluit van het hoofdbestuur d.d. 29 januari 1962, welke door GS is goedgekeurd d.d. 13 februari 1962, is besloten de Jonkersvaart voorzover gelegen in de gemeente. Marum, maar eigendom van de gemeente Leek, om niet van de gemeente Leek over te nemen. De zaak is tot definitieve afronding gekomen door notariële akten d.d. 30 januari, 7 februari en 14 november 1962.
Het Langs- of Wolddiep is verbreed/gebaggerd in 1916, 1938, 1958 en 1983 (zie inv. nrs. 346 en 879-880). Het Niehoofsterdiep is gebaggerd in 1951 en 1986.
Inliggende waterschappen
Binnen het waterschap Westerkwartier hebben ca. 62 bemalingswaterschappen, zijnde molen- en pomppolders, bestaan. De archieven van deze waterschappen zijn allen te raadplegen bij het waterschap Noorderzijlvest. *  Naast de bemalingswaterschappen hebben er talrijke kanaal- en wegwaterschappen bestaan in het waterschap Westerkwartier. Zo zijn in de gemeenten Leek en Marum verschillende kanaal- en wegwaterschappen opgericht om de vervening te bevorderen en de bereikbaarheid te verbeteren. *  De archieven van deze waterschappen zijn ook te raadplegen bij het waterschap Noorderzijlvest.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
Literatuuropgave
Lijst van gebruikte archivalia
Lijst van afkortingen

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het waterschap Westerkwartier
Bewerker:
K.A.M. Engbers en A.L. Hempenius.
Behoort tot collectie:
Waterschap Noorderzijlvest
Laatste Publicatie:
2010
Laatste uitvoer:
08-09-2023
Omvang:
26,62 m. standaard archiefberging
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte bescheiden, daarnaast kaarten.
Taal van het materiaal:
Nederlands