Uw zoekacties: Waterschap Hunsingo (1), (1823) 1856-1955

2779 Waterschap Hunsingo (1), (1823) 1856-1955 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
2779 Waterschap Hunsingo (1), (1823) 1856-1955
Beschrijving van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
ead-typering:
descgrp type ="access_and_use"
Organisatie: Groninger Archieven
Onderzoek doen in het archief
De door Biesta gemaakte tweedeling van het archief is bij de beschrijving van de stukken en het ineenzetten van de inventaris terzijde geschoven. In het onderdeel Beheer en onderhoud van werken zijn de algemene dossiers (uit de Algemene stukken) en daarbij gevonden losse stukken van bruggen en de kleinere objecten na vernietiging van niet-relevante stukken noodgedwongen gehandhaafd als ‘Fundgrube’ van de zaaksdossiers.
Ter wille van de overzichtelijkheid van de inventaris is het maken van onderverdelingen niet als een doel in zichzelf beschouwd; de omvangrijke groepen van stukken betreffende het beheer van de kanalen en maren respectievelijk de waterschapsbruggen zijn grotendeels in de aangetroffen volgorde blijven staan.
De gebruiker zij gewaarschuwd voor het voorkomen van meer dan één onderwerp in brieven en rapporten. In zeer veel gevallen is de meermalen door de provinciale griffie gedane oproep van ‘één onderwerp per brief’ een loze kreet gebleven, ook in haar eigen brieven. Bij de beschrijving van de stukken moet een keuze worden gemaakt welk onderwerp de voorkeur verdient. Hierdoor ontstane misverstanden kunnen in een inventaris nimmer afdoende worden opgelost.
De opzet van een inventarisator om de interne en externe onderzoeker een instrument te bieden, waarmee op een gerede wijze stukken betreffende een bepaald onderwerp gevonden kunnen worden, zal altijd aan kritiek onderhevig blijven. De inventaris van dit archief, die stukken over honderd jaar en ouder omvat, bevat tamelijk veel stukken, die niet gemakkelijk onder een bepaald hoofdje gerangschikt konden worden. Toch moest op een gegeven moment de knoop worden doorgehakt. Een voorbeeld van een moeizame toewijzing vormen de stukken betreffende het (wederrechtelijk) openzetten van duikers in de zeedijk om daarmee water van buiten aan te voeren. Deze stukken zijn ingedeeld onder het kopje ‘afwatering, waterstand en peil’, omdat door het inlaten van zeewater het gesloten systeem van het peilbeheer wordt doorbroken. Door andermans bril bekeken zou de keuze ook gevallen kunnen zijn op waterverontreiniging of verzilting.
In de onderhavige inventaris zijn met opzet weinig onderlinge verwijzingen naar stukken gemaakt; de beschrijvingen zijn naar ik hoop zodanig, dat de gebruiker aan de hand van de indelingssystematiek de gewenste stukken kan vinden. In verschillende gevallen wordt verwezen naar oudere gegevens in de archieven van de zijlvesten, waaruit Hunsingo is ontstaan. Wat de stukken in de afdeling ‘Verhouding tot / samenwerking met andere waterschappen’ betreft, spreekt het mijns inziens vanzelf dat de gebruiker voor aanvullende informatie in de archieven van die waterschappen kan kijken.
De toevoeging van NB’s beoogt aanvullende informatie te geven, die in het betreffende nummer meestal niet aanwezig is.
De gebruiker wordt er voorts op geattendeerd dat, waar naar provinciale bladen wordt verwezen, deze gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd in de verzameling Provinciale Bladen van de provincie Groningen, die aanwezig is in de bibliotheek van het waterschap.
Bij de beschrijvingen zijn de termen pompen en tochten gehandhaafd. Onder pompen wordt een duiker welke door middel van een klep of deur afsluitbaar is verstaan. Tochten zijn hoofdwatergangen. De uitwateringskunstwerken in dijken, die geen zijlen waren, werden vroeger alle met het woord ‘pomp’ aangeduid; ter herinnering daaraan is het gemaal van de noordoostelijke kustpolders ten noorden van Bierum Spijksterpompen genoemd.
Bij de oprichting van het waterschap Hunsingo was niet meteen duidelijk welke watergangen tot de tochten behoorden; *  verscheidene tochten hadden ook geen naam. De Biesketocht komt ook voor als het Bieskemaar; de Oude Delthe, de Oudeweer en het Selwerderdiepje zijn onder invloed van de primitieve leggers van schouwbare voorwerpen tochten geworden. De nieuw aangelegde waterleidingen in Schilligeham en in het voormalige Wetsingerzijlvest (inv. nrs. 1054, 1056 en 1057) worden twintig jaar later al tot de tochten gerekend.
De zijlen, die van oudsher niet waren ingericht om schepen door te laten, zijn zonder uitzondering sluizen geworden, maar ze hebben hun oude naam als waterschapsobject en als topografische aanduiding behouden; de sluismeester is heel lang waarman blijven heten. De maren (enkelvoud: het maar) behoren in het algemeen tot de kanalen; onder het hoofdje Kanalen en maren zijn dan ook consequent het Rottumermaar, het Lellenstermaar en het Toornwerdermaar opgenomen, die tegenwoordig niet meer als bevaarbare wateren in de legger voorkomen. *  In het westen van Hunsingo worden soortgelijke korte wateren naar dorpen aangeduid als opvaart of vaart.
Vanaf de oprichting van het waterschap Hunsingo zijn omvangrijke werken uitgevoerd, die door hun complexiteit niet eenvoudigweg naar één bepaald object kunnen worden geclassificeerd. In eerste instantie betreft dit de werken, opgesomd in een staat voorafgaande aan het reglement, die ten behoeve van de verbetering van de waterafvoer moesten worden uitgevoerd. Bij de uitvoering van zulke werken, waarbij de afwatering van en de scheepvaart in bepaalde gebieden gedurende een vrij lange tijd zijn gestremd, is het uit praktische overwegingen gebruikelijk enerzijds (b.v.) het hergraven of baggeren van twee of meer kanalen in stukjes uit te voeren, en anderzijds werken, die op de onderhanden zijnde werken aansluiten, tegelijk uit te voeren. De preciese omschrijving van de gezamenlijk uit te voeren werken is te vinden in de bestekken, die in de serie ‘Gezegelde contracten’ voorkomen. * 
Bij een onderzoek naar bestekken van bruggen ten noorden en ten zuiden van Wehe is gebleken dat de in het archief voorkomende serie ‘Gezegelde contracten’ (zie inv. nrs. 837-841, 843 en 844) in eerste instantie moet worden geraadpleegd. Ten behoeve van het vinden van een jaartal van vernieuwing van een brug is het raadzaam de staten van 1903 en 1906 in inv. nr. 1114 in te zien.
De ‘losse’ stukken betreffende afzonderlijke bruggen, inv. nrs. 1115-1182, zijn voornamelijk als losse stukken in het archief aangetroffen. Indien bij nieuwbouw of herstel van een brug een of meer losse stukken in een eigen nummer zijn beschreven, wil dat alleen zeggen, dat ze niet bij de contracten passen.
Na de uitvoering van de reglementair voorgeschreven werken is het waterschap voortgegaan met het vernieuwen van de tientallen bruggen en het hergraven en baggeren van kanalen en maren, die volgens een sinds eeuwen beproefde periodiciteit noodzakelijk is om ze op het gewenste profiel te houden.
Bij het ineenzetten van de inventaris is gebruik gemaakt van de schema’s van de inventarissen van polderarchieven van de provinciale archiefinspectie van Zuid-Holland, die ook bij de inventarissen van de archieven van de zijlvesten en dijkrechten zijn toegepast. Op onderdelen is van de schema’s afgeweken, wanneer het niet nuttig bleek een indeling te handhaven.
In deze inventaris zijn de administratie- en notulenboeken van de onderdelen toegevoegd, voorzover ze bewaard zijn en vervolgens ter bewaring aan het centraal archief zijn overgegeven. De geschreven kaartjes met vermelding van scheepvaartbewegingen en waterstanden, lopen tot 1987 respectievelijk 1986 en 1989 door. De boeken met notulen en die met de presentielijsten lopen eveneens door tot na 1955.
In Bijlage I is een overzicht van de gewezen personeelsleden van het waterschap Hunsingo uit de periode 1856-1994 opgenomen. In Bijlage II is een kort overzicht opgenomen van de reglementen en -wijzigingen van het waterschap Hunsingo, in de periode 1856-1992.
Aan deze inventaris is geen concordans of verwijzingsstaat van oude en nieuwe nummeringen toegevoegd. Zoals boven is beschreven, was van het (secretarie-)archief van 1856 tot 1936 slechts een aanduiding van dossiers en stukken gemaakt. Een inventaris van alle stukken is toen niet, en evenmin na 1955, gemaakt, zodat niet van inventaris naar inventaris kan worden verwezen.
In de inventaris wordt herhaaldelijk verwezen naar archiefbescheiden die berusten in overige archieven van de rechtsvoorgangers van het waterschap Hunsingo. Bij elke verwijzing wordt telkens verwezen naar een inventarisnummer en in de daarbijbehorende noot volgt een (volledige) titelbeschrijving van de toegang op het desbetreffende archief.
De archivalia van het waterschap Hunsingo berusten in de archiefkluis van het waterschap Noorderzijlvest, met één uitzondering: het diploma van het Hoge Raad van Adel houdende de beschrijving en de afbeelding van het waterschapswapen (1910) hangt in de galerij van verleende wapens. * 
De omvang van het archief bedraagt na het ompakken 189 zuurvrije dozen of bijna 24 strekkende meter, plus enige kaarten.
juridische status
De archieven zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het waterschap.
Aanvraaginstructie
Archiefstukken kunnen worden aangevraagd of gereserveerd via de terminals in de studiezaal van het RHC Groninger Archieven te Groningen en via internet. U dient daarbij de volgende gegevens in te vullen:
1. uw pasnummer,
2. uw tafelnummer,
3. het nummer van de toegang van het archief,
4. en het inventarisnummer
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Bij eerste vermelding:
Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven (NL-GnGRA), toegangsnummer 2779, Waterschap Noorderzijlvest, Archief waterschap Hunsingo 1856-1955, inventarisnummer ...
Bij volgende vermeldingen:
NL-GnGRA, Wp Noorderzijlvest, Archief Wp Hunsingo 1856-1955 (tnr. 2779), inv.nr. ...

Verwant materiaal
Bijlagen
Literatuuropgave: geraadpleegde literatuur
Literatuuropgave: betreffende de Groninger waterschappen
Lijst van afkortingen

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van het waterschap Hunsingo (1)
Bewerker:
A.L. Hempenius e.a
Behoort tot collectie:
Waterschap Noorderzijlvest
Laatste Publicatie:
2009
Laatste uitvoer:
08-09-2023
Omvang:
32 meter