Uw zoekacties: Hervormde gemeente Noordbroek, 1600 - 1973

275 Hervormde gemeente Noordbroek, 1600 - 1973 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Voorgeschiedenis
2. Organisatie
3. Personeel
4. De charitas
5. Censura morum
6. Noordbroek in de gouden eeuw
275 Hervormde gemeente Noordbroek, 1600 - 1973
Inleiding
6.
Noordbroek in de gouden eeuw
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
L'esprit de clocher, dat is de geijkte aanduiding voor de in zichzelf gekeerde dorpsgemeenschap. Toch zijn het juist de klokken die bij tijd en wijle de dagelijkse monotonie doorbreken door de inwoners attent te maken op wat "daarbuiten" gaande is. Een stukje politieke nieuwsvoorziening, verzorgd door de kerk. De predikant kon er in zijn preken op terugkomen en zo een belangrijke bijdrage leveren tot de opinievorming. Politiek ging ook de kerk aan. Dat God tijdens de 80-jarige oorlog aan de zijde van de Republiek stond, daaraan twijfelde de rechtgeaarde calvinist niet.
1632: "Die Coster gelangt 1 dald. doe hy triumph ludde" (Maasveldtocht, verovering van Venlo, Roermond en Maastricht); 1637: "als triumph, van Pariba ende Breda geluit worden"; 1639: "Egbert Baving voor beer aan de schoele gelevert, voor Triumphluiden als de Spaansche vloete in Duins onder Engelant geslagen is" 5 d. 20 st.; 1645: "Egbert Baving betaelt voor 't Sas van Gent ende Hulst inteluiden" 7 d. 9 st.; 1653: "Voor triumph luiden van Engelant betaelt 2d."; 1661: "Koer Bavingh voor beer betaelt over het triumph luiden van de jongen Dolphijn (=dauphin) van Vranckrijck, ende anders gelevert" 5 d. 10 st.; 1664: "hher Baving voor luiden over het ongeluckige overliden van onse Prins" (Willem Frederik, ? 31 oktober 1664 door ongeluk bij het schoonmaken van zijn pistool) *  .
Wat betekende de tachtigjarige oorlog voor de dorpelingen? Een paar regels uit de "tegenwoordige staat" en één bladzijde uit de kerkerekenigen. Het is niet veel, maar toch voldoende om de lokale geschiedenis te laten fungeren als contra-gewicht van de glorieuze histoire de bataille.
In 1624 valt de gouverneur van Lingen het Oldambt binnen. Hij schrijft brandschattingen uit en wanneer deze niet snel genoeg worden opgebracht neemt hij represailles. Het klooster te Heiligerlee gaat geheel in vlammen op. Winschoten wordt zwaar getroffen. Noordbroek brandt grotendeels af *  . De meiers van de kerk lijden zoveel schade dat zij niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Op 16 juni 1626 ontheft de Groningse magistraat hen van het over 1625 aan de kerk verschuldigde jaarlijkse geschenk, waardoor de kerkvoogdij een inkomstenderving van 137 daalder moet noteren *  .
In 1643 namen de meiers het recht in eigen hand. De kerkvoogden moesten "excessive kosten" maken voor het incasseren van de landhuren ;omdat de meiers weigerden te betalen "als zijnde geduirende deze revolt, door sinistre inductie persuadeert, ongeholden tzijn gescheck tbetalen" *  ).
Wanneer begin oktober 1665 de Munsterse bisschop met zijn leger in de omgeving van Noordbroek arriveert, leggen de dorpelingen het hoofd snel in de schoot. Zij dienden een verzoek tot vrijgeleide in dat door 90 kerspellieden was ondertekend. Von Galen, of één van diens vertegenwoordigers, willigde het rekest in. Op 14 november van hetzelfde jaar veroordeelde een krijgsraad, gepresideerd door Johan Maurits van Nassau, de drie personen die namens het kerspel het rekest hebben overgebracht, tot een boete van 5.000 carolus gulden. Phebe Frericx-later kerkvoogd -, Haro Wijneken en d'Haubrecourt verweerden zich tegen de aanklacht van landverraad door de opmerking te plaatsen dat zij "geen quade intentie hebben gehadt, naer uijt onbedachtsaemheit sulex gedaen". Bovendien handelden zij niet à titre personnel maar als representanten van het kerspel. De advokaat-fiscaal gaf toe dat alle indertekenaars van het rekest "als vianden van dese landen mede strafbaer waeren". Niettemin hadden de beklaagden zich als instrument laten gebruiken. Al werd dus de collectieve schuld erkent, de boete gold de drie vertegenwoordigers persoonlijk. Pro forma althans. Naar we mogen aannemen zijn de 5000 gulden hoofdelijk omgeslagen *  . Het is niet uitgesloten dat ook de kerk meebetaalde. Op de rekening over 1665 staat de post: "wij hebben tot verschoninge van onse kercke, pastorie ende schoelen an de E. Phebe Frericks, Roelf Andrees ende Jan Berent in de invasie van de Bisschop betaalt uijt onse kerckemiddelen 66 d. 20 st". In 1667 kreeg de weduwe van Egbert Louwers 66 daalder en 20 stuiver "soe als haer Eman tot bescharmenge van de kercke ende des selven behuisenge 1665 hadde gedaen in den bijsschop invasije verschoten" *  .
Volgens een aantekening op het schutblad van een kerkenprotocol zou de pestepidemie in 1666 te Noordbroek 716 slachtoffers geëist hebben, een enorm aantal wanneer men bedenkt dat het dorp in 1795 1282 inwoners telde. De opgave kan niet getoetst worden omdat het begraafregister over deze periode niet bewaard is, zo het al werd bijgehouden. Verdacht is wel de door de tijdgenoot genoteerde coïncidentie dat de dodentallen in Noord- en Zuidbroek volledig identiek waren *  .
De snel op elkaar volgende rampen ontwrichtten de economie. Toen eind 1669 de jaarlijkse betaaldag van de kerkepachten in zicht kwam, vroegen predikant en kerkvoogden aan burgemeesters en raad van Groningen een besluit met het oog op de inning in deze "coniunctuire van tijden". De kerkemeiers kregen een jaar respijt *  .
Ook de tweede Munsterse aanval hebben de inwoners van Noordbroek aan den lijve ondervonden, vooral degenen die "ten Oosten van de Wech" woonden. Door de inundatie van het Termnterzijl leden zij grote schade, getuige de forse deklaraties die zij bij de stadsregering indienden. Burgemeesters en raad toonden in 1674 begrip door korting op verschuldigde verpondingen te verlenen *  . In verband met de oorlog werd een beroep gedaan op de kerkekas:
1672: dient voor uitgave "het half jaar remis soo de Ed.Mog.h.h. van de Raadt an de meijeren van de kercke tot Noortbroeck hebben believen te verlienen 463 daald. 2 st. 4 plakken";
1678: "Aen Gerlof Sygers in qualitie volgens auctorisatie van de Ed. Moog. H. Heeren Borgmr. ende Raedt voor bevryenge van kercke, pastoorye ende schoolen der vyandtlycke troupes by de jonghste invasie betaelt luyt quytantie 133 daald. 10 stuv." * 
In 1689 vroegen dominee en ouderlingen aan de stad het kerspel vrij te stellen van verponding omdat door "jammerlijcke en ongeluckige overvallen" de "ordinaris middelen" niet meer konden worden opgebracht. De landerijen waren "deur de extra-ordiarius hoochloopende watervloeden (van 1686 en 1687) soodanich mit water (...) overstelpt geweest, dat men mit groote geladen schepen 's winters daer over heefft connen varen, waer deur gementioneerde carspels landen in soo een droevigen staat en miserie bin geraackt, dat de gebruickeren van dien in soo een soberen en geringen conditie bin datter weynich of geen gemaack van is te verwachten" *  .
7. Bezittingen en hun beheer
8. Inleiding tot de inventaris
Bijlage
Lijst van predikanten

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de hervormde gemeente te Noordbroek
Bewerker:
I. Matthey
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1997
Laatste uitvoer:
14-06-2021
Omvang:
4,15 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Deze inventaris van de hand van I. Matthey verscheen in 1978 in druk. In 1997 werden aanvullende beschrijvingen - door A. Beuse en mw. J. van Keulen - toegevoegd (nrs. 220-240). In 2017 volgde nog een aanvulling (nrs. 241-248).