Toen op 29 februari 1956 de Stichting Streekverbetering Zuidelijk Westerkwartier in het leven werd geroepen is als doelstelling in de stichtingsakte vermeld: de landbouwende bevolking van het Zuidelijk Westerkwartier tot meerdere ontwikkeling te brengen en haar welstand te verbeteren. Dit doel trachtte men te bereiken door het geven van voorlichting en het verlenen van subsidies. Kapitaal verkreeg men uit subsidies van rijk, provincie en gemeenten.
De Rijkslandbouwconsulent voor Noordelijk Groningen werd ambtshalve belast met het secretariaat. De uitvoering van het werk was in handen van de rijksvoorlichtingsdiensten en de voorlichtingsteams van de standsorganisaties.
De Landbouwvoorlichtingsraad had het Zuidelijk Westerkwartier aangewezen als streekverbeteringsgebied. De Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst stelde een onderzoek in naar de landbouwkundige toestand in de ruilverkavelingen Zuidpolder en Zijlroe. Dit onderzoek diende als basis voor de opstelling van een streekverbeteringsplan. De opzet was dat de streekverbeteringsaktiviteiten gericht werden op de ruilverkavelingen die achtereenvolgens in uitvoering zouden komen.
Het werk strekte zich uit over de gemeenten Grootegast, Oldekerk, Marum en Leek. De totale oppervlakte aan cultuurgrond van dit gebied is ongeveer 18.000 ha.
Volgens de statutenwijziging van 1960 werden de bestuursleden als volgt aangewezen: vier door de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, vier door de Groninger Maatschappij van Landbouw, één door de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond, één door de Algemene Nederlandse Agrarische Bedrijfsbond, één door de Bond van Christen Boerinnen, Boerendochter Plattelandsvrouwen en -meisjes in Nederland en één door de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, provincie Groningen.
In 1969 werd de stichting opgeheven. i

Het archief is in 2007 binnengekomen als schenking. Een stapel dubbelen van het mededelingenblad zijn vernietigd.
Er zijn geen openbaarheidsbeperkingen. i