Uw zoekacties: Aangifte van nalatenschappen, 1812 - 1813

1895 Aangifte van nalatenschappen, 1812 - 1813 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Algemeen
1895 Aangifte van nalatenschappen, 1812 - 1813
Inleiding
1.
Algemeen
Organisatie: Groninger Archieven
Op 1 augustus 1810 deed koning Lodewijk Napoleon deed afstand van de troon ten behoeve van zijn zoontje Karel Lodewijk Napoleon, maar het inlijvingsdecreet van het Koninkrijk Holland lag reeds klaar. Bij decreet *  van van Rambouillet van 9 juli 1810 werd het Koninkrijk Holland een deel van het Keizerrijk Frankrijk. Bij Keizerlijk Decreet van 18 oktober 1810 werd de Ordonnantie van 1805 voorlopig gecontinueerd.
Op 6 januari 1811 werden de bestaande (Franse) wetten executoir (voor ten uitvoerlegging vatbaar) verklaard. Op 1 maart 1811 werd het (Franse) Wetboek Napoleon ingevoerd *  . De daadwerkelijke invoering geschiedde bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811. De Franse belastingwetgeving werd met ingang van 1 januari 1812 ook doorgevoerd *  .
De Franse registratiewet van 22 Frimaire an VII. (12 december 1798) *  , had een geheel andere structuur van belastinginning.
De wet van 1798 was de opvolger van de eerste Franse registratiewet van 1790. De wet kende geen successierecht in de zin van de Ordonnantie van 1805, maar ging uit van registratierechten te betalen in welke vorm dam ook.
Bij besluit van de Soevereine Vorst van 23 december 1813 *  werden de registratie-kantoren per 1 januari van de invordering van de successierechten ontheven. De Ordonnantie van 1805 werd opnieuw van kracht verklaard.
Het gebied der tegenwoordige provincie Groningen was onderverdeeld in de arrondissementen Appingedam, Groningen en Winschoten en de provincie Drenthe omvatte in zijn geheel het 4e arrondissement. In ieder arrondissement was een aantal ontvangkantoren gevestigd.
De kantoren van de ontvangers waren gevestigd te Appingedam, Loppersum, Middelstum, Winsum; Aduard, Groningen (2 cantons), Hoogezand, De Leek, Zuidhorn, Winschoten, Veendam, Oude Pekela, Weener, Jemgum en die in de provincie Drenthe te Assen, Dalen, Hoogeveen en Meppel (zie vorige pagina).
Naast de werkzaamheden voortvloeiende uit de Registratiewet van 1798 werden zij belast met de registratie van civiele, gerechtelijke, onderhandse akte, hypotheken, jacht- en visserij, paspoorten,, wapenvergunningen, en van de inkomsten uit de boeten, geldstraffen bij vonnis opgeleg, van de pacht- en verkoopprijzen van de corporele en incorporele domeingoederen, uit het slechts debiteren van gezegeld papier en van het buitengewoon zegel.
2. Verantwoording
3. Openbaarheid

Kenmerken

Beschrijving:
Plaatsingslijst van stukken betreffende aangifte van nalatenschappen, afkomstig van de recerveurs van de 'Regie de l'enregistrement et des domaines' te Middelstum
Bewerker:
S. Koorn
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
2001
Omvang:
0,55 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Voorheen deel van toegangnummer 40