1830 Hinderwetvergunningen gemeente Groningen (1), (1871) 1875 - 1965 ( Groninger Archieven )
1830
Hinderwetvergunningen gemeente Groningen (1), (1871) 1875 - 1965
Beschrijving van het archief
Inhoud en structuur van het archief
1830 Hinderwetvergunningen gemeente Groningen (1), (1871) 1875 - 1965
Beschrijving van het archief
Inhoud en structuur van het archief
ead-typering:
descgrp type ="content_and_structure"
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 10-01-2020
Omschrijving van de inhoud
Deze inventaris geeft een overzicht van dossiers inzake vergunningen die verstrekt zijn op basis van de Hinderwet aan bedrijven op het grondgebied van de gemeente Groningen in de periode van 1875 tot en met 1965. Uit de inventaris wordt wel duidelijk hoeveel hinderwetdossiers er zijn geweest, maar de verzameling is niet compleet; ongeveer 15 % van de dossiers ontbreekt.
De vergunningen zijn niet uitsluitend aan bedrijven in de gemeente Groningen verstrekt: er zitten bijvoorbeeld ook bedrijven gevestigd in Haren bij (zie inv.nrs. 1250 en 1331). De periodisering is ook niet waterdicht, want een aantal vergunningen dateert van vóór 1875 (zie inv.nrs. 283 en 1435).
Deze inventaris geeft een overzicht van dossiers inzake vergunningen die verstrekt zijn op basis van de Hinderwet aan bedrijven op het grondgebied van de gemeente Groningen in de periode van 1875 tot en met 1965. Uit de inventaris wordt wel duidelijk hoeveel hinderwetdossiers er zijn geweest, maar de verzameling is niet compleet; ongeveer 15 % van de dossiers ontbreekt.
De vergunningen zijn niet uitsluitend aan bedrijven in de gemeente Groningen verstrekt: er zitten bijvoorbeeld ook bedrijven gevestigd in Haren bij (zie inv.nrs. 1250 en 1331). De periodisering is ook niet waterdicht, want een aantal vergunningen dateert van vóór 1875 (zie inv.nrs. 283 en 1435).
In 1875 werd de Fabriekswet van kracht (Stbl.nr. 95) "tot regeling van het toezigt bij het oprigten van inrigtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken." In de periode daarvoor werd het Koninklijk Besluit van 31 januari 1824 voor dit doel gebruikt. In 1895 trad de Veiligheidswet in werking (Stbl.nr. 137) en een jaar later werden Veiligheidswet en Fabriekswet gekoppeld en ontstond de Hinderwet (Stbl.nr. 222 van 1896). Een vergunning in het kader van de Hinderwet zou voortaan geweigerd worden als een bedrijf niet voldeed aan artikel 6 van de Veilgheidswet: "Het hoofd of de bestuurder zorgt, dat zijne fabriek of werkplaats voldoet aan de eischen, die bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen gesteld worden, hetzij in het algemeen ten opzichte van alle bedrijven, hetzij in het bijzonder ten opzichte van sommige bepaalde bedrijven, ten aanzien van: a. de vrije luchtruimte voor elken arbeider in verband met de hoogte van de werklokalen; b. de luchtverversching; c. de verlichting; d. het voorkomen van brand en van ongevallen bij brand; e. kleedkamers en schaftlokalen; f. de privaten. Voor fabrieken en werkplaatsen, in werking gebracht vóór het in werking treden van deze wet, kunnen minder strenge voorschriften worden gegeven dan voor fabrieken en werkplaatsen in werking gebracht na dat tijdstip." Deze wetgeving bleef tot 1952 van kracht. In dat jaar werd de nieuwe Hinderwet ingevoerd (Stbl.nr. 274).
In deze inventaris wordt verwezen naar ruim 3000 hinderwetdossiers. Een dossier kan meerdere hinderwetvergunningen bevatten, aangezien een dossier geordend is rond een adres: het volledige hinderwetverleden van dat ene adres is in het dossier te vinden, ook al zijn de vergunningen verstrekt aan verschillende aanvragers en/of voor verschillende bedrijven. De constante factor van ieder dossier is dus het adres, of exacter: de vestigingsplek, want ook de adresaanduidingen zijn aan veranderingen onderhevig geweest. Voor 1899 was de stad verdeeld in wijken. Deze wijken omvatten een aantal straten. Soms liep een wijkgrens dwars door een straat. De huisnummers werden toen aangegeven met een letter die de wijk aanduidde aangevuld met een nummer voor het huis. In 1900 werd in de stad Groningen de huisnummering per straat ingevoerd, volgens het nu nog geldende systeem. Van deze omnummering bestaat een lijst. Deze omnummeringslijst alsmede lijsten van eerdere omnummeringen treft u aan in toegang 1700 onder de inv.nrs. 21-25. Als deze informatie niet voldoende of toereikend is, zie ook nog toegang 1399 inv.nrs. 7066-7090.
Niet alle bedrijven hadden een hinderwetvergunning nodig. De Fabriekswet van 1875 onderscheidde 18 categorieën van bedrijven die een vergunning dienden te hebben. In 1876 en 1907 werd deze lijst aangepast. De vergunning werd verleend door Burgemeester en Wethouders die eventueel ook de voorwaarden stelden en toezicht hielden. Bij oprichting, wijziging en uitbreiding van een inrichting was een vergunning nodig (mits de inrichting natuurlijk in de bovengenoemde 18 categorieën viel). Was een aanvrager het niet eens met de beslissing van B. & W. (bijvoorbeeld bij weigering van de vergunning of de gestelde voorwaarden werden onredelijk geacht) dan kon hij in beroep gaan bij de Kroon (zie bijv. inv.nr. 1200). Soms was de aanvrager de gemeente zelf; in die gevallen moest over de aanvraag beslist worden door Gedeputeerde Staten van de provincie (zie bijv. inv.nrs.134 en 2129).
Een vergunning kon worden geweigerd bij gevaar, schade aan eigendommen, bedrijven of gezondheid en hinder van ernstige aard, waartoe behoorde het ter bewoning ongeschikt maken van (gedeelten) van woonhuizen, het belemmeren van het gebruik van kerken, scholen en ziekenhuizen en het verspreiden van vuil of walgelijke uitdampingen. Als een bedrijf niet voldeed aan de bepalingen van de Hinderwet dan kon het gemeentebestuur het voortzetten van de werkzaamheden verbieden en de inrichting laten sluiten. Daarnaast liep de overtreder het risico van geldboetes en/of hechtenis.
Een derde partij in de Hinderwetprocedure werd gevormd door de omwonenden van het bedrijf in kwestie. Iedereen in een straal van 200 meter van de betreffende inrichting diende door de gemeente geïnformeerd te worden betreffende het verzoek om een hinderwetvergunning en had de mogelijkheid zowel mondeling als schriftelijk bezwaar te maken. Ook zij konden in beroep gaan bij de Kroon indien de beslissing van B. & W. niet bevredigend werd geacht.
Selectie
Hoewel categorie 2.8 van de vernietigingslijst voor gemeenten de mogelijkheid bood om de Hinderwetdossiers na vervallen te vernietigen zijn ze vrijwel allemaal bewaard en overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
Hoewel categorie 2.8 van de vernietigingslijst voor gemeenten de mogelijkheid bood om de Hinderwetdossiers na vervallen te vernietigen zijn ze vrijwel allemaal bewaard en overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
Aanvullingen
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Voor dit archief worden geen aanvullingen verwacht.
Verantwoording van de bewerking
De oorspronkelijke nummering van de dossiers is gehandhaafd. De beschrijvingen beginnen met het adres waarvoor de vergunning wordt gevraagd. Verder zijn de aanvrager en het soort bedrijf of bedrijvigheid genoemd. De beschrijvingen zijn alfabetisch op straatnaam geordend.
De oorspronkelijke nummering van de dossiers is gehandhaafd. De beschrijvingen beginnen met het adres waarvoor de vergunning wordt gevraagd. Verder zijn de aanvrager en het soort bedrijf of bedrijvigheid genoemd. De beschrijvingen zijn alfabetisch op straatnaam geordend.
Ordening
De ordening van deze verzameling hinderwetdossiers is de ordening die reeds bestond bij de overdracht aan de Groninger Archieven (toen nog het Gemeentearchief). Deze ordening is erg los en globaal als volgt weer te geven: - tot inv.nr. 230 geen ordening; - tot inv.nr. 1425 alfabetisch op naam van aanvrager over de periode tot 1925; - tot inv.nr. 1520 een restant uit deze periode dat niet alfabetisch is geordend; - bij inv.nr. 1521 begint een chronologische ordening vanaf 1925. Nogmaals: deze ordening is zeer los en werd niet strikt toegepast en ze moet met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden.
De ordening van deze verzameling hinderwetdossiers is de ordening die reeds bestond bij de overdracht aan de Groninger Archieven (toen nog het Gemeentearchief). Deze ordening is erg los en globaal als volgt weer te geven: - tot inv.nr. 230 geen ordening; - tot inv.nr. 1425 alfabetisch op naam van aanvrager over de periode tot 1925; - tot inv.nr. 1520 een restant uit deze periode dat niet alfabetisch is geordend; - bij inv.nr. 1521 begint een chronologische ordening vanaf 1925. Nogmaals: deze ordening is zeer los en werd niet strikt toegepast en ze moet met de nodige voorzichtigheid gehanteerd worden.
laatste wijziging 26-09-2023
3.130 beschreven archiefstukken
Bijlagen
laatste wijziging 26-09-2023
3.130 beschreven archiefstukken
Series en archiefbestanddelen
laatste wijziging 26-09-2023
3.130 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van de serie hinderwetvergunningen van de gemeente Groningen
Bewerker:
C. Hogardi
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2015
Laatste uitvoer:
26-09-2023
Omvang:
40 standaardarchiefberging
Taal van het materiaal:
Nederlands
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 26-09-2023
3.130 beschreven archiefstukken