176 Classis Loppersum, 1602 - 1816 ( Groninger Archieven )
176
Classis Loppersum, 1602 - 1816
Inleiding
De classis Appingedam in zijn huidige vorm dateert van 1816. In dat jaar werd bij K.B. nieuwe kerkorde vastgesteld. De classes Appingedam en Loppersum werden daarbij samengevoegd tot één classis Appingedam. De toenmalige functionarissen moesten hun bevoegdheden vóór 1 april 1816 neerleggen en tevens hun boeken en archieven overdragen aan die kerkelijke besturen en personen, die Z.M. de Koning zou benoemen. In verband daarmee is 1816 als scheidingsjaar genomen tussen oud en nieuw archief.
laatste wijziging 14-04-2018
10 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 14-04-2018
10 beschreven archiefstukken
Bijlagen
1. Bijlage I: Taakverdeling voor het classicaal bestuur en de classicale vergadering
176 Classis Loppersum, 1602 - 1816
Bijlagen
1.
Bijlage I: Taakverdeling voor het classicaal bestuur en de classicale vergadering
Bijlage I: Taakverdeling voor het classicaal bestuur en de classicale vergadering, zoals deze voorkomen in: De reglementen der Nederlandsche Hervormde kerk, 2e druk, 's-Gravenhage 1924. Art. 40, blz. 22 en 23. Aan de classicale vergadering behoort:
1e: het doen van benoemingen, welke haar zijn opgedragen;
2e: het geven consideratiën harer leden op de haar door de Synode toegezonden nieuwe reglementen of veranderingen in de bestaande -welke consideratiën zij rechtstreeks aan de Synode doen toekomen;
3e: het opnemen en afsluiten der classicale rekeningen, de regeling van het hetgeen betrekking heeft op de fondsen, waartoe die rekeningen behoren, en in het bijzonder het telkens voor één jaar uit de predikant- leden des classicalen bestuurs benoemen van een classicale quaestor en secundus. Die quaestor treedt op met de 1e januari daaraanvolgende op;
4e: het beraadslagen over hetgeen bevorderlijk kan zijn aan de belangen der bijzondere en gezamenlijke gemeenten in het classicaal ressort, inzonderheid wat betreft het godsdienstig en kerkelijk leven;
5e: het in overweging nemen van de voorstellen harer leden, om ze, als de hare overgenomen zijnde, aan de classicale besturen en provinciale kerkbesturen, alsmede aan de Synode op te zenden;
6e: het opnemen en afsluiten van de rekeningen der classicale weduwenbeurzen, door die leden der vergadering, die tevens leden der beurzen zijn; en het horen van een verslag, uit te brengen door de besturen der classicale weduwenbeurzen omtrent de toestand dier beurzen
Art. 43, blz. 25 en 26. Aan de classicale besturen wordt opgedragen:
1e: het toezicht over de gemeenten, predikanten (dienstdoende, emeriti en zij, die de bevoegdheid van emeriti hebben), candidaten tot den Heiligen Dienst, ouderlingen en diakenen;
2e: het kennis nemen van geschillen bij of tussen kerkeraden der gemeenten, alsmede tussen deze en de ringen of tussen de ringen onderling;
3e: de behandeling van geschillen en zaken, behorende tot de kerkelijke tucht, te weten: over de leden der gemeenten in cas van appèl; en over predikanten, candidaten tot de Heiligen Dienst, ouderlingen en diakenen ter eerste instantie;
4e: het examineren van degenen, die tot het geven van godsdienstonderwijs verlangen te worden toegelaten, en het verlenen van admissie aan zodanigen, bij gunstige uitslag van het onderzoek;
5e: het waken voor de belangen van vacante gemeenten en van predikantsweduwen-en wezen in het ressort, alsmede voor de rechten der classis op de classicale weduwenbeurzen;
6e: het toezicht op de administratie der diakonie, en het achtgeven op die der kerkelijke goederen, alsmede pastoriegoederen;
7e: de erkenning van nieuwe gemeenten, de splitsing en het tot stand brengen van combinatiën en het nemen van nodige maatregelen tot het bepalen in geval van onzekerheid, het beslissen in geval van geschil, en het veranderen in geval van noodzakelijkheid, van de grensscheidingen tussen de onderscheidene gemeenten onder hun ressort, na de kerkeraden der betrokken gemeenten en andere belanghebbenden te hebben gehoord, in gemeen overleg met de Colleges van Toezicht, die de belanghebbende administratiën horen en, wat verandering betreft, onder goedkeuring van het provinciaal kerkbestuur, met kennisgeving van een en ander aan de Algemene Synode;
8e: de vestiging en de opheffing van predikantsplaatsen op aanvraag van de kerkeraad der gemeente en onder goedkeuring van het provinciaal kerkbestuur;
9e: het jaarlijks geven aan de classicale vergadering van een beknopt verslag der gewichtigste werkzaamheden, door het bestuur verricht;
10e: het doen wat des kerkeraads is, in de gevallen bedoeld in art. 18, in verband met de art. 9, 10, 14 en 38 van het Algemeen Reglement;
11e: de zorg voor het archief, naar de bepalingen van het Reglement op de kerkelijke archieven;
12e: het indien van een aanbeveling van kerkvisitatoren met hun secundi in hun classis bij het provinciaal kerkbestuur.
laatste wijziging 14-04-2018
10 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de classis Loppersum
Bewerker:
O.A.M.W. Hartog
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1995
Omvang:
0,84 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Herziene versie van de lijst uit 1989/1994
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
10 beschreven archiefstukken