Uw zoekacties: Stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishou...

1743 Stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens, 1975 - 1984 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de gemeentelijke stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens
1743 Stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens, 1975 - 1984
Inleiding
1.
Geschiedenis van de gemeentelijke stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens
Organisatie: Groninger Archieven
In 1975 stelde de Staatsecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, drs. M(arcel) P.A. van Dam, in een nota aan de Tweede Kamer een aantal maatregelen voor om het aanbod van woonruimte ten behoeve van Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens te verbeteren. De gemeentebesturen van de 111 gemeenten waar deze problemen het grootst waren, werden verplicht tot het verrichten van een onderzoek naar de omvang van de problemen met betrekking tot deze groepen. Eén van deze gemeenten was de gemeente Groningen.
De kosten van dit onderzoek zouden door het Rijk worden voldaan mits in de betreffende gemeenten stuurgroepen werden ingesteld en de mogelijkheid zou bestaan voor personen die tot deze groepen behoorden om zich op een doelmatige wijze te laten inschrijven als woningzoekende.
De stuurgroepen zouden onder de directe leiding van een lid van het college van Burgemeester en Wethouders moeten vallen; het gemeentelijk apparaat diende te zorgen voor secretariaatsfacliteiten. De organisatorische opbouw en samenstelling van de stuurgroep werd aan de plaatselijke omstandigheden overgelaten.
In een bijeenkomst op het stadhuis op 26 november 1975 werd besloten hoe de Groningse stuurgroep zou worden samengesteld. Op 2 augustus 1976 werd de stuurgroep door burgemeester Buiter geïnstalleerd. De stuurgroep bestond uit 2 leden namens de gezamenlijke woningbouwcorporaties in de gemeente en verder vertegenwoordigers van de Universiteit, de Stichting Studenten Huisvesting, het Jongeren Advies Centrum, de jongerenorganisatie van het C.N.V., de Nederlandse Vrijgezellen Bond, het C.O.C.(Nederlandse vereniging tot Integratie van Homosexualiteit) en de jongerenorganisaties van de vakcentrales. Als technisch adviseur werd de heer T.P.M. Timmers van de dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting van de gemeente in de stuurgroep opgenomen. Verder werden de H.B.O.-instellingen en de de politieke partijen alsnog in de gelegeneid gesteld om 1 respectievelijk 2 vertegenwoordigers aan te wijzen.
De taak van de stuurgroepen was om allereerst na te gaan waar ten aanzien van de huisvesting van alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens de grootste problemen lagen en welke mogelijkheden er beschikbaar waren om op korte termijn de ernstigste nood te lenigen. Het was niet noodzakelijk om daarvoor de resultaten van het onderzoek af te wachten. De stuurgroep diende onder meer na te gaan hoe de huisvestingssituatie spoedig kon worden verbeterd door bestaande panden te verbouwen. Daarnaast moest worden bezien of , en zo ja, welke knelpunten het in uitvoering nemen van gereed liggende nieuw- en verbouwplannen eventueel beletten.
Op 1 september 1975 stonden er in de gemeente Groningen in totaal 11.490 woningzoekenden geregistreerd waarvan er 3162 tot de categorie alleenstaanden behoorden. (inv. nr. 5). In 1978 werd 80 % van de woningzoekenden tot de categorie van Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens gerekend. In 1981 behoorden 18.000 van de 22.000 geregistreerde woningzoekenden tot de categorie Alleenstaanden of Tweepersoonshuishoudens.
De Groningse stuurgroep HAT kende een moeizame start. Het enthousiasme van de leden van de stuurgroep was aanvankelijk niet erg groot. Op de vergadering van 17 augustus 1976 waren slechts 4 leden vertegenwordigd. Verder was er nog een ¿jongedame¿, van wie de notulist de naam niet heeft opgevangen en die als tijdelijk, toehorend vertegenwoordigster van het HBO optrad.
Ook van de zijde van het gemeentebestuur klonken niet altijd positieve geluiden. In de notulen van de vergadering van 20 september 1976 werd gemeld dat via de pers bekend werd dat wethouder L.J. Westerhof zich negatief over de stuurgroep had uitgelaten als iets ¿waarin je beter geen zitting kunt nemen, want het is zonde van de tijd¿. De stuurgroep was echter financieel gezien niet afhankelijk van de gemeente omdat de werkzaamheden vanuit de Rijksoverheid werden gefinancierd.
Aangezien de gemeente Groningen geen secretariaatsfaciliteiten verschafte, moest de stuurgroep hierin zelfstandig voorzien. Er werd een ruimte gehuurd, een secretariaatsbureau ingericht en een medewerker aangesteld.
Tot de eerste projekten waar de stuurgroep zich mee bezig hield behoorde het voormalige Mariapension (Butjesstraat).
In maart 1977 constateerde stuurgroep-lid Geersing namens het SSH-bestuur) dat de stuurgroep in de raad geen politieke basis had en van daaruit geen steun ontving: ¿Noch de stuurgroep, noch de zaken waarmee zij zich bezighoudt, leven in de raad¿.
Om op korte termijn iets aan het aanbod van woonruimte voor alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens te vergroten werd de Van Dam-regeling in het leven geroepen. Dit bestond uit een programma van 40.000 woningen van geringe omvang waarvan met behulp met een extra objektsubsidie werd getracht de huur laag te houden zodat toekomstige huurders geen gebruik hoefden te maken van individuele huursubsidie. Omdat het animo om dit soort woningen te bouwen gering bleek, werden er een aantal stimuleringsmaatregelen aan toegevoegd. De eerste projekten in de stad die met behulp van deze regeling werden gerealiseerd waren: Butjesstraat (Gruno), Goeman Borgesius (SSH), Damsterdiep 100, Vechtstraat en Davidstraat (Patrimonium)
Vanaf 1978, na de vorming van een college van B en W door de PVDA, CPN, PPR, PSP en D'66, werd de invloed van de stuurgroep groter
In april 1978 kon de stuurgroep haar activiteiten drastisch uitbreiden. Ze kreeg de beschikking over een eigen kantoor aan de Kleine Kromme Elleboog en een drietal medewerkers voor het verrichten van secretariaats- en onderzoekswerkzaamheden. Behalve een Dagelijks Bestuur kende ze een werkgroep voor projekten en woonruimteverdeling.
De meeste activiteiten hadden betrekking op kleinere projekten in of rond de binnenstad. Het ging daarbij veelal om de verbouwing van oudere panden (pakhuizen, herenhuizen, herenhuizen, pakhuizen en zelfs fabrieken) tot HAT-eenheden. Ook hield men zich bezig met plannen tot opsplitsing van bestaande eengezinswoningen tot HAT- eenheden. De stuurgroep kreeg een belangrijke rol als stimulator in het huisvestingsbeleid. Ze had in haar begroting de mogelijkheid om haalbaarheidsonderzoeken te laten verrichten door architekten. Vooral door deze haalbaarheidsonderzoeken, groeide het belang van de stuurgroep. Vanaf 1979 werden regelmatig vergaderingen gehouden met besturen en directies van woningbouwcorporaties en het gemeentebestuur (met name wethouder Y.Gietema) waarin de haalbaar geachte projekten werden toegewezen aan de woningbouwcorporaties of de SSH. Naarmate de belangstelling van de corporaties voor de HAT- eenheden groter werd, kwam ook de positie van de SSH meer en meer ter discussie te staan. (inv. nr. 12)
De stuurgroep moest er mede voor zorgen dat een apart beleid voor de huisvesting van alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens overbodig werd. Ze moest er naar streven om haar eigen bestaan overbodig te maken. In een groot deel van de aangewezen gemeenten bleek dit na enkele jaren (1979) inderdaad het geval. In de Universiteitssteden bleken de problemen van een dusdanige omvang dat het gewenst was het bestaan van deze stuurgroep te verlengen. Uiteindelijk kwam er in Groningen in 1983 een einde aan de werkzaamheden van de stuurgroep.
Bij het beëindigen van de werkzaamheden van de stuurgroep besloot men een nota uit te brengen om de continuiteit te waarborgen. Men constateerde daarbij dat er ernstige tekortkomingen waren in het volkshuisvestingsbeleid in de gemeente Groningen. Deze laatste nota (inv. nr. 32 )van de stuurgroep moest dienen als discussiestuk voor de verantwoordelijken en belanghebbenden.
2. Archiefvoming, inventarisatie en openbaarheid

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de gemeentelijke stuurgroep Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens (HAT)
Bewerker:
T.F. Flokstra
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1999
Omvang:
2,6 m standaardarchiefberging