Uw zoekacties: Parochie van de Heilige Willibrordus te Sappemeer, 1705 - 1969

166 Parochie van de Heilige Willibrordus te Sappemeer, 1705 - 1969 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Het Katholicisme in de provincie Groningen na de reductie
2. Bestuur en instellingen binnen de statie en parochie
3. De pastoor
166 Parochie van de Heilige Willibrordus te Sappemeer, 1705 - 1969
Inleiding
3.
De pastoor
ead-typering:
bioghist
Organisatie: Groninger Archieven
De pastoor is de priester die als hoofd van de parochie de zielezorg uitoefend onder het gezag van de plaatselijke ordinaris (1956 was dat voor Sappemeer de aartsbisschop van Utrecht, daarna de bisschop van Groningen). Kerkrechtelijk heeft de pastoor het recht, om het doopsel plechtig toe te dienen, het sacramder stervenden en het H. Oliesel uit te reiken en te assisteren bij huwelijkssluitingen etc. Deze rechten heeft hij vanaf het moment van inbezitname van de parochie bij zijn installatio. Hij is verplicht zich te huisvesten in de pastorie dicht bij de kerk, op zon- en feestdagen de mis tot intentie van zijn parochianen op te dragen en parochieboeken bij te houden, te weten de doopvormsel, trouw- en dodenboeken en het register van alle parochianen. Deze verplichtingen zijn neergelegd in de Codex Iuris Canonici van 1918 (c. 451-470). Daarnaast heeft hij de dagelijkse leiding in de parochie. De direkte taken die hieruit voortvloeien staan opgesomd in artikel 21 van het Algemeen Reglement. Hij is in deze slechts verantwoording schuldig aan zijn direkte superieur, de bisschop. Tevens is hij van rechtswege voorzitter van het kerkbestuur (art. 4) en tot 1967 benoemde hij tevens het kerkpersoneel. De bezoldiging van de pastoor werd geregeld door de bisschop, in overleg met het kerkbestuur.
Ook van staatswege ontvangen de pastoor en kapelaan een zgn. traktement en bij hun pensionering een staatspensioen. Deze toelage is vastgesteld bij de grondwet van 1815, maar werd voor de meeste katholieken pas bij de ontkoppeling van het toezicht aan deze traktementen bij grondwet van 1848 acceptabel *  . De hoogte van de rijkstraktementen werden in 1815 naar de grootte van de standplaats vastgesteld, en sindsdien niet meer gewijzigd, ofschoon de grondwet deze mogelijkheid openliet. De overheid bepaalt zich hoofdzakelijk tot het verlenen van nieuwe rijkstraktementen en is daar nog uiterst restriktief te werk gegaan.
De pastoor van Sappemeer geniet sinds 1815 een jaarwedde van de staat van ? 400,- en zijn kapelaan ? 150,--. In 1946 is een staatscommissie in het leven geroepen om de bestaande financiële verhoudingen tussen kerkgenootschappen en staat door te lichten. Deze commissie onder voorzitterschap van Mr. G.E. van Walsum, bracht in 1967 een rapport uit waarin gepleit wordt om tot een herziening van de bestaande regeling te komen *  . Zij stelt voor om jaarlijks 50 miljoen goulden onder de kerkgenootschappen te verdelen. Deze gelden zouden dan door de afzonderlijke kerken naar goeddunken kunnen worden besteed *  . Helaas is dit voorstel nog steeds niet door het parlement in behandeling genomen. Sinds enkele jaren is de salariëring van de pastoors door de parochie sterk vereenvoudigd. Het salaris wordt uit de kerkekas betaalt. De overige inkomsten zoals stoolrechten, misintenties etc. komen nu ten goede van de kerkkas.
4. Het kerkbestuur en schoolbestuur
5. Het armbestuur
6. Het terrritoir
7. Het archief en de verantwoording van de inventarisatie
Bijlagen
Lijst van pastoors

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van de archieven van de Heilige Willibrordus te Sappemeer
Bewerker:
M.W. van Boven
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1974
Laatste uitvoer:
20-08-2021
Omvang:
2,4 m standaardarchiefberging