Uw zoekacties: Afdeling Groningen van de Christelijk-Historische vrouwengro...

1555 Afdeling Groningen van de Christelijk-Historische vrouwengroep, 1946 - 1980 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Historisch overzicht
1555 Afdeling Groningen van de Christelijk-Historische vrouwengroep, 1946 - 1980
Inleiding
1.
Historisch overzicht
Organisatie: Groninger Archieven
De houding van de Christelijke partijen tegenover het actief en passief kiesrecht voor vrouwen was in de eerste decennia van deze eeuw óf tamelijk gereserveerd óf ronduit afwijzend. De Anti-Revolutionaire Partij (ARP) koesterde tot na de Tweede Wereldoorlog principiële bezwaren tegen activiteiten van vrouwen in het politiek en staatkundig leven. In de Christelijk-Historische Unie (CHU), waar vanouds veel ruimte werd gelaten voor uitéénlopende persoonlijke meningen, waren de standpunten ten aanzien van het vrouwenkiesrecht zeer verschillend. Jhr Mr A.F. de Savornin Lohman sprak zich uit voor actief, maar tegen passief kiesrecht. In 1922 werd Mr C.F. Katz als eerste vrouw voor de CHU in de Tweede Kamer verkozen. Zij werd de stimulerende kracht achter de vrouwenbeweging in de partij en verkreeg in 1935 de aarzelende medewerking van de partijleiding voor de oprichting van de Centrale van CHU- vrouwengroepen.
De Christelijk-Historische Vrouwengroep, afdeling Groningen kwam op 31 mei 1946 voor de eerste keer bijeen. De CHU-vrouwen streefden naar een betere, politieke scholing van de vrouw en naar een verdieping van de bezinning over sociale problemen en het eigen geestelijk leven. Men wilde de afzijdigheid van vrouwen ten opzichte van het politieke leven doorbreken. Ook de vrouw moest leren vergaderen, discussiëren en een onderwerp bespreken. Het gevoel dat er toch niets van te begrijpen, diende te verdwijnen. Tevens zou in nauwe samenwerking met de plaatselijke kiesvereniging propaganda gemaakt te worden voor de CHU en voor de beginselen van deze partij. Daarbij behoorde een zuivere verhouding tussen christendom en politiek bewaakt en bewaard te worden. Naast bestuursvergaderingen belegde de afdeling ook ledenvergaderingen, tijdens welke vaak lezingen of referaten werden gehouden door daartoe uitgenodigde gastsprekers. Naast boekbesprekingen en historische causerieën werden er verhandelingen gehouden over internationale politiek, de volkshuisvesting, sociaal-economische vraagstukken, onderwijs, de volksgezondheid en maatschappelijke zorg. Soms werden hooggeplaatste partijgenoten, zoals Jkvr Mr C.W.I. Wttewaall van Stoetwegen, die na de oorlog de plaats had ingenomen van Mr C.F. Katz, uitgenodigd de Groninger vrouwengroep toe te spreken. In de jaren vijftig werden de vrouwen opgeroepen op vrouwen te stemmen om daardoor de invloed van vrouwen in de Nederlandse politiek te versterken. De wijze, waarop de door mannen beheerste verkiezingsstrijd steeds weer werd uitgevochten, achtte men platvloers en beginselloos. Meer vrouwen in de actieve politiek zouden het niveau en de zuiverheid in staatszaken kunnen doen toenemen.
Omstreeks 1970 begon de vrouwenbeweging in de CHU snel aan elan en aantrekkingskracht in te boeken. De deconfessionalisering rukte op en de tweede emancipatie-golf met verdergaande aspiraties kreeg steeds meer wind in de zeilen. Bovendien waren de drie, grote christelijke partijen begonnen aan het proces van samengaan, dat zou uitmonden in de oprichting van het Christen-Democratisch Appel (CDA) en het CDA-vrouwenberaad. Ook de Groninger vrouwengroep werd met deze verschijnselen en omstandigheden geconfronteerd. Duidelijk was toen ook al, dat het naderend einde niet verguld zou kunnen worden met eclatante successen; de partij-politieke participatie van de Christenvrouw was nog steeds gering evenals het aantal vrouwen in vertegenwoordigende lichamen en openbare ambten.
2. Inventarisatie en openbaarheid

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van Christelijk-Historische vrouwengroep, afd. Groningen
Bewerker:
P.H.J. Woltjer
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1991
Omvang:
0,12 m standaardarchiefberging