Uw zoekacties: Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594

1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De Groningse parochiekerken vóór de Reductie
2. De kerken
3. De archieven
4. Inventarisatie
Regestenlijst
701-800
1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Regestenlijst
701-800
Datering:
1525 April 23 - 1555 Mei 6
Organisatie: Groninger Archieven
Regest 707 , 1526 September 15 ("Gegeven in den jare ons Heren dusent vijffhundert ende ses ende twintich des daghes na ex altationis sancte crucis").: De doctoren en pastoors van de Sunte Merten en Walburgekerk Hugo van Nulo, persona der personaatschap, en Everardus Jarghes, verklaren mede namens gemene priesters der kerken “in den dage exaltationis Sancte crucis” van een ongenoemd persoon ontvangen te hebben tweehonderd overlanse golden rijnsgulden “vor een testament te bidden voer daer men dat vor begheert ende vor alle elendighe kersten gelovige zielen", welke gelden zij belegd hebben bij Lodewick Hornken en Ette, echtelieden, in een jaarlijkse rente van twaalf golden rijnsg., te beuren uit 140 grazen land in ’t karspel van Spijcke, “Sickamaheert” geheten, waarvoor pastoors en priesters beloven elke Maandag “een eerlicke, singende requiem, of sielmisse" te vieren, “myt deners, dyaken, ende subdyaken, ende mijt der bedecter bane voer den altaer staende”, met een paternosterin de evangelium te lezen voor de stichter dezer mis en “alle kersten ghelovige zielen,” terwijl priesters, celebranten en koster (deze evenveel als een priester) voor “presentie” ontvangen evenveel als bij de H. Sacram en de H. Annen mis; met bepaling dat deze rente aan voogden van de St. Maarten en St. Walburgkerk zal vervallen “tot behoef der kercken staande te houden", indien priesters de voornoemde mis niet nakomen.
Oorspr.; met aanhangende zegels in rode was van Hugo van Nulo en Everardus Jarghes. Inv. nr. 342.
In dorso: de Misse Requiem; m.a.h.: Twalf golden Rijnsgl. uit ... landt tot Spijck jaerlix te boeren.
Regest 738 , 1530 November 29. ("Gegeven in den jaer unses Heren dusent viffhundert ende dartich up avende Andree apostoli do Johan hoernken Everdess. Hilbrandt Rolteman, Evert Mepsche ende Johan Schatter borghermestere weren unser stadt").: Burgemeesteren en Raad in Groeninghen oorkonden, dat mr. Johan Jarges voor hen verklaarde in uitvoering van het “testament" van zijn vader en tot zaligheid zijner ziel en die van zijn broeder en vrienden overgedragen te hebben aan kerkheren en gemene priesters van de St. Marten en St. Walburgenkerk de jaarlijkse renten van vijftien Arns. gulden en anderhalf gouden Rijnsgulden, waarvan de brieven spreken, waardoor deze brief getransfigeerd is, benevens een jaarlijkse rente van vier gouden Rijnse gulden, waarvan een scheidsbrief tussen zijn broeders spreekt, met last hiervoor jaarlijks op nader aangeduide termijnen ’t Responsorium Tenebre te zingen bij welke gelegenheid aan elk aanwezige priester tot dertig toe, 1½ stuiver, en aan de koster een priesters-aandeel zal uitgekeerd worden, terwijl de procurator van ’t overblijvende eerst de waskaarsen zal “bestellen” en het overblijvende onder de priesters zal verdelen tot koorpenningen.
Transfix bij 3 oork. d.d. 1482 Februari 21 (Reg. no. 324); 1483 Maart 8 (Reg. no. 331); 1483 December 11 (R. no. 340);
Oorspr.; met stadszegel. Inv. nr. 401.
In dorso: de priesters tho Sunte Marten; m.a.h.: de Erbare Albert Jarges, raedtsheer hefft sodane veer Golden Rijnsgulden rente daer deze brieff onder anderen van vermeldende is, witlick ende wall mit ene gherede summe gheldes affgelosset ende quidt gekoffet na ... inholdt seker besegelden brieff den sijn erb. daerup van den heren pastoren ende procurator der ghemenen priesteren in Sunte Marten ende Sunt Walburgen kercken untfangen woe dit allent heer Franciscus Schedam als procurator in der tijdt der priesteren voers. voer mij secretario undergescr. persoenlicken bekande.
Actum den soeventhijnden dach Novembris Ao XV C twe ende tsestich. Alting 11-17-62.
Regest 759 , 1538 Juli 31 ("Datum anno Domini millesimo quingentesimo trigesimo octavo, die vero mercurii ultima mensis Julii").: De officiaal van de proost en archidiaken van de Mariakerk te Utrecht, deelt mee, dat de gemene burgers en inwoners van de Ae-kerkparochie te Groningen, als gerechtigde patroons en collatoren, in tegenwoordigheid van de burgemeesters Nicolaas Schaffer en Johan Schatter en van de notaris en bijgeroepen getuigen voor genoemde kerk sinds het afgaan van mr. Jacob Amelens vacerend, bij meerderheid van stemmen mr. Reynerus Broyll aan de genoemde proost tot het verkrijgen van de institutio canonica gepresenteerd hebben, draagt al zijn onderhorigen, in de eerste plaats de geestelijken en notarissen op, genoemde Reynerus gedurende twee feestdagen, door één niet-feestdag onderling van elkander gescheiden, in genoemde kerk als gepresenteerde te proclameren, en daagt een ieder, die zich tegen deze presentatie op enige wijze meent te mogen verzetten, op de eerste rechtsdag na de laatste proclamatie, voor de deken, terwijl hij (anders) als niemand op de genoemde termijn in verzet komt, door deze brief genoemde Regnerus in de genoemde kerk institueert, en hem de zorg voor de zielen en reliquien opdraagt, en de parochianen gebiedt Reijnerus na de gebruikelijke eedsaflegging met de gewone plechtigheden te ontvangen en van alle rechten in het bezit te stellen, en alle schuldenaars en pachtenaars opdraagt, hun verplichtingen aan mr. Reynerus na te komen.
Oorspr.; met aanhangend vicariaats-zegel in groene was. Inv.nr. 150, en ondertekend door Johannes de Amerongen, notaris.
In dorso: Testimonium vocationis M. Reijneri Broyls. (verder aant. van de hand van Keiser)
Regest 762 , 1539 Juli 31 ("Gegeven in den jare unses Heren dusent vijffhundert negen ende dartich up Donredach nae Jacobi apostoli").: Stadhouder en hoofdmannen der stadt en Ummelanden van Gronyngen oorkonden, dat zij op verzoek van enige rentenhouders en schuldeisers op wijlen Eppe Sickumma, die daartoe zijn 10 jukken land in Ubbemaheert in Cloesterbueren verbonden had, de drie achtereenvolgende kerkenkondigingen door de pastoor aldaar en door de “stadknechten" te Groningen hebben laten doen, waarop de voogden van O.L.V. kerk ter Ae, Hilbrant Rolteman, Jacob en Ghese Smyt, Bruun Kremer, Herman Hopper, Herman Goltsmyt, Anne Nachtegale, de zoon van wijlen Eppe, Anna Swaechgemans, Jacob up ’t Zijlken, de dochter van wijlen Eppe, Oyttyen de neyster hun rente en schuldbrieven door de “schrijver” van de hoofdmannenkamer hebben laten aantekenen, dat zij vervolgens het genoemde land op 20 Embder gulden elk juk “gesatt” hebben, welke som de voogden van O.L.V. kerk ter Ae in de volgende drie kerkenkondigingen verhoogd hebben tot 34 Embder gulden, en dat zij daarop voornoemde kerkvoogden tegen de laatst genoemde som in de eigendom van de genoemde landen met de daarop rustende verplichtingen gesteld hebben, terwijl de bate der geboden som op de genoemde renten en schulden door Wolter in den Ham, als voormond der kinderen van wijlen Eppe Sickumma ontvangen is.
Oorspr.; met aanhangend zegel van Stadhouders en hoofdmannen in rode was. Inv. nr. 232.
In dorso: No. 3; m.a.h.: van 10 juck landes inn Ubbema heerdt in Cloesterbueren
Regest 793 , 1552 December 16 ("Datum ... anno a nativitate Domini millesimo quingentesimo quinguagesima secundo die veneris decima sexta mensis Decembris").: Anthonius Perrenot, (episcopus Attrebatensis), bisschop van Atrecht, proost en archidiaken van de Mariakerk te Utrecht, mededelend, dat mr. Reijnerus Broels, pastoor van de kerk “ther Ahe” in Groningen, als enig patroon en collator aan hem voor de vicarie van het St. Anthoniusaltaar in genoemde kerk, sinds het aftreden van Mr. Paulus Vrise vacerend, Nicolaus Ruteri "de zwellis" tot het verkrijgen van de "institutio canonica" gepresenteerd heeft, draagt al zijn onderhorigen, in de eerste plaats de geestelijken en notarissen op, genoemde Nicolaus Ruteri gedurende twee feestdagen en één niet feest-dag, onderling van elkander gescheiden als gepresenteerde te proclameren, en daagt een ieder, die zich tegen deze presentatie op enige wijze meent te mogen verzetten, vóór hun op de eerste rechtsdag na St. Pontiani op de priemtijd, en verwijst de zodanigen naar mr. Joannes de Goch, kanunnik van St. Salvator te Utrecht, terwijl hij, indien niemand op de genoemde termijn in verzet komt, Nicolaus Ruteri door deze brief in het genoemde altaar institueert, en hun allen gebiedt deze na eedsaflegging met de verschuldigde en gebruikelijke plechtigheden in het bezit van de vicarie met al haar rechten te stellen, en de schuldenaars en pachtenaars opdraagt al hun verplichtingen ten opzichte van Nicolaus Ruteri na te komen.
Oorspr.; het aanhangend zegel van de proost is afgevallen. Inv. nr. 151.
Ondertekend “de mandato Jo Boelen notarius”

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Groningse parochiekerken voor de reductie
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1913
Laatste uitvoer:
20-01-2022
Omvang:
5,6 m standaardarchiefberging