Uw zoekacties: Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594

1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De Groningse parochiekerken vóór de Reductie
2. De kerken
3. De archieven
4. Inventarisatie
1539 Groningse parochiekerken voor de reductie, 1246 - 1594
Inleiding
4.
Inventarisatie
Organisatie: Groninger Archieven
Voor de door ons gemaakte afdelingen van de inventarissen hebben wij slechts op enkele punten in het bijzonder de aandacht te vestigen.
Het voornaamste deel van de inventarissen vormen, als uiteraard te verwachten was, de stukken betreffende de administratie van de goederen; alleen het archief van de Kerkvoogdij der Akerk bevat een groter aantal stukken van anderen aard.
Aan de afdelingen welke de eigenlijke administratie van deze kerkengoederen bevatten hebben wij een afdeling laten voorafgaan welke de stukken van meer algemene aard bevatten (privilegien, aanstellingen van geestelijken, overeenkomsten met altaren en geestelijken, etc.), terwijl wij de stukken, welk het onderhoud van de kerkgebouwen, de aan de kerken verbonden scholen en andere punten betroffen, hebben laten volgen.
Vermelding verdient alleen, dat wij bij de lijst van eigendommen, welke de kerkvoogdijen en priesters verkregen hadden, de bestemming waarmede zij aan de kerken gekomen waren, hebben laten uitkomen. In het bijzonder wijzen wij hierbij op de vele goederen, welke aan de kerken gekomen zijn onder last hiervoor enige memorien te onderhouden; overal waar de term “voor enen ewigen testamente” of “memorie” in de akten voorkwam, hebben wij het bestaan van een dergelijke last aangenomen.
Een verdere onderscheiding van goederen, welke door aankoop of welke door ruil of schenking verkregen waren, gelijk wij aanvankelijk nog overwogen hadden, hebben wij toch niet aangenomen; in vele akten is een deel der overgedragen rente verkocht, een ander deel als schenking bedoeld geweest, in andere akten was het niet duidelijk of van een ruil of verkoop sprake was. Bijzondere betekenis was trouwens aan een dergelijke lijst van aangekochte of anderszins verworven eigendommen niet te hechten.
Wat betreft de beschrijving der stukken, wij hebben ons hierbij zoveel mogelijk aan de voorschriften van de Handleiding trachten te houden *  ;alleen de reeds door Mejuffrouw Bruining (Inleiding van de inventaris van het Heilige Geestgasthuis) gesignaleerde dubbelzinnigheid van het woord transfix in de Handleiding hebben wij vermeden.
Bij de samenstelling van de goederenlijsten hebben wij ons verder op het standpunt van de gebruiker van het einde der 16e eeuw, toen dit archief een afgesloten geheel vormde, geplaatst.
De bezwaren hiertegen zullen niet groot zijn, daar de namen der meeste straten ongewijzigd zijn; de namen Gaddingestraat (= Pelsterstraat), St. Walburgskerkhof (= Martinikerkhof), Kromme Jat (= Turftorenstraat), Rechte Jat (= Oude Kijk in ’t Jatstraat en Stoeldraaiersstraat), Lamme Huyngestraat (= Akerkstraat) en Kerelsweg (= Carolieweg), zijn genoegzaam bekend.
Wat de zegelbeschrijving aangaat, wij hebben het onnodig geacht het stadszegel, dat bijna bij elk stuk voorkwam, telkens te beschrijven als aanhangend, van groene kleur met contrazegel, al of niet geschonden; alleen waar de bezegeling van de gewone bezegeling afweek, hebben wij hiervan melding gemaakt.
De afkortingen bij de notarieele instrumenten “cler(icus), Traj(ectensis) (of Monasteriensis) dioc(esis) publ(icus) et imp(eriali) auct(oritate) not(arius) adm(issus) et App(robatus) zullen gemakkelijk aanvaard zijn.

Groningen, 19 april 1913

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Groningse parochiekerken voor de reductie
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1913
Laatste uitvoer:
20-01-2022
Omvang:
5,6 m standaardarchiefberging