Van de Groningse parochiekerken, waaronder wij de kerken van St. Walburg, St. Maarten en O.L.V. ter A zullen verstaan, al hebben deze nimmer gelijktijdig als zodanig dienst gedaan, zijn een groot aantal charters en stukken benevens enkele registers bewaard gebleven, welke uit de tijd vóór de Reductie dateren.
Deze stukken, voor het grootste deel aan het Rijksarchief in Groningen afgestaan, behoren tot de archieven der kerkvoogdij van de tegenwoordige Ned. Herv. Gemeente te Groningen en van de Ontvanger der Kerkelijke Gemeente, maar andere betekenis dan als titels van de verschillende eigendommen hebben zij daarin niet. Het is daarom wenselijk geoordeeld deze stukken in het oude verband te herplaatsen en te beproeven de archieven der Kerkvoogdijen en priesterschappen van genoemde kerken te reconstrueren, zoals deze op het ogenblik van de overgang der Katholieke heerschappij waren; eerst aldus kon het verschil van bestemming, waarmede de goederen in de Middeleeuwen aan de kerken gekomen waren, aan het licht gebracht en de aard van verschillende overeenkomsten en andere verhoudingen duidelijk gemaakt worden.
Zeer volledig zal deze inventaris nimmer kunnen worden. Een groot aantal stukken, omstreeks het einde der 16e eeuw nog in deze archieven berustende, zijn nadien verdwenen. Eigendommen zijn verkocht, rentebrieven afgelost; de mogelijkheid dat de priesters vele stukken die niet voor de administratie van de Ned. Herv. kerk van belang waren, medegenomen of vernietigd hebben, is niet buitengesloten.
Wij kunnen bovendien nagaan, dat omstreek het begin van de 19e eeuw tal van stukken aan de kerkarchieven ontvreemd zijn.
Hoewel wij, als wij nader zullen zien, een aantal van deze stukken nog weer kunnen terugvinden, is het vrij zeker dat grote lacunes in onze inventaris zullen blijven bestaan.

Nog op een ander bezwaar, waarop wij bij een poging tot een reconstructie onzer archieven moeten stuiten, hebben wij te wijzen. Onder de stukken die in de 19e eeuw door de kerken aan het Rijksarchief afgestaan werden, zijn ook een aantal 15e en 16e eeuwse stukken, die eerst nà de Reductie in de archieven gekomen zijn. Niet altijd bleek het mogelijk te zijn uit te maken of deze stukken tot de oorspronkelijke of later verworven archieven behoord hebben. Zekerheidshalve hebben wij daarom aan de inventaris van de kerkvoogden “appendices” toegevoegd waarop de stukken, wier herkomst twijfelachtig was, aangegeven zijn.