Vanaf het begin van de tramwegmaatschappij tot ongeveer het 1960 is de structuur van de organisatie niet wezenlijk veranderd.
De dagelijkse leiding berust bij een directeur, die verantwoording schuldig is aan een wethouder uit het college van B & W. Onder de directeur staan een aantal afdelingen. De afdeling vervoersdienst (VD) telde omstreeks 1960 totaal 138 personeelsleden. In tien jaar is deze afdeling uitgegroeid tot 166 personen. Deze afdeling VD voert de eigenlijke taak van het bedrijf uit: het vervoeren van passagiers. De overige afdelingen van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf hebben een ondersteunende taak ten aanzien van de afdeling VD. De technische dienst (TD) heeft als taak het wagenpark in orde te houden. Bijlage I geeft een schematisch overzicht van de organisatie in de jaren 1960 en 1970. De cijfers bij de afdelingen geven het aantal personeelsleden in die afdeling.
Op 24 augustus 1946 nam Ir. A. Smidt afscheid als directeur, hij werd opgevolgd door F.A. Hiemstra, die tot 1 september 1960 in functie bleef. Daarna werd J.P. Bamberg belast met de leiding van het bedrijf.
Bijlage II geeft een chronologisch overzicht van de directeuren.
In 1956 werd de naam van het trambedrijf gewijzigd in: Gemeentelijk Vervoerbedrijf.

De directeur van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf had zitting in enkele landelijke overleg organen. Binnen de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transport-Ondernemingen (KNVTO) voerde de sectie landelijke gemeente-vervoerbedrijven hun besprekingen. De behartiging van gemeenschappelijke belangen, zoals standaardisering, evaluatie van arbeidstijdverkorting, uitwisseling van bedrijfsgegevens, enz. stond centraal. De KNVTO bemoeide zich niet alleen met de gemeentelijke vervoerbedrijven, ze behartigde ook de belangen van de particuliere vervoersbedrijven.
Door de burgemeester werd in februari 1955 de taak van de "Ambtelijke Verkeerscommissie" ingevoerd en hield in dat ze advies gaf aan B & W omtrent vraagstukken die betrekking hadden op het verkeersbeleid.
Voorts had de directeur zitting in enkele commissies zoals de "commissie stadsstruktuur", opgericht in 1965. Deze commissie is in september 1966 opgevolgd door de "Commissie Stedebouw". Een van de taken van deze commissie was de intergemeentelijke beleidsontwikkeling op het gebied van vervoer en stedebouw. Verder kon de commissie voorstellen doen op het gebied van stadsverbetering en ruimtelijke ordening.
In 1970 werd de "Raad voor het Verkeer" opgericht die in juni 1973 werd gewijzigd in "Raad voor Ruimtelijke Ordening en Verkeer". De taak van deze raad was desgevraagd of uit eigener beweging het college van B & W te adviseren in belangrijke verkeers- en vervoersaangelegenheden in de stad Groningen.