Het archief van het Natuurkundig Genootschap werd in 1926 aan het Gemeentearchief te Groningen afgestaan, nadat het door dr. M. Bolt gebruikt was voor het samenstellen van zijn feestrede uitgesproken ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan * 
Betreffende de lotgevallen van dit archief staan ons slechts weinige gegevens ten dienste. Wel zien we reeds in 1822 dat de toenmalige directeuren zich ernstig bezig houden met de zorg voor de archivalia en op 27 maart besluiten "de chemicaliënkas te gebruiken tot een Archivenkas" *  terwijl 25 augustus daaropvolgend wordt: "Ingevolge het verhandelde bij de Directeuren van het Natuur- en Scheikundig Genootschap te Groningen op den 27 Maart 1822 sub No 9 heeft de Directeur Kuyper berigt dat hij de Chemicalienkas geledigt heeft. Verder berigt de Directeur der Bibliotheek dat de onder hem berustende archiven aan den Secretaris van het Genootschap zijn ter hand gesteld. De Secretaris van het Genootschap berigt eindelijk dat alle archiven van het Genootschap door hem in gemelde Chemicalienkas zijn geborgen" *  .

Reeds in 1831 blijkt deze bergruimte niet meer voldoende te zijn en wordt op 25 juni besloten "den Secretaris te auctoriseeren om voor rekening van het Genootschap te koopen eene kast voor al de Archiven des Genootschaps en den Secretaris en Bibliothecaris te verzoeken uit te maken, wat onder het Archief te verstaan is. Is besloten dat tot het Archief zullen behooren de gedrukte wetenschappelijke stukken door het genootschap uitgegeven, behoudens één exemplaar in de Bibliotheek en de geschreven wetenschappelijke ook in het archief, tenzij dat daaromtrent ..... anders mogt worden beschikt *  en 29 Feb. 1832 is ..... belast ..... van Swinderen de Archiven te doen overbrengen" *  .
Wanneer in 1837 de notulen van de directeuren ophouden, ontbreekt hiermee ook elke verdere bron voor de geschiedenis van de archieven, want de handelingen van de directeuren van Natuurkundig Genootschap 1890 - 1929, welke, met een aantal andere stukken van zeer recente datum, als resultaat van een bezoek aan de secretaris van het genootschap, nog aan het archief konden worden toegevoegd, zwijgen geheel over bemoeiingen met of belangstelling voor dat archief.
Dat echter de zorg voor het archief in de laatste jaren van de 19e en het begin van de 20 eeuw heel wat te wensen heeft overgelaten blijkt wel uit hetgeen nog bewaard bleef, verkeerde.
Na de overbrenging naar het Gemeentearchief werd in 1926 de verzameling enigszins geordend en een voorlopige lijst opgemaakt door de toenmalige volontair aan dat archief mr. R. van Royen. Een definitieve ordening volgde in 1943.