Uw zoekacties: Stadhouderlijk archief, (1663) 1710 - 1783

137 Stadhouderlijk archief, (1663) 1710 - 1783 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Tijdens de volksbewegingen van 1748 werden in de Ommelanden ook verlangens geuit voor een afschaffing van de misbruiken die in de loop der eeuwen waren binnengeslopen in het zijlvestenijwezen. Het reglement reformatoir van 1749 hief inderdaad de privileges der drie grote zijlvestenijen op het stuk van appel op, dat nu aan de Hoge Justitiekamer kwam. Bovendien zou een reglement op het zijlvestenijwezen worden opgesteld. Ter voorbereiding daarvan werden bij publikatie van stadhouder en hoofdmannen van 12 maart 1751 de zijlvestenijen en dijkrechten gelast afschriften in te zenden van hun fundatiebrieven, oude costumen enz. Nadat dit geschied was kregen zij bij publikatie van 11 augustus 1752 opdracht project-reglementen in te zenden, houdende bepalingen omtrent bestuursinrichting, schouw, rekening enz. De gouvernante stelde 16 augustus 1754 een commissie in, bestaande uit jhr. W.R. baron van Heeckeren van Brantzenburg, mr. A. van der Mieden en mr. H.U. Hamerster, om uit de binnengekomen projecten een reglement samen te stellen. Deze commissie reisde naar Groningen en ving daar haar werkzaamheden aan. Zij onderzocht de ingezonden fundatiebrieven, projectreglementeringen enz. en de daarop ingediende 'consideratien' en hield zitting voor het aanhoren van de aanmerkingen der ingelanden. Ook gaf zij opdracht tot het inzenden van schouw- en schotregisters (publikaties 27 december 1754 en 16 januari 1755).
Op 18 januari 1755 werden door luitenant en hoofdmannen aan de commissie toegevoegd de heren Keiser, Quintus, Alberthoma en de secretaris Beckering. De 13e mei 1755 beëindigde de stadhouderlijke commissie haar werkzaamheden in Groningen en reisde af. De gouvernante stelde nu op 17 augustus 1755 een reglement voor de zijlvestenijzaken vast, bestaande uit een algemeen gedeelte en reglementen voor de zijlvestenijen en dijkrechten afzonderlijk. In het reglement was tevens bepaald, dat nauwkeurige schouw- en schotregisters moesten worden aangelegd. Aan de belanghebbenden werd vervolgens bij publikatie van 30 augustus 1755 te kennen gegeven, dat deze registers ter secretarie van den hove ter inzage lagen voor de tijd van twee maanden. Bezwaren konden worden ingediend bij de commissarissen der Hoge Justitiekamer van hun kwartier. Deze zaak bleek evenwel zoveel voeten in de aarde te hebben, dat de gestelde termijn niet voldoende was. De 9e juli 1757 werden de herziene schouwregisters nogmaals voor de belanghebbenden ter inzage gesteld. Ofschoon er toen nog klachten zijn binngenkomen, schijnt men voorlopig met deze registers gewerkt te hebben.
In de loop der jaren werden ze evenwel door versterf van schouwplichtigen en andere oorzaken minder bruikbaar. Op 8 oktober 1767 besloot de Hoge Justitiekamer dan ook, dat er nieuwe schouwregisters ingezonden moesten worden. Vooral de kwestie wat men onder 'private vrijheden', welke vrij van schouw zouden zijn, moest verstaan, gaf talloze moeilijkheden. Wederom werd het een langdurige zaak, waar de gecommitteerden van de kwartieren zich mee bezig hielden en ook commissies gevormd door personen uit de omgeving van de stadhouder en leden van de Hoge Justitiekamer. Pas de 25e mei 1783 werd door de stadhouder een nieuw reglement voor de zijlvestenijzaken in de Ommelanden vastgesteld. Onder andere werd bepaald, dat ter secretarie van de kamer nauwkeurige schouwregisters zouden berusten, die geregeld moesten worden bijgehouden.
De hierna beschreven archivalia, bestaande ui stukken rechtstreeks bij de stadhouder ingezonden of te zijner secretarie opgemaakt, alsmede door hem via de Hoge Justitiekamer of bovengenoemde commissies ontvangen zijn in 1867 -enige nog in 1958- uit het Algemeen Rijksarchief naar het toen nog provinciaal archief in Groningen overgebracht, omdat ze daar voor de raadpleging geschikter waren. Inderdaad sluiten ze wat hun inhoud betreft aan bij de zijlvestenijstukken in het archief van de Hoge Justitiekamer. Als theoretische motivering had nog kunnen worden aangevoerd, dat de stadhouder een provinciale functionaris was en dus zijn archieven en die van door hem gevormde commissies ook provinciale archieven zijn. De collectie is bij de inventarisatie als één geheel beschreven, aangezien dijkwijls niet meer was uit te maken of de stukken tot het archief van de stadhouder of tot dat van een van de commissies behoorden.
Deze inventaris verscheen eerder in druk, in: W.J. Formsma, De archieven van de Hoge Justitiekamer in Groningen en andere gewestelijke rechterlijke instellingen tot 1811.
Inventaris
55 Notulen van de gecommitteerden tot het schouwbare betreffende kwesties van onderhoud in het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest, met bijlagen
137 Stadhouderlijk archief, (1663) 1710 - 1783
Inventaris
55
Notulen van de gecommitteerden tot het schouwbare betreffende kwesties van onderhoud in het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest, met bijlagen
Datering:
1782 mrt 28-nov 12
Omvang:
1 omslag
NB:
Hierbij is een kaartje van de schepperij Stedum, stamnr. 1406.
Organisatie: Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
Stukken afkomstig uit het stadhouderlijk archief
Bewerker:
W.J. Formsma
Behoort tot collectie:
Rijk
Omvang:
1,5 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Betreft stukken uit het stadhouderlijk archief. Zie ook toegangnr. 136 (Inleiding, Bijlagen, Index)