Begin 1953 was bij het college van B & W van Groningen het plan gerezen om in de maand september van dat jaar een lichtweek te laten organiseren. Het doel hiervan was de stad in het centrum van de nationale belangstelling te plaatsen. Voor de uitvoering van dit idee werd op 10 maart een speciaal comité 'Comité Groningen Lichtstad' opgericht. Aan dit comité werd deelgenomen door vertegenwoordigers van verschillende instellingen en verenigingen. In het algemeen bestuur zaten: burgemeester J. Tuin (voorzitter) , J. Leeninga (secretaris), E. Kort (penningmeester) , A.J. Apol, I.J. van Bruggen, D. Carmio, P.N. Neven, P.E. Tameling en M. Vogd. Verder waren leden van het comité: H. Bleker, J. Caspers, mr. H. Douwes, G. Doff, A.N. Doornbos, K. Ekens, G. Grijs, H. Hattums, H.N. de Jager, L.B. Kiestra, P. Mees Lzn., H. Oudgenoeg, ir. H.H. Smith, J.W. Wortelboer, J. Woltjer, L.W. Zuidema en J.J. Zwaagman. Op de comitévergadering van 7 april werd het comité opgedeeld in zes werkcommissies, die het uiteindelijke organisatiewerk voor hun rekening zouden nemen. Deze werkcommissies waren: de financiële commissie; pers- en propagandacommissie; commissie openbare verlichting; het tentoonstellingscomité, commissie handel en ambacht en de commissie festiviteiten. De in de inventaris beschreven archivalia zijn afkomstig van de laatstgenoemde commissie. Leden van deze commissie waren: I.J. van Bruggen, J. Caspers (beide van Volksvermaken) en P. Mees Lzn. De lichtweek werd gehouden van 11 tot en met 26 september 1953 onder het motto: 'Wie Groningen niet kent, kent Nederland niet', waarbij door de festiviteitencommissie onder andere een attractiecentrum met kermis op de Ossenmarkt en een gondelvaart door de grachten van de stad werd georganiseerd.