De bouw van een buurthuis in de Oosterparkwijk is met name verbonden met de persoon van Prof. Dr. J. H. Tuntler, rijksinspecteur voor de volksgezondheid. Jaren lang ijverde hij samen met B.J. Mengerink, voorzitter van de 'Woningbouwvereniging Groningen' voor de realisering van een dergelijke voorziening in de oostelijke volkswijk van de stad Groningen. Op 24 maart 1937 werd het buurthuis, waarvan de stichtingskosten ruim twee ton bedroegen, geopend. Het tehuis, dat naar een ontwerp van de architect B. Kazemier werd gebouwd aan het Linnaeusplein, kende toen een voorgeschiedenis en voorbereidingsfase van ongeveer tien jaar. Naast de woningbouwverenigingen 'Centraal Woningbeheer' en 'Groningen' verleende tevens de gemeentelijke overheid steun aan het project. Ook de bewoners van de Oosterparkwijk gaven hun bijdragen voor de wenselijk geachte voorzieninig in hun wijk. Het buurthuis bevatte ruimten voor een wasinrichting, voor vergaderen en voor cursussen. In het gebouw waren tevens kantoren, werkplaatsen en een bibliotheek aanwezig.

De exploitatie ging aanvankelijk gepaard met verliezen, die met bijdragen van de twee woningbouwverenigingen bestreden werden. Tijdens de moeilijke oorlogsjaren werd in het gebouw aan het Linnaeusplein onderdak geboden aan enkele scholen en aan de Distributiedienst, terwijl na de bevrijding de Repatriëringsdienst ruimten opeiste. Pas in 1947 was er sprake van een ongehinderde en gunstige exploitatie van de wijkvoorzieningen. In latere jaren begon met name de wasinrichting afnemende belangstelling en toenemende verliezen te vertonen. Daarnaast liet ook het gebruik van de badinrichting een tendens tot daling zien en was de vergoeding voor schoolbaden nauwelijks voldoende om de kosten te dekken. In 1961 werd de wasinrichting gesloten en werden er rendabelere, met olie gestookte ketels aangebracht. Aan het eind van datzelfde jaar teisterde een brand het buurtgebouw. In de daarop volgende jaren leek het buurthuis echter weer een zonnige en financieel gezonde toekomst tegemoet te gaan. De overgeleverde bescheiden uit de jaren zestig, de vrijwel alle van financiële aard zijn, geven blijk van deze verbeterde financiële positie van het buurthuis aan het Linnaeusplein.