Uw zoekacties: Voogdijraad te Winschoten, 1905 - 1952

126 Voogdijraad te Winschoten, 1905 - 1952 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Instelling
126 Voogdijraad te Winschoten, 1905 - 1952
Inleiding
1.
Instelling
Organisatie: Groninger Archieven
Economische crises en toename van de gemiddelde gezinsgrootte aan het eind van de 19e eeuw leidden velen tot bittere armoede. Erbarmelijke levensomstandigheden en verzakelijking van de sociale verhoudingen zorgden voor een toename van het aantal goedkope arbeidskrachten als vrouwen en kinderen. Zodra de kinderen er de leeftijd voor hadden moesten ze werken om mede in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Het zijn deze omstandigheden, de zorg over de mate waarin de jeugd werd bedreigd, alsmede de omvang van de jeugdcriminaliteit, die ten grondslag liggen aan het tot stand komen van de drie kinderwetten van Cort van der Linden, waarin de rol van de staat ter bescherming van de verwaarloosde en misdadige jeugd werd geregeld. De "burgerlijke" kinderwet (6 februari 1901, Stbl. 62), de "strafrechtelijke" kinderwet (12 februari 1901, Stbl. 63) en de "penitentiaire" kinderwet (12 februari 1901, Stbl. 64) werden alle op 1 februari 1905 ingevoerd.
De vestiging van voogdijraden hing samen met het tot stand komen van deze drie wetten. De "burgerlijke" kinderwet, tot wijziging en aanvulling van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek omtrent ouderlijke macht en de voogdij, bepaalde in artikel 385 b dat in het rechtsgebied van iedere arrondissementsrechtbank tenminste één voogdijraad zou worden gevestigd. Bij Algemene Maatregel van Bestuur zou worden geregeld: de samenstelling van de voogdijraden, het aantal, ressort en zetel, de werkwijze, alsmede de wijze waarop de door de voogdijraden gemaakte kosten moesten worden verantwoord en door de staat betaald. Ingevolge het Koninklijk Besluit van 15 juni 1905 (Stbl. 207), tot vaststelling van deze Algemene Maatregel van Bestuur werden in de provincie Groningen twee voogdijraden gevestigd, namelijk in de arrondissementen Groningen en Winschoten.
2. Samenstelling
3. Taken
4. Reorganisatie tot Raden voor de Kinderbescherming
5. Archieven en inventarisatie
6. Openbaarheid
7. Literatuur
Bijlage: Lijst van in de archieven aangetroffen boeken e.d
Verzameling van wetten, besluiten en voorschriften betreffende het rijkstucht- en opvoedingswezen ... 11 dln. 's-Gravenhage, 1920- 1946.
... over 1901 tot en met 1905.
... over 1906 tot en met 1909.
... over 1910 tot en met 1914.
... over 1915 tot en met 1919.
... over 1920 tot en met 1922.
... over 1923 tot en met 1925.
... over 1926 tot en met 1928.
... over 1929 tot en met 1932.
... over 1933 tot en met 1935.
... over 1936 tot en met 1938.
... over 1939 tot en met 1944.
Klapper op de verzameling van wetten, besluiten en voorschriften betreffende het rijkstucht- en opvoedingswezen over 1901 tot en met 1938. 's-Gravenhage, 1939.
Lijst van aangesloten instellingen en gestichten, enz. 1938. 's- Gravenhage (Departement van Justitie, Rijkstucht- en opvoedingswezen).
Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur in de gemeente Winschoten. 1913 met wijzigingen en aanvullingen van 1918, 1921 en 1928.
J.A. van Hamel, Het onderzoek naar het vaderschap, zooals het thans in onze wetgeving is geregeld. (Artikel 344 a-q van het Burgerlijk Wetboek). Haarlem, 1910. In tweevoud.
J.A. van Hamel, De practijk der kinderwetten. (derde druk). Haarlem, 1909.
J.A. van Hamel, H.M.A. Schadee en N. de Beneditty, De toepassing der kinderwetten. Periodieke verzameling van rechterlijke en administratieve beslissingen en andere bescheiden in zake de burgerlijke en strafwetgeving ten aanzien van minderjarigen. 3 dln. Haarlem, 1909-1912.
B. Hes, Herziening der civiele kinderwetten. Toelichting met volledigen tekst der titels van het B.W. handelende over ouderlijke macht en over minderjarigheid en voogdij, zooals die zijn gewijzigd en aangevuld door de wet van 27 sept. 1909 (St. 322), alsmede van de overige artikelen dier wet. Groningen, 1909.
J.E. Hesse, Ontzetting en ontheffing uit de ouderlijke macht. Arnhem, 1908.

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de voogdijraad te Winschoten
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1988
Omvang:
6,9 m standaardarchiefberging