1185 Inrichting tot behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders, 1881 - 1932 ( Groninger Archieven )
1185
Inrichting tot behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders, 1881 - 1932
Inleiding
In 1875 vestigde zich te Groningen de eerste oogheelkundige dr. M.E. Mulder, die in 1878 als privaat-docent aan de Groningse universiteit werd aangesteld om zich te belasten met het geven van onderwijs in de oogheelkunde. Ooglijders moesten voor hun kwalen naar Utrecht, geen wonder dus, dat de toestand waarin zich de minvermogende ooglijders bevonden, treurig was. De behoefte aan een gesticht deed zich dan ook zeer gevoelen. Dr. Mulder stichtte in 1879 de vereniging: Inrichting tot behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders; haar statuten werden goedgekeurd bij K.B. van 9 januari 1822 nr. 7. Steun werd verkregen o.m. van de gemeente, provincie en ingezetenen.
Aanvankelijk particulier, ontstond er langzamerhand een band met de universiteit en het academisch ziekenhuis, hetgeen o.a. ook tot uitdrukking kwam in de statuten, die in art. 1 bepaalden: het doel van de vereniging is: a) behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders.; b) bevordering van het onderwijs in de oogheelkunde aan de universiteit, en in art. 6: de geneesheer-directeur zal zijn, hij belast met het geven van onderwijs in de oogheelkunde aan de universiteit.
Eind 1879 kocht men een oud gebouw aan de Munnekeholm tegenover het academisch ziekenhuis, dat op 13 november 1879 na afbraak en herstel in gebruik kon worden genomen als inrichting. Het bezoek aan de kliniek was echter zo groot, dat het gebouw te klein werd en men moest omzien naar een grotere ruimte. Deze vond men in de Zuidersingelstraat (thans Ubbo Emmiusstraat nr. 30), waar, op een door de slechting der vestingwallen verkregen, vrij land, reeds in 1886 een nieuw gebouw kon worden geopend. Dit gebouw voldeed echter na verloop van tijd ook niet meer, zodat er de slopershamers aan te pas moest komen, waarna men op 11 april 1900 het vernieuwde pand kon heropenen. Naderhand o.a. in 1906 kocht men wegens ruimtegebrek belendende percelen aan.
In 1903 werd het academisch ziekenhuis van de Munnekeholm verplaatst naar het ook nu nog bestaande complex. Prof. Mulder meende echter, dat zijn inrichting beter buiten het verband van het academisch ziekenhuis kon blijven. Zijn opvolgers prof. v.d. Hoeve (1913 - 1919) en prof. Rochat (1919 - 1946) deelden deze mening niet, vooral de laatste heeft zich veel moeite getroost om in het ziekenhuiscomplex een kliniek voor de oogheelkunde te verkrijgen. De verre ligging, gebrek aan ruimte, zowel voor de patienten als voor de studenten, die er hun opleiding ontvingen, dit alles voldeed niet meer aan de eisen. Op 4 mei 1932 ging eindelijk de wens in vervulling. Op deze dag werd namelijk de nieuwe nu nog bestaande oogheelkundige kliniek op het terrein van het academisch ziekenhuis geopend.
Met de daarmee gepaard gaande verhuizing zal waarschijnlijk ook het archief mee overgebracht zijn naar de nieuwe vestiging. Enkele stukken ervan zijn in het gemeentearchief gedeponeerd.
Verslagen van de inrichting worden onder inv.nr. 73 bewaard in de verzameling verslagen berustende in het gemeentearchief.
laatste wijziging 14-04-2018
14 beschreven archiefstukken
Inventaris
1 Stukken van algemene aard
1185 Inrichting tot behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders, 1881 - 1932
Inventaris
1
Stukken van algemene aard
laatste wijziging 14-04-2018
14 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van enkele stukken afkomstig van de vereniging: inrichting tot behandeling en verpleging van minvermogende ooglijders te Groningen
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Omvang:
0,12 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
laatste wijziging 14-04-2018
14 beschreven archiefstukken