In 1953 wordt door het bestuur van de RK Metaalbewerkersbond overleg gepleegd met de plaatselijke KAB om een huisvlijttentoonstelling te organiseren.
Hiertoe werd een werkcomité opgericht onder voorzitterschap van H. Sneyers. In het voorwoord tot de catalogus van 1953 verwoordde hij de doelstelling van deze tentoonstelling: "Deze show toont U, hoe de vrije tijd nuttig besteed kan worden. Hoe in deze demoraliserende tijd vooral de jeugd gestimuleerd moet worden bevrediging te vinden in andere dingen dan vermaak en sport, al valt dit laatste niet geheel af te keuren. Voor vele mensen is het een behoefte de zin voor schoonheid, kunst of handenarbeid in een of andere vorm tot uiting te brengen. Dit te propageren is het doel van deze expositie. Eenieder moet er toch van overtuigd zijn dat de opvoedkundige waarde van huisvlijtbeoefening zeer groot is."
De belangstelling om aan deze tentoonstelling deel te nemen was groot, gezien het overzicht van de deelnemers. Er waren inschrijvingen voor metaalbewerking, houtbewerking, naaldwerk, schilder-, teken en boetseerwerk en een rubriek diversen.
Nog twee maal werd een dergelijke tentoonstelling in Geldrop georganiseerd, namelijk in 1955 en in 1960.
Dat de tijden veranderen blijkt hier uit het voorwoord van de burgemeester van Geldrop, mr. F. van Lanschot: "Het getuigt van durf om in een jachtige tijd, waarin de mens "geleefd" wordt door machines en automaten, een manifestatie op touw te zetten van met de hand gemaakte gebruiks- en siervoorwerpen".
Van een opvoedkundig instrument in 1955 wordt de huisvlijt van belang voor de persoonlijkheidsvorming van de individu in 1960. Toch ook hier een wenk naar de jeugd om vooral ook met de handen te werken en niet alle heil te zoeken buiten de huisdeur.