Uw zoekacties: Wollenstoffenfabriek v/h A. Pessers Azn., 1917-1967

10354 Wollenstoffenfabriek v/h A. Pessers Azn., 1917-1967 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
INLEIDING
10354 Wollenstoffenfabriek v/h A. Pessers Azn., 1917-1967
INLEIDING
De fabriek van Pessers is ontstaan als een vestiging van de in 1857 in Tilburg opgerichte firma A. Pessers Azn. Volgens de inschrijving in de Kamer van Koophandel is de fabriek als zelfstandig bedrijf gestart op 1 augustus 1921 aan de Nieuwdijk 65 te geldrop. Eigenaar en directeur was W.R.C. Pessers (geb. Tilburg 01-07-1872), die naast de fabriek woonde. Al spoedig bleek dat het bedrijf nauwelijks financiële armslag en technische know-how bezat om de terugslag in de textielindustrie volgend op de Eerste Wereldoorlog het hoofd te bieden.
In 1924 werd er een vennootschap opgericht met sterke deelname van Duits kapitaal onder de naam Naamlooze Vennootschap Wollenstoffenindustie te geldrop. De samenwerking met de Duitse textielfabrikanten (Krebs, Rumpus en Zoeppitz) was echter geen lang leven beschoren want op 8 mei 1927 ging het aandelenpakket weer geheel over in handen van de familie Pessers en vertrok directeur Spiertz weer naar Mönchen-Gladbach.
In 1944 werd de fabriek enige tijd onder controle gesteld van het Nederlands Beheersinstituut van wege de Militaire Commissaris, niet zozeer vanwege de uitvoering van legerorders in de oorlogsperiode als wel ten gevolge van een onderzoek naar de politieke gezindheid van de directeur, A.A.J.M. Pessers.
In 1958 ging het bedrijf in een verkooporganisatie samenwerken met de NV Helmondse Textiel Maatschappij en Van Doorn & Dams te Tilburg. Na een brand in februari 1963 die veel schade toebracht aan het ketelhuis kwam de directie tot de conclusie dat de kostprijs van de weefsels te hoog lag om met succes de moordende concurrentie te kunnen volhouden. Het hele machinepark werd gemoderniseerd om met minder mensen meer te kunnen
produceren. Door rationalisering werd in het oude gebouwencomplex in het centrum van Geldrop een optimaal geautomatiseerd produktie-apparaat gerealiseerd. Ververij, scheerderij en twernerij ondergingen een drastische mutatie.
In de weverij werden de oude buckskin-getouwen vervangen door franse machines van het Ancet-Fayolle type. Op deze 48 nieuwe getouwen kon in een die-ploegendienst de productie verdubbeld worden en het assortiment uitgebreid. In totaal werd voor ruim 2 miljoen gulden geïnvesteerd uit eigen middelen. De doelstellingen konden mede door aanloopproblemen niet verwezenlijkt worden. Ondanks de inspanningen van de directie kon de ongunstige conjunctuur niet omgebogen worden. Het bedrijf kwam in liquiditeitsproblemen toen de banken het bankkrediet verlaagden. Het bedrijf moest uitstel van betaling aanvragen op 2 november 1966. De surcéance werd uiteindelijk op 9 februari 1968 opgeheven, doch het bedrijf was niet levensvatbaar meer. Het personeel was teruggebracht tot zestig man en de middelen waren uitgeput. Op 10 april 1968 werd de produktie
gestaakt door gebrek aan baten. (Bron: bedrijfsdossier Kamer van Koophandel)

Het archief

Het is duidelijk dat het archief dat middels een reddingsaktie bij de ontruiming van de fabriek overgebracht was naar de kelder van het Geldropse gemeentehuis zeer onvolledig was en slechts enkele restanten bevatte voornamelijk van de klassieke boekhouding.
Na de ernstige averij door waterschade in de Geldropse kelder werd het archief overgebracht naar het Streekarchief te Eindhoven als onderdeel van de collectie Gedeponeerde archieven van Geldrop (nr. 23). In het Streekarchief werd het archief door deskundige handen gedroogd. Een verdere aantasting door schimmels werd gestopt door middel van vergassing onder hoge druk. Een handicap voor een snelle inventarisatie was de inmiddels opgetreden vermenging met andere archieven. De stukken zijn uiteindelijk gegroepeerd volgens een structuur zoals deze geldt voor een modern bedrijfsarchief, met de onderscheiden afdelingen met hun specifieke arbeidsverdeling.

Kenmerken

Gemeente:
Geldrop-Mierlo
Type archief:
Particulier