10179 Kegelclub 'Weg dien Bal" Eindhoven, 1902-1917 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )
10179
Kegelclub 'Weg dien Bal" Eindhoven, 1902-1917
Inventaris
INLEIDING
10179 Kegelclub 'Weg dien Bal" Eindhoven, 1902-1917
INLEIDING
Kegelen heeft in Eindhoven een lange geschiedenis. Jan Spoorenberg heeft in "Het Gruun Buukske" van 1990, pag. 86 e.v. de geschiedenis van de kegelsport in Eindhoven tussen 1861 en 1958 beschreven. Ook de vereniging "Weg dien Bal" wordt in dit artikel genoemd.
Op donderdag 26 juni 1902 komen de leden van de kegelclub bij elkaar om de reglementen vast te stellen. Dit kan worden gezien als de oprichting van de vereniging. Aanwezig waren Th. v.d. Nahmer, J. Crasborn, H. Schröder, Ch. Keulen, F. v. Dijck, G. Uppelkamp, C. Schröder, P. Schröder en A. Spoorenberg, terwijl A. Berkvens verhinderd was. De eerste echte kegelavond was waarschijnlijk maandag 14 juli 1902, want de notulen geven aan "dat het bestuur besloten heeft heden avond voor te stellen de banen te openen". Men speelde op de kegelbanen van J. Dickmans aan de Grote Berg. Ook de kegelvereniging "Hoe is 't mogelijk" gebruikte bovenstaande banen. Deze banen zijn in 1905 vervangen door nieuwe teakhouten banen "naar de laatste eischen des tijds ingericht". Toch werd in 1908 een andere localiteit betrokken zoals in het jaarverslag saat vermeld "Door slechts consumpties, slechte bediening, het verwisselen van kastelein en het meer en meer smerig worden van het clublocaal". De vereniging week uit naar de zaal van Apollo's Lust, maar in datzelfde jaarverslag van 1908 werd deze overstap eigenlijk al weer betreurt omdat de gezelligheid er lang niet zo groot was als in het oude lokaal. In 1909 werd de vaste maandagse kegelavond verruilt voor de zaterdagavond, hetgeen een positief effect had op het ledental en de deelname aan de kegelavonden. Ook de veranderingen die in samenspraak met de harmonie Apollo's Lust werden
aangebracht maakten de zaal gezelliger, terwijl in 1910 en 1911 de kegelbanen werden vernieuwd.
Op donderdag 26 juni 1902 komen de leden van de kegelclub bij elkaar om de reglementen vast te stellen. Dit kan worden gezien als de oprichting van de vereniging. Aanwezig waren Th. v.d. Nahmer, J. Crasborn, H. Schröder, Ch. Keulen, F. v. Dijck, G. Uppelkamp, C. Schröder, P. Schröder en A. Spoorenberg, terwijl A. Berkvens verhinderd was. De eerste echte kegelavond was waarschijnlijk maandag 14 juli 1902, want de notulen geven aan "dat het bestuur besloten heeft heden avond voor te stellen de banen te openen". Men speelde op de kegelbanen van J. Dickmans aan de Grote Berg. Ook de kegelvereniging "Hoe is 't mogelijk" gebruikte bovenstaande banen. Deze banen zijn in 1905 vervangen door nieuwe teakhouten banen "naar de laatste eischen des tijds ingericht". Toch werd in 1908 een andere localiteit betrokken zoals in het jaarverslag saat vermeld "Door slechts consumpties, slechte bediening, het verwisselen van kastelein en het meer en meer smerig worden van het clublocaal". De vereniging week uit naar de zaal van Apollo's Lust, maar in datzelfde jaarverslag van 1908 werd deze overstap eigenlijk al weer betreurt omdat de gezelligheid er lang niet zo groot was als in het oude lokaal. In 1909 werd de vaste maandagse kegelavond verruilt voor de zaterdagavond, hetgeen een positief effect had op het ledental en de deelname aan de kegelavonden. Ook de veranderingen die in samenspraak met de harmonie Apollo's Lust werden
aangebracht maakten de zaal gezelliger, terwijl in 1910 en 1911 de kegelbanen werden vernieuwd.
Kegelen gebeurt in banen die gelegen zijn achter een horeca-gelegenheid. Het bezoeken van die gelegenheid behoorde dan ook tot de wezenlijke onderdelen van het verenigingsleven. Daarom werd reeds op de vergadering van 14 augustus 1902 besloten tot de aanschaf van 15 bierpotten op kosten van de vereniging.
Uit de notulen en de jaarverslagen blijkt dat er zeker in het begin een groot aantal ledenwisselingen hebben plaatsgevonden en dat men zelf kegelwedstrijden organiseerde voor de eigen leden, maar dat ook werd deelgenomen aan toernooien elders in de provincie en zelfs daarbuiten (o.a. Rotterdam).
In 1906 wordt besloten zich aan te sluiten bij het Eindhovensche Kegelbond, waar het lid Th. von der Nahmer zitting neemt in het bondsbestuur, terwijl C. Schröder verkozen werd tot voorzitter van de bond.
Het laatste jaarverslag is dat over het seizoen 1916-1917 en dat geeft een beeld van een levendige vereniging, die de kegelsport combineerde met een soms zeer uitbundige gezelligheid en daarmee ogenschijnlijk voorbij leek te gaan aan de verschrikkingen van de oorlog in de rest van Europa.
Uit de notulen en de jaarverslagen blijkt dat er zeker in het begin een groot aantal ledenwisselingen hebben plaatsgevonden en dat men zelf kegelwedstrijden organiseerde voor de eigen leden, maar dat ook werd deelgenomen aan toernooien elders in de provincie en zelfs daarbuiten (o.a. Rotterdam).
In 1906 wordt besloten zich aan te sluiten bij het Eindhovensche Kegelbond, waar het lid Th. von der Nahmer zitting neemt in het bondsbestuur, terwijl C. Schröder verkozen werd tot voorzitter van de bond.
Het laatste jaarverslag is dat over het seizoen 1916-1917 en dat geeft een beeld van een levendige vereniging, die de kegelsport combineerde met een soms zeer uitbundige gezelligheid en daarmee ogenschijnlijk voorbij leek te gaan aan de verschrikkingen van de oorlog in de rest van Europa.
laatste wijziging 15-01-2020
1 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 15-01-2020
1 beschreven archiefstukken