Uw zoekacties: Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936

900 Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936 ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
2. Verantwoording van de bewerking van het archief
900 Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936
Inleiding
2.
Verantwoording van de bewerking van het archief
Het archief zoals aangeleverd door de gemeente ’s-Gravendeel besloeg 30 meter en had duidelijk te lijden gehad van water; er waren stukken hersteld door aanvezeling en de tekst was enigszins vervaagd maar was goed (genoeg) leesbaar. Deze aanvezeling / behandeling moet gebeurd zijn in 1992/1993 (uit ” Inleiding bij de inventaris van het archief van de gemeente ’s-Gravendeel, 1991-1999”, door Arjan van der Hoek). Verder is er het verhaal dat in 1920 op de secretarie een opruimactie is geweest waardoor een groot deel van het archief is vernietigd.

Er is weinig of niets bekent over de archieven en hoe ze bewaard werden. Wel is duidelijk dat er veel ontbreekt en het archief willekeurige lacunes vertoont.
De oudste stukken waren ooit al beschreven; deze beschrijvingen zijn door ons opnieuw bekeken en herschreven.

De cesuur tussen het 1e en 2e deel, 1663 –1815 valt na de Napoleontische tijd, de materiële verzorging van de correspondentie vormt hier een vanzelfsprekende cesuur; dit geldt ook voor het 2e deel; in 1918 wordt overgegaan op een, nog niet gedetermineerd, numeriek ordeningsstelsel, dat werd omschreven als het Bloemendaalse stelsel maar dat is het zeker niet.

Een strakke scheiding tussen de afzonderlijke delen valt uiteraard niet te maken, zodat er verwijzingen staan van het ene gedeelte naar het andere.

Uiteraard zijn de oudste stukken handgeschreven en in de Franse tijd gedeeltelijk in het Frans gesteld.

Het archief is door ons van zoveel mogelijk nietjes, paperclips etc. (soms is dat niet mogelijk zonder de stukken te beschadigen) en van plastic ontdaan vervolgens van een zuurvrije omslag voorzien en in zuurvrije dozen gedaan; de geliasseerde stukken zijn geliasseerd (met een touwtje aaneengeregen) gebleven.

Er is uiteraard niets vernietigd van vóór 1850, behalve de Bulletins des Lois/Bulletin der Wetten waarvan aangenomen wordt dat deze in het Algemeen Rijksarchief bewaard worden.