Uw zoekacties: Gemeente Oud-Alblas, 1603 - 1940

839 Gemeente Oud-Alblas, 1603 - 1940 ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Algemeen
2. Institutionele gegevens
3. Archieftechnische gegevens
839 Gemeente Oud-Alblas, 1603 - 1940
Inleiding
3.
Archieftechnische gegevens
Het archief van de gemeente Oud-Alblas, 1603-1931, bevond zich in de archiefkluis in het raadhuis van de gemeente Graafstroom te Bleskensgraaf, waarnaar het in 1986 als gevolg van een gemeentelijke herindeling is overgebracht. Daarvoor werd het bewaard in het raadhuis van de gemeente Oud-Alblas. Het archief heeft een omvang van circa 11,5 meter. Gelet op wat er aan archivalia is overgebleven, is in het verleden merkwaardig omgesprongen met het beheer.

Slechts een klein deel van het archief, ca. 0,7 meter, omvat stukken van voor 1813. Het merendeel van het oud archief is namelijk verloren gegaan bij een brand op 6 april 1846. Wat restte , is beschreven in inventarissen uit 1846-1856 (met aanvullingen tot 1907) en uit 1938. De laatste geeft een opsomming van de archivalia vanaf de 17e eeuw tot 1935.

Het archief uit de periode 1813-1931 bleek alleen toegankelijk via de opschriften op de dozen en de registers. Een zestiental dozen kende zelfs geen opschrift. Daarin had men ook de ingekomen en verzonden stukken over de periode 1814-1900 gepropt. Daarnaast werd nog een serie kadastrale leggers en de gedeponeerde archieven van het Burgerlijk Armbestuur (1812-1966) en de Heilige Geestarmen aangetroffen. De bescheiden over laatstgenoemd instituut zijn echter opgenomen in de gewone inventaris.
Het archief is geordend volgens een agendastelsel. Bij dit stelsel bieden de agenda's toegang tot de ingekomen en verzonden stukken. De serie agenda's is niet helemaal compleet. De agenda's van de ingekomen stukken beginnen in 1850, de aparte serie agenda's van verzonden stukken begint al in 1822. Niet alle ingeschreven stukken zijn aangetroffen; dit zou te wijten kunnen zijn aan eerdere vernietigingsoperaties.
Naar aanleiding van de opschriften op de dozen verwachtten wij een gangbare serie ingekomen stukken aan te treffen. Dit was niet het geval. De "bulk" van minder betekenisvolle circulaires en routinebrieven ontbrak in het algemeen. In de dozen zaten voornamelijk jaarmappen, en deze bevatten meestal akten, kohieren, verslagen en verordeningen, alsmede circulaires en brieven over duidelijk te omschrijven onderwerpen. De hoeveelheden per jaar waren zeer wisselend. Daarnaast werd een aanzienlijk aantal onderwerpsmappen aangetroffen, blijkbaar vanuit een bepaalde interesse samengesteld. De nummering van de ingekomen stukken was wisselend van aard. Soms doorlopend over verscheidene jaren, maar met grote hiaten; dan weer ontbrekend of kortlopend. Herstellen van de oude orde was niet echt mogelijk, dus weinig zinvol, en in elk geval qua tijd niet haalbaar. Er is dus voor gekozen alles zoveel mogelijk onder afzonderlijke onderwerpen onder te brengen, en uit het restant een kleine serie te vormen.
De rekeningen en hun bijlagen hebben wij in aparte series aangetroffen. Deze zijn weer bij elkaar gevoegd. Daarnaast waren er een serie begrotingen, series registers van ingekomen en uitgegane stukken, een serie kadastrale leggers (de oudste legger ontbreekt) en een aantal dozen ongeordend materiaal. Alles kon worden ondergebracht in het archiefschema.
In 1931 voerde de gemeente een ander stelsel van ordening in, namelijk de zaaksgewijze ordening. Dit gebeurde op aandrang van de Provinciale Archiefinspectie, die de toenmalige ordening niet voldoende vond. Ook daarvóór zijn er wel eens klachten geweest over de wijze waarop het archief beheerd werd. Zo had de gemeente in november en december 1908 een tijdelijk waarnemend secretaris, die bij zijn vertrek bedankt werd voor het "wederom keurig in orde brengen van de gemeenteadministratie, welke door zijn voorganger in zulk een ontredderden toestand was achtergelaten". Opmerkelijk is dat het archief ook daarna stevig is “opgeschoond” want er zijn (te) weinig archiefbescheiden uit de periode 1908-1931 aangetroffen. De begrotingen en jaarrekeningen lopen maar t/m 1900 en over de gehele looptijd ontbreken schutterij- en militieregisters.
Van het archief van het Burgerlijk Armbestuur, lopend tot 1966, bestond al een inventaris, die er keurig uitzag en in de oude situatie waarschijnlijk goed bruikbaar was. In het kader van de nieuwe uniforme opzet ontkwamen wij echter niet aan herziening. De inventaris is aangevuld, gecorrigeerd en ingericht volgens het door ons toegepaste schema. Ook hier werd een groot deel van de archiefstukken geperforeerd en gehecht aangetroffen. Het archiefje van de Heilige Geestarmen had plaats gekregen in vier dozen, volgestort met losse stukken. Hierin viel geen enkele ordening waar te nemen. De 17e-eeuwse stukken van dit bestand zijn vanwege de aard van het handschrift moeilijk leesbaar. Het archief is opgenomen in de gewone inventaris en ingericht volgens het archiefschema.

De materiële toestand van het archief was al even opvallend als de samenstelling ervan. Het overgrote deel van de archivalia waarbij dat mogelijk was (katernen en niet-gevouwen losse stukken) was geperforeerd en gehecht, met oude roestige hechters of met zippels. Aan het hechtmateriaal te zien, was men tot tenminste in de jaren tachtig van de twintigste eeuw met deze manier van opbergen doorgegaan. Wij hebben de geperforeerde stukken niet opnieuw gehecht. Stukken van groot formaat zijn uitgevouwen en opgeborgen in daarvoor bestemde dozen. Van stukken die restauratie behoeven is melding gemaakt aan de opdrachtgever. Er zijn geen archivalia ter vernietiging geselecteerd.
4. Verantwoording van de inventarisatie
5. Wenken voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1603 - 1940
Auteur:
Bureau Voorzee (2006)
Titel inventaris:
Gemeente Oud-Alblas, 1603 - 1940