Uw zoekacties: Polder 'Raepshille'

778 Polder 'Raepshille' ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
De polder Raepshille is per 1970 ontstaan als gevolg van een vrijwillige samenvoeging van de polder De Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche en de polder De bekade Gorzen van de Nieuwe Klem.
Mede als gevolg van het korte bestaan van deze polder, immers per 1 april 1974 werd deze polder als gevolg van de polderconcentratie in de Hoeksche Waard opgeheven, valt weinig te verhalen. Het archief is klein en zeer eenvoudig en geeft weinig specifieke informatie.
Redenen om deze inleiding met name over de rechtsvoorgangers te laten handelen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het beschrevene in het werk De waterkeeringen, Waterschappen en Polders van Zuid-Holland, door Jhr. L.F. Teixeira de Mattos, 's-Gravenhage, 1925.
1. De Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche
778 Polder 'Raepshille'
Inleiding
1.
De Gorzen en Aanwassen van den Lande van Essche
Deze naam is die van een corporatie die eigenaresse is van een uitgestrektheid binnen- en buitendijkse gronden gelegen onder Strijen en hangt nauw samen met de polder het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen.
Kort na de bedijking van het Land van Essche in 1599 werd een vergadering gehouden door de ingelanden van het Land van Essche, en dus niet die van de Uiterdijk, waarin de grondkaveling, schatting en verdeling van deze gronden aan de orde werd gesteld.
Besloten werd dat de dijken, wegen en watergangen in gemeenschappelijk bezit gehouden zullen worden en deze voor gezamenlijke nutte te verpachten.
Het gemeenschappelijk grondbezit werd spoedig uitgebreid door toevoeging van de buitendijks gelegen gronden, via het in erfpacht nemen van deze gronden, genaamd Raepshille en Nassauengrond. Overigens maakten deze gronden deel uit van de Hooge Heerlijkheid Klundert of Niervaart, eigendom van het Huis van Nassau.
Op 26 april 1602 is door Prins Maurits de uitgifte in erfpacht aan de grondeigenaren van den Lande van Essche bekrachtigd, en vanaf dat moment is er sprake van de hierboven genoemde tenaamstelling.
Al spoedig werden de eigendommen uitgebreid met het zogenaamde Vrouwenland, gelegen aan de westzijde van de polder Het Land van Essche.
Dit Vrouwenland moet blijkens oude stukken deel uitgemaakt hebben van de kerkelijke goederen van het Vrouwenaltaar te Strijen. Het werd op 12 december 1612 openbaar verkocht door de Staten van Holland en Westfriesland, en door dijkgraaf en heemraden van Het Land van Essche, als vertegenwoordigers van de eigenaren van de Gorzen gekocht.
Dat tussen de eigenaren van de genoemde gronden en die van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen regelmatig, maar vooral langdurig geschillen geslecht dienden te worden blijkt wel uit de bescheiden zich bevindende in het archief van de polder Het Land van Essche, Uiterdijk en Nieuw-Strijen, onder inventarisno. 147, 148 en 179.
Wat ook nog vermeldenswaardig is, is wel het feit dat bij de uitgifte van de Nassauengronden in erfpacht in 1602, wel de aanwassen zijn toegekend, doch niet de opwassen. Dit had tot gevolg dat de Esscheplaat, wat als een opwas werd beschouwd, niet tot de gemeenschappelijke eigendommen gerekend mochten worden. Hierover werd uiteraard veelvuldig gedelibereerd en van gedachten gewisseld, doch dit alles resulteerde in 1830 tot een proces tussen de gemeenschappelijke eigenaren en de Domeinen.
Het proces werd in 1837 gewonnen door laatstgenoemde, doch verkocht deze plaat vervolgens in 1938 aan de eigenaren van de Gorzen.
Kort na die periode ontstonden met Domeinen nieuwe discussies en wel over de Zeehondenplaat en de Sasseplaat. Deze geschillen werden echter niet opgelost.
In 1863 werd echter een gedeelte van de Sasseplaat, wat van de rest was afgesneden als gevolg van het verlengen van de buitenhaven van Strijensas, alsnog verkocht aan de Gorzen.
Na enige aankopen van minder belang, werden op 29 mei 1889 de bezittingen nog vermeerderd door de aankoop van een huis gelegen aan de Buitendijk van het Land van Essche, op het zogenaamde Maltha, op de plaats van het voormalige veerhuis.
De bekading van de gronden vond steeds fragmentaris plaats.
Zo vond in 1710 de bekading van de Oude bekade gorzen van den Lande van Essche, beter bekend als het Oude Gors, plaats; in 1776 die van het Nieuwe Gors, formeel genaamd de Nieuwe bekade gorzen van den Lande van Essche; in 1804 de Nieuwe bekade Heuvelpolder, in het dagelijks leven Heuvelpolder geheten, en in 1845 de Johannapolder.
2. De Bekade Gorzen van de Nieuwe Klem
3. Bron

Kenmerken

Datering:
1934 - 1973
Auteur:
G. Timmerman
Titel inventaris:
Polder 'Raepshille'