Uw zoekacties: Keuringsdienst van Waren

212 Keuringsdienst van Waren ( Regionaal Archief Dordrecht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
212 Keuringsdienst van Waren
Inleiding
1.
Geschiedenis
Hoewel het archief loopt over de periode 1906 - 1985, is het keuren van waren binnen de Dordtse stadsgrenzen geen louter twintigste-eeuws fenomeen. Al in de veertiende eeuw was er in Dordrecht toezicht op eet- en drinkwaren. Deze voorschriften werden in 1401 herschreven en gebundeld in een zogeheten keurboek. De controle op de naleving van de voorschriften werd toevertrouwd aan de gilden, marktmeesters en gezworen keurmeesters. Tot aan de Bataafse Republiek (1795) kon Dordrecht dit soort regelingen zelfstandig nemen en er rechtskracht aan geven, daarna verdween de stedelijke autonomie alsmede de gilden. De stedelijke warenregelingen werden vervangen door landelijke, een situatie die nu nog steeds bestaat.

De oprichting van de Keuringsdienst van waren dateert van 19 maart 1907, toen door de Gemeenteraad het besluit daartoe werd genomen. Met het in werking treden van het besluit op 1 januari 1908 was Dordrecht de vijfde grote stad (na Amsterdam, Rotterdam, Leiden en Den Haag) die reeds voor de invoering van de Warenwet van 1919 een regelmatige controle op eet- en drinkwaren en andere consumptieartikelen als een taak van de overheid beschouwde. De oprichting kwam overigens niet zonder slag of stoot tot stand. Reeds in 1899 werden de eerste vragen in de Gemeenteraad gesteld over de wenselijkheid van het keuren van levensmiddelen. Vanwege onenigheid over de noodzaak en de kosten duurde het tot 1907 alvorens de Raad over ging tot het werkelijk instellen van de Keuringsdienst.
Vanaf 1914 werd het keuringsgebied van de Keuringsdienst uitgebreid met de omliggende gemeenten Alblasserdam, Sliedrecht, Nieuw-Lekkerland en Krimpen aan de Lek. Tegen een retributie van 12 cent per inwoner zegde de Keuringsdienst toe het toezicht op eet- en drinkwaren ook in die gemeenten uit te voeren. Na de inwerkingtreding van de Warenwet van 1919 behoorde Krimpen aan de Lek tot het keuringsgebied van Rotterdam. Bij Koninklijk Besluit van 19 juni 1920 werd Dordrecht aangewezen als één van de 21 gemeenten waar een keuringsdienst gevestigd moest zijn. Het keuringsgebied bestond sindsdien uit de gemeenten op het Eiland van Dordrecht, Goeree-Overflakkee, de Hoekse Waard, de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het werk bestond sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Warenwet hoofdzakelijk uit het (af)keuren van partijen levensmiddelen en het nemen van monsters, het door laboratoriumonderzoek aan het licht brengen van vervalsingen, het verrichten van onderzoek voor derden tegen betaling en chemisch onderzoek naar schadelijke stoffen in gebruiksartikelen, zoals in eet- en drinkgerei.
In 1935 trad de herziene Warenwet in werking. Van de sinds 1921 bestaande 21 diensten werden er vijf opgeheven, waaronder Breda. Van de 46 gemeenten van de opgeheven Keuringsdienst Breda werden er 18 aan het grondgebied van Dordrecht toegevoegd dat vanaf dat moment in twee provincies kwam te liggen. Nadien werd het grondgebied niet meer gewijzigd, het aantal gemeenten dat onder de Keuringsdienst viel, werd stilaan steeds kleiner door de gemeentelijke herindelingen. Het takenpakket van de Keuringsdienst werd na de Tweede Wereldoorlog steeds groter, mede doordat de Warenwet steeds uitgebreider werd. Zo moest naar aanleiding van het Radioactieve stoffenbesluit uit 1958 ook toezicht gehouden worden op radioactieve stoffen. Hiernaast werd door de dienst vaak belangeloos advies gegeven bij de bouw en inrichting van bereidingsplaatsen voor consumptieijs, poeliersbedrijven, keukens voor horecabedrijven, ziekenhuizen en bejaardentehuizen.

In 1971 werd men opgeschrikt door het exploderen van glazen frisdrankflessen. Aangezien het frisdrankbedrijf binnen het Dordtse gebied lag, werden die flessen op wanddikte en barstdruk onderzocht. Het onderzoek bracht aan het licht dat zowel producenten als detaillisten te nonchalant omgingen met de kwetsbare flessen. Bij beschikking van de minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne werd de Dordtse Keuringsdienst aangewezen als gespecialiseerde dienst voor het onderzoek van drukverpakkingen en ging deze alle bij andere diensten gemelde klachten over gesprongen flessen onderzoeken. Later werd Dordrecht ook aangewezen als gespecialiseerde dienst voor het onderzoek van monsters aërosolen (spuitbussen). De rapporten over die onderzoeken zijn te vinden onder de inventarisnummers 310-315.
De Keuringsdienst was van 1908 tot 1910 gehuisvest aan de Blauwpoort, daarna in de voormalige H.B.S. aan de Nieuwstraat. In 1972 werd een nieuw pand aan de Planetenlaan geopend, waar de dienst tot 1985 gevestigd was. De Keuringsdienst kan men, op basis van het werk, indelen in een buitendienst, een laboratoriumdienst en de administratie. De laatste twee vormen de binnendienst. aldus de directeur in het jaarverslag van 1922. Deze organisatievorm heeft zonder noemenswaardige veranderingen gedurende de gehele periode tot 1985 bestaan. Het personeelsbestand is in de loop der jaren wel veranderd. Waren er bij de oprichting in 1908 slechts drie personeelsleden (een directeur, keurmeester en spoeljongen), in 1982 waren er ruim twintig medewerkers.
2. Het archief

Kenmerken

Datering:
1906 - 1985
Auteur:
M.M. van Holten (2005)
Omvang:
16,63 meter
Titel inventaris:
Keuringsdienst van Waren
Categorie:
Archiefvormer(s):